Ik sta met mijn moeder bij haar grafje. Ze ligt onder een boom in het bos. De herfst heeft het bos overgenomen. Alles is bedekt met een laagje bladeren en eikels. De schelpen die we van het strand meenamen, verdwijnen langzaam in de aarde. Het is oké. Het aangeharkt houden van haar grafje brengt haar niet terug. Er hoeft niet meer dag en nacht een kaars te branden zodat ze niet in het donker ligt. Ze is er niet meer. Al bijna tien maanden lang niet.

“Dat je hier zou staan, had je je vorig jaar niet kunnen bedenken”, zegt mijn moeder. “Ik had niet gedacht dat ik het overleefd zou hebben”, antwoord ik. Ik denk aan de momenten dat het zweet me uitbrak als ik haar even niet in mijn buik voelde trappelen. Dan zegt mijn moeder “Je overleeft het, omdat je niet dood gaat, omdat je gewoon blijft ademen.” Ze zegt precies wat ik denk.

De vraag “Hoe gaat het?” beantwoordde ik in het begin vaak met “Ik ben er nog”. Fysiek dan, want de rest van mij is wel degelijk doodgegaan op de dag dat Jolie overleed. Op de dag dat Joost haar, drie dagen nadat we haar gekregen hadden, zelf van de beademing haalde. Op de dag dat ze bij Joost op z’n borst overleed terwijl we passages uit Dua’s Lipa’s ‘Homesick’ zongen (I wish I was there with you). Op de dag dat we haar voor het eerst met Zwitsal in bad deden, terwijl het leven haar lichaam al had verlaten. Op de dag dat we zonder Maxi-Cosi, bij mijn ouders op de achterbank, naar huis reden. Op de dag dat alles, alles in het leven anders zou worden.

Ik ben er nog, maar ook niet meer.

Alyssa Bos: is 34 jaar, mama van Jolie* (’17) en verliefd op Joost. Probeert woorden te geven aan het leven met en zonder Jolie. Is jurist en houdt van dansen, schrijven, Spanje, yoga, vrienden en politiek.