Mijn oudste zusje overleed tijdens de bevalling
Ik ben geboren 15 jaar na haar geboorte en overlijden. Maar ze was er altijd, ons oudste zusje, dat nooit ouder kon zijn dan ik, omdat ze tijdens de bevalling is overleden. Ze had geen naam, geen gezichtje. Niemand heeft haar gezien, behalve mijn vader en de man die mijn vader hielp haar in een doosje te begraven. Het was een flinke baby, vertelde mijn moeder: 9 pond. En mijn vader zei dat ze mooi was en een wolk van een kind. Maar ze huilde niet, ze opende haar oogjes niet, ze bewoog niet. 

Ze werd geboren en mijn moeder zag nog net de billetjes van mijn zusje, voordat haar dochtertje werd weggedragen. Ze heeft haar nooit gezien, niet vastgehouden. Dat was beter zei de non in de vroedvrouwenschool, dan zou ze zich er ook niet aan hechten en er niet van gaan houden.

Achter de heg begraven
Maar mijn moeder hield wel van haar. Ondanks de snelle “verwijdering” van het kindje dat ze negen maanden had gedragen. 
Mijn vader vertelde mij later, dat er een doofstomme meneer was die de begrafenissen van deze stil geboren kindjes regelde, die meneer groef het grafje en legde het kindje er dan in. Mijn vader heeft het kindje gezien, later zei hij dat ik er op leek. Heel veel, bijna haar evenbeeld, zei hij. Ik weet niet of hij dat graag wilde geloven of misschien mijn moeder het gevoel wilde geven dat ze met haar nakomertje nog een beetje haar eerstgeborene kon leren kennen of dat het echt zo was. Feit is dat hij haar gedragen heeft, in dat doosje, de gangen van de vroedvrouwenschool door en het gras over naar de heg waar een gat in zat dat doorgang gaf naar het naastgelegen weiland. Ze was door het snelle overlijden niet gedoopt en mocht dus niet in gewijde aarde gelegd worden. 

In dat weiland was een gat gegraven en daar moest ze in. Hun kindje, hun hart. Ik stel me voor hoe hij geleden heeft, hoe zwaar die martelgang was en hoe hij misschien snikkend het doosje in dat gat heeft gelegd, of misschien wel verdoofd en zonder uiterlijk vertoon. Hij zei later toen ik er naar vroeg: “Ach, het was het enige dat ik doen kon.“ 

Later las ik dat in dat weiland alle in die vroedvrouwenschool geboren stilgeborenen zijn begraven, en dat er nooit iets over werd vastgelegd. Zo is mijn zusjes grafje anoniem gebleven en onvindbaar.

Met lege armen en stuwende borsten
Haar zelf begraven was dus het enige dat mijn vader doen kon voor haar, hun kleintje, mijn zusje en voor zijn jonge vrouw die met lege armen en stuwende borsten ontroostbaar in een bed lag. De lakens strak om haar heen gespannen om de buik weer terug naar normaal te forceren. De borsten werden ingebonden en haar verdriet werd geërgerd ontvangen want ze kon er nog zoveel krijgen, ze was immers nog jong. “Niet klagen maar dragen.”

Haar eigen moeder heeft er maar één keer wat over gezegd. Mijn moeder vertelde dat haar moeder was stond op te hangen, een knijper in haar mond, zich half omdraaide en zei: “Tsja, erg hè.” Verder niets, nooit meer.  

Mijn zusje Eva
Mijn lieve, warme moeder – ze had ons allemaal zo lief. Ze was in alles moeder. En dit verdriet werd een stil verdriet. Toen mijn broer in 1999 ernstig ziek was en we wisten dat hij zou gaan overlijden was ze zo verdrietig. Ik zei tegen haar: “Dit is je tweede kind dat je moet missen…”
“Dat heeft nog nooit iemand zo gezegd,” zei ze. Ik vroeg haar of mijn zusje dan echt nooit een naam had gehad en ze zei: “Nee…”
“Ook niet in je hart?” vroeg ik. Ze werd stil, keek voor zich uit en zei toen: “Jawel, in mijn hart heet ze Eva.” Mijn zusje Eva.
Vanaf dat moment noemden we haar altijd bij naam.
Eva stond ook op de rouwkaart van mijn vader bij de namen van de kinderen. Mijn moeder streek er met haar vinger overheen. Erkenning naast verdriet. Toen mijn moeder overleed stond Eva ook weer in het rijtje bij onze namen. En ik dacht: nu kun je haar omarmen, nu ben je dicht bij haar.

Toen in 2010 mijn nakomertje geboren werd, hoefden mijn man en ik niet lang over haar naam na te denken.

Zij opende haar oogjes, nam een hap adem en huilde.
Alles aan haar leefde en bewoog.

En we noemden haar Eva.


Deze gastblog is geschreven door Kris Wijksta.