‘We kunnen helaas niets doen.’
Als een keiharde dreun komt deze zin binnen. Ik denk: hoezo kunnen jullie niks doen? Jullie moeten ALLES gaan doen en wel NU! Al is de kans nihil, dan kun je achteraf nog zeggen: we hebben er alles aan gedaan. Maar er is geen redden meer aan. Onze kindjes zullen snel geboren worden, veel te vroeg en ze gaan het niet overleven. ‘We kunnen helaas niets doen.’ M’n hart krimpt ineen bij deze woorden. Ik ben me heel bewust van de lading van de boodschap. Niets roes, het komt direct keihard binnen. Ik heb nog nooit zo’n explosie aan verdriet, woede, frustratie, onmacht en angst ervaren als op dit moment. ‘We kunnen helaas niets doen.’ Ja maar, dat KAN NIET en dat MAG NIET! Naast mij zit mijn vrouw, tranen stromen onafgebroken over haar wangen, ze kijkt me verdwaasd en angstig aan. Ze zit in een roes. En zij zal straks moeten bevallen, maar dat mag nog niet. Dat mag nog niet, omdat de dood het dan wint van het leven. Maar toch gaat het gebeuren.
Een paar uur later wordt Samuel geboren. Tegen beter weten in wacht ik op zijn gehuil en bewegende armpjes. Maar hij blijft oorverdovend stil. Mijn hart breekt als ik hem zie. Mijn zoon. Ik wil hem pas over een paar maanden zien, levend en wel. Maar daar is hij al – ‘we kunnen helaas niets doen.’ Ik heb het gevoel buitenproportioneel gestraft te worden. Waarom worden wij zo hard getroffen? Moest Samuel daarvoor wijken?
Ik vind het oneerlijk en onrechtvaardig. Gelaten ondergaan wij alles, maar alles in mij schreeuwt: DOE IETS!! Ik wil dat de artsen ingrijpen, maar ik wil er ook zelf alles aan doen om het dan nog andere ongeboren kindje te redden en mijn vrouw te ondersteunen. Koortsachtig zoek ik naar iets om te doen. Ik ben immers naast echtgenoot nu ook vader geworden en ik wil mijn gezin beschermen. Terwijl ik zelf in de misère zit, wil ik niet bij de pakken neerzitten.
Het verlies van je kind is niet het uitgelezen moment om als man de held uit te hangen, om indruk te maken op je vrouw en je omgeving. Op het moment dat alles onder je voeten wegvalt, ben je niet persé op je best. Dan kan het slechtste in je naar boven komen. Maar parallel aan dat slechte kan ook het beste in je naar boven komen, met als kernwoord L I E F D E. De liefde voor Samuel en het andere, nog ongeboren kindje en de liefde voor mijn vrouw is de reden dat ik blijf bidden, blijf vechten, blijf zorgen en ook: blijf hopen.
In een crisissituatie kun je op verschillende manieren reageren. Vaak hoor je dat je dan vecht, vlucht of bevriest. Ik ervaar al deze reacties. Ik vecht, maar ik wil ook vluchten uit de situatie. Ondertussen onderga ik het ook gelaten en weet ik niet wat ik moet doen. Als pas na vier tergend lange, onzekere dagen ook Matthias stil wordt geboren, handel ik direct, haast routinematig. Ik vecht niet meer om onze zoontjes te redden. Ik bewaak hen wel als een trotse vader. En ik probeer te vechten en te zorgen voor mijn vrouw. De verpleegkundigen vinden dat ik rustiger aan moet doen. Ik probeer het, maar dat valt niet mee. Misschien vecht en zorg ik tegen beter weten in, maar ik doe het uit liefde. En dat blijf ik doen.
Over Hilco
Hilco Scherrenburg (1991) is getrouwd met Gea (1994) en woont in Apeldoorn. In oktober 2021 is hij vader geworden van Samuel* en Matthias*. Hilco houdt van schrijven en wil daarmee ook de herinnering aan zijn zonen levend houden.