Met wat moeders, die ik op het station getroffen heb, ben ik op pad naar een lotgenotenbijeenkomst. ‘Lotgenoten’ – ik vond het altijd een stom woord. Eigenlijk koppelde ik het vaak aan zieke of gehandicapte mensen. Nu hoor ik ook bij zo’n club van lotgenoten, al ben ik niet ziek of gehandicapt. Of wel… want het voelt soms alsof een deel van mij geamputeerd is.

Verhalen delen
Onderweg vertellen we elkaar over onze kindjes. We hebben elkaar nog nooit eerder ontmoet en kennen elkaars verhalen niet. Ik vertel trots over mijn kindje. Het allermooiste jongetje, dat mij in 2015 moeder maakte. Ik merk dat ik warm van binnen word wanneer ik over hem praat.

Het is ook alweer even geleden dat ik mijn verhaal deed aan iemand die het nog niet kent. Het is zo fijn om de groep van mensen die zijn naam en verhaal kennen uit te breiden.

Weegschaal
Na een beknopte versie van ‘mijn verhaal’ vertelt een andere mama over haar kindje. “Ik ben vorig jaar mijn kindje verloren, maar hij was wél voldragen”. Au, haar opmerking steekt. Waarom wordt de nadruk zo op dat woordje ‘wel’ gelegd? Het klinkt alsof mijn verhaal ‘minder erg’ is dan dat van haar. Waarom die weegschaal? Is het minder erg dat mijn lieve Lev nog niet voldragen was? Zelfs een van de, voor mij zo belangrijke, lotgenoten slaat de plank nu mis.

Onbegrip
Regelmatig beland ik in een situatie waarin mijn verlies wordt afgedaan als een abortus of miskraam. En toen iemand eens benoemde dat ik eigenlijk zelf mijn kind vermoord heb, moest ik even flink op m’n tong bijten. Soms wens ik dat wij niet voor de onmogelijke keuze waren gesteld. Dat Moeder Natuur voor ons had besloten. Want hoe kan je nog verder leven na het maken van een keuze over leven en dood, als het gaat om je eigen kind? Het is een last die ik draag, naast het verlies. Soms is die last nog zwaarder dan het verlies zelf. “Gelukkig was hij nog maar zo klein”, “Gelukkig kende je hem nog niet” of “Jullie hebben de keuze toch zelf gemaakt?”, zomaar wat opmerkingen die ik de afgelopen jaren op m’n bordje kreeg. De eeuwige discussies over zwangerschapsafbreking vermijd ik, want ik kan het niet meer handelen. Totaal uit het veld geslagen voelde ik me wanneer ik weer eens uren reacties had zitten lezen onder nieuwsartikelen over medische echo’s, onderzoeken en het maken van onmogelijke keuzes.De opmerking die vaak voorbij blijft komen en mij het meeste raakt is: “Elk kindje is welkom dus ook dat met een afwijking”.

Keuze uit liefde 
Oh lieve Lev, wat was jij onbeschrijfelijk welkom. Welkom met al jouw perfecte imperfecties. Met jouw kleine haartjes, vingertjes en teentjes. Met je veel te kleine hoofdje, lange beentjes en schattige oortjes. Meer dan welkom en zo welkom dat het altijd pijn doet. Maar jouw papa en mama besloten, voor jou, dat jouw leven een ondraaglijk lijden zou zijn. En daarom, klein mensje, kozen wij ervoor dat jij jouw oogjes nooit zou openen. Het is de zwaarste en meest onmogelijke keuze die ouders in hun leven kunnen maken, maar wij maakte die keuze uit liefde voor jou.

Gemis voor altijd
Nee, onze baby was niet voldragen, geen dreumes en geen peuter. Geen kleuter en geen schoolkind. Geen puber en geen tiener. We missen hem, en hebben verdriet om al die mijlpalen die we niet met hem beleven. De foto’s die we niet kunnen maken van alle eerste keren. De haartjes die niet groeien en de oogjes die nooit open zijn gegaan.We missen hem, ongeacht zijn leeftijd.

Onze baby Lev, onze baby voor altijd.

Roos Bodewes: 30 jaar en mama van Lev* (‘15) Sam Ezra (’16) en Eden Lev (’18) werkt als casemanager voor Jeugdzorg, is dol op fotograferen, schrijven, koken, interieur en op haar familie en vrienden.