Ik lig in het ziekenhuisbed. Ik heb Jan, mijn man, gevraagd of hij mij even alleen wil laten. Dit lijkt hem op te luchten, hij lijkt hier zelf ook behoefte aan te hebben. Eventjes een momentje alleen.

Hij vraagt of hij nog iets voor mij mee kan brengen uit het automaat beneden. Ik geef aan een flesje water te willen, want ik vind het water in het ziekenhuis niet zo lekker. We spreken af dat hij buiten even een kopje koffie drinkt en dan weer naar boven komt, naar de kraamafdeling waar ik opgenomen ben. De ironie.

Als hij weg is, voel ik de weeën krachtiger worden en ik besluit even afleiding te zoeken. Ik zet de tv aan. Na wat zappen kom ik bij Comedy Central en ik zie dat er een Friends-marathon bezig is. Wat fijn, denk ik nog. Een luchtige serie die ik al vaker gezien heb, maar wel leuk vind.

Terwijl ik een wee wegzucht, komt Jan weer binnen. Hij kijkt me hulpeloos aan, met tranen in zijn ogen. Onderweg terug naar de afdeling was hij kersverse ouders tegengekomen die net met hun pasgeborene naar huis mochten. Het besef dat wij hier ook zijn om ouders te worden, maar geen levend kindje mee naar huis zullen nemen, kwam zo even extra hard binnen bij hem.

Ik bevestig dat ik het kindje al had horen huilen; ze lagen op de kamer naast ons. Jan kruipt bij mij het ziekenhuisbed in en verstrengeld in elkaars armen liggen we te huilen. Met een ongekende pijn in zijn stem, die ik me tot op de dag van vandaag nog goed herinner, vraagt hij me: ‘Hoe verwerkt een mens dit? Hoe kom je hier overheen?’
Mijn eerste reactie is een snelle: ‘Niet, ik denk niet dat dit helemaal verwerkt zal worden. De pijn zal blijven.’ Waarop ik krachtig vervolg met: ‘Ik weet dat het op dit moment niet zo voelt, maar ik geloof erin dat het ons gaat lukken.’
Ik trek hem nog wat dichter naar mij toe en pak zijn gezicht vast zodat we elkaar diep in de ogen aan kijken. Dan zeg ik nogmaals: ‘Wij kunnen dit, wij komen hier doorheen. We hebben elkaar en het heeft geen haast, maar het zal in de toekomst beter met ons gaan.’

Of ik het daadwerkelijk geloofde weet ik niet, maar ik deed mijn uiterste best om zo sterk mogelijk te klinken. Toch bleken mijn woorden waar. Alles op ons eigen tempo, ook al was dit een verschillend tempo voor ons beiden, gaat het beter met ons. We leven weer echt, in plaats van alleen maar te bestaan. De dagen zijn niet meer alleen maar zwart. Ze bevatten weer kleur.

Anita

Over Anita

Anita ('98), al sinds haar 13e gelukkig samen met haar grote liefde Jan, ze is moeder van Nora* en draagt liefdevol de herinnering aan twee kindjes uit miskramen, met de hoop in de toekomst nog eens zoveel liefde te mogen voelen voor een kindje.