Ze zegt weleens: “Al het slechte heb ik van jullie! Waarom hebben Sef en Ferre dat niet? Lif doelt op de dyslexie die zij van mij heeft geërfd, de slechthorendheid van Niels en de allergieën van de families van beide kanten. Elke week Nieuwsbegrip (begrijpend lezen) maken is dan ook best een opgave voor haar en ze ziet er elke week weer tegenop. Sef maakt het zelfstandig, vindt het soms wel fijn als ik erbij kom zitten. Ik kan hem niet bijhouden, zo snel als hij leest en doorheeft wat het juiste antwoord is. Voor Lif is dat echt een heel ander verhaal. Elke week maken we tijd vrij om het samen te lezen, maakt zij de vragen en checken we samen hoe ze tot dat antwoord is gekomen. De ene keer met veel gelach en veel plezier, de andere keer met veel gezucht en strijd.
Samen hebben we de eerste tekst gelezen en de 27 vragen gemaakt. Daarna volgt er altijd nog een lap tekst waar 10 vragen over gemaakt moeten worden.
Het huiswerk hebben we deze week uitgesteld tot maandagavond. Ferre was zaterdag jarig en zondag had hij zijn kinderfeestje en daar moesten zijn broer en zus toch echt bij zijn.
Lif is moe, wordt al echt een puber dus na de 27 vragen geef ik aan dat ik de tekst helemaal voorlees in plaats van dat zij het helemaal moet lezen of dat we de tekst verdelen.
Dit keer gaat het over een boek Toen mijn broer een robot werd, van Emiel de Wild. Ik lees de tekst zin voor zin voor, hij raakt me steeds meer. Zin-voor-zin wordt woord-voor-woord. Ik verkramp, mijn stem verandert, ik moet tussen de zinnen, tussen de woorden door diep ademhalen.
Lif kruipt bewust, misschien onbewust, wat dichter tegen mij aan. Ik lees verder voor: “Ik hoor mezelf ademen. Het is vreemd: deze Dennie is mijn broer niet en tegelijkertijd is hij mijn broer wel. Ineens is hij er: de robot die Tijs’ broer vervangt. De robot lijkt op Dennie, klinkt als Dennie en gedraagt zich als Dennie. Maar… hij is hem niet. Hoe durven pap en mam te doen alsof Dennie nog leeft!”
Ik huil, tranen stromen uit mijn ogen. Ik kan niet stoppen met huilen. Een robot die Fiene zou moeten vervangen? Lif knuffelt mij en beetje bij beetje word ik rustiger en ik lees weer verder. “Dennie gaat tegenover me in een stoel zitten. Hij vraagt niet of dat mag, of die plaats vrij is. Hij doet het gewoon. Hij gedraagt zich niet als visite, maar als iemand die hier altijd heeft gewoond.”
Ik klem mijn kaken strak op elkaar en bedwing mijn tranen.
De tekst is klaar en we maken samen de tien vragen. Ze heeft ze alle tien goed!
Ze huilt, ze huilt zo hard. Samen huilen we nog harder… om onze kleine Fiene. Om de zus die ze nooit heeft gezien, nooit heeft gekend. Om de zus die ze soms zo kan missen en met wie ze in haar fantasie samen kleding past voor de spiegel. De zus met wie ze samen danst en bij wie ze make-up op kan doen. En zij bij haar… Mijn twee kleine meisjes, wat had ik ze graag samen in mijn armen gehad.
