Wekelijks krijg ik een update van de zwangerschap app op mijn telefoon. Het kindje in mijn buik is al compleet staat er. Hij moet alleen nog groeien. Zo’n 28 centimeter en 500 gram zal hij nu ongeveer zijn. Kleine haartjes beginnen te groeien op zijn hoofdje en er zijn zelfs al wimpertjes.

Ik lees verder.

“Wacht maar tot hij daarmee wappert! Je verdrinkt in die enorme kijkers als je hem eenmaal in armen hebt.” Waarom blijf ik dit lezen? Het gaat namelijk niet over mij, niet over ons, niet over onze toekomst. Ons kindje is te ziek voor zijn eigen toekomst en daarom zal hij voor de 24 weken geboren worden.

Ons kindje zal niet leven en hij zal ons zeker niet aankijken. Of wel… Hoe zit dat eigenlijk met een baby van zo’n 24 weken? ‘Baby dood 24 weken’ typ ik in het zoekvenster van Google. Ik ga met de muis naar afbeeldingen. Ik wil weten wat ik kan verwachten. Hoe ziet een baby van ongeveer 24 weken eruit? Wordt hij met open oogjes geboren en hoe klein is 28 centimeter? Ik zie foto’s van reportages, mooie foto’s met babyvoetjes en handjes. Foto’s van babygezichtjes zie ik bijna niet. Ik vind de foto’s niet schokkend, al zie ik ook kindjes die behoorlijk verkleurd zijn. Het is geen leuk beeld, baby’s horen niet dood te zijn.

Als onze baby geboren wordt willen we hem zien, misschien ook wel vasthouden. We willen dat Make a memory langskomt om foto’s te maken. Als we na de bevalling naar huis mogen blijft onze baby in het ziekenhuis. Onze uitvaartbegeleidster zal onze baby ophalen voor de crematie. We spreken erover met elkaar, met onze familie en vrienden, met onze uitvaartbegeleidster en met het ziekenhuis. We spreken over een onderwerp waar we totaal geen verstand van hebben. Waar we totaal geen weet van hebben. We gaan ouders worden en ons kindje ontmoeten. En daarna weer afscheid nemen.

We weten niet wat we kunnen verwachten en we zijn bang.

Bang voor de bevalling, bang voor wat we te zien krijgen, bang voor het begin van het ‘einde’, bang voor hoe we dit gaan redden; samen met elkaar en zonder ons kindje.

Maar we gaan het doen, we gaan ons kindje ontmoeten, hoe hij er ook uitziet. We zullen hem vasthouden, knuffelen en eindeloos veel kusjes geven. Het is ons kindje en wat houden we al veel van hem.

Roos Bodewes: 30 jaar en mama van Lev* (‘15) Sam Ezra (’16) en Eden Lev (’18) werkt als casemanager voor Jeugdzorg, is dol op fotograferen, schrijven, koken, interieur en op haar familie en vrienden.