Opnieuw zwanger
Ik staar naar het knalgele emmertje op het ladekastje. Het is al vol. Dan kijk ik naar de blauwe plekken op mijn benen. Ik zoek een leeg plekje. Maar met het spuitje in mijn hand dwalen mijn ogen via de spiegel naar mijn opbollende buik. Ik ben alweer een tijdje ‘onderweg’.
En na de eerste opwinding van deze nieuwe zwangerschap volgt meteen ook de spanning. Dagelijks spuit ik een bloedverdunner in mijn benen. Alles voor een gezonde zwangerschap! Hoewel het geen enkele garantie geeft dat het dit keer wél goed gaat. Hoe zal deze zwangerschap verlopen?
Ik eet gezond, beweeg en fiets dagelijks een rondje. En hoewel ik wéét dat ik geen schuld heb gehad aan Tijns dood, lijkt het alsof ik toch probeer het deze zwangerschap nog meer ‘goed’ te doen. Ik ben me meer bewust van de baby in mijn buik, met wie ik meer contact probeer te maken. Ik let op mijn voeding, medicatie en ga trouw naar alle controles. Na elke echo haal ik opgelucht adem. Ook probeer ik meer te genieten van alle voorbereidingen, die tegelijkertijd ook confronterend zijn. Er komt een ander kindje te liggen in deze wagen…
Waaraan is mijn baby overleden? Hoe kon het gebeuren?
Maakt het uit waardoor je baby is overleden, waardoor hij er niet meer is?
Niet voor het gemis, voor de gedachten van hoe het zou kunnen zijn. Het gevoel van leegte gaat er niet van weg. Maar het maakt uit voor de toekomst.
Het zal toch niet… Niet nóg een keer… Dat kan toch niet…
De kans op herhaling is aanwezig. Bloedpropjes in de placenta hebben gezorgd voor onvoldoende voeding voor de baby, waardoor hij niet kon groeien. Bij mij is een afwijking in de bloedstolling gevonden. Ook immuniteit zou een rol kunnen spelen, waarbij ‘vreemde’ cellen (die van de vader) worden afgestoten. Of een combinatie van beide. Het blijft onduidelijk. De angst dat het opnieuw mis kan gaan is er continu. En ik weet dat ik er geen enkele invloed op heb… Dus spreek ik mezelf moed in.
Ik trek mijn broek over mijn benen, leg mijn handen op mijn buik en denk: wij gaan het samen redden. Even later fietsen we samen door de polder. De knoppen komen aan de bomen en ik zie de ganzen alweer over trekken. Ooievaars klapperen op de palen in de weilanden. Het maakt me blij en triestig tegelijk. De maanden lopen parallel. Dit heb ik al eens meegemaakt. De natuur belooft weer volop leven. En dit keer is het anders.
Met het groeien van mijn buik, met het voelen van elke beweging, met elke goede (extra) echo, het passeren van weer een weekgrens, neemt mijn vertrouwen toe. Dit kind zal leven.
(en dat doet ie!)
Vacature: Wij zoeken een directeur
Stille Levens is toe aan de volgende stap in professionalisering: wij zijn op zoek naar een directeur. Als eerste directeur van Stille Levens zet jij samen met het betrokken bestuur deze volgende stap! Jouw opdracht: meer groei en vergroting van bekendheid en impact.
Onze organisatie zetzich in voor ouders die door babysterfte getroffen worden. Wij geloven in de kracht van ouders, kracht om uiteindelijk de ingrijpende gevolgen van het overlijden van een baby te verweven in het verdere leven. Wij helpen ouders die kracht te ontwikkelen en dragen bij aan het herstelproces. Eigen regie en eigen weg van ouders staan hierin centraal.
Stille Levens draait op vrijwilligers, ondersteund door enkele dienstverlenende bedrijven. De verschillende taken worden uitgevoerd door het bestuur samen met een groot team aan vrijwilligers Sinds juni 2018 is Stille Levens uitgegroeid tot een kenniscentrum dat intensief geraadpleegd – en breed betrokken wordt door ouders, geboortezorg en wetenschap.
Voor meer informatie over de vacature, klik hieronder
Sam
Hoe dan ook, of ze mag blijven leven of dood gaat, ze krijgt een naam
SAM
Ik ben zwanger van ons vierde kindje. Mijn bolle buik wordt steeds dikker. Ik durf niet goed in de toekomst te kijken. Hoe zal het gaan? Zal ons kindje blijven leven?
Op een avond voel ik me gespannen, ik ben bang en ik krijg mezelf niet rustig. Ik maak gebruik van het telefoonnummer wat ik heb gekregen en bel het ziekenhuis. We mogen langskomen.
Even later lig ik op een bed trillend van de spanning te wachten. De arts spuit wat koude gel op mijn buik en zet het echoapparaat op mijn buik. Ik kijk strak naar het beeldscherm en net als ik het knipperende hartje zie, wordt dit bevestigd door de arts. ‘’Ik zie een hartslag, even verder kijken,’’ zegt ze. Ik haal weer adem, blijkbaar was ik hier even mee gestopt. ‘’Wil je het horen?’’ Ik knik en dan laat ze de hartslag van ons kindje horen. Ik voel dat mijn wangen nat worden. Pas nu merk ik hoeveel spanning er in mijn lijf zit. Ze kijkt alles goed na, mijn lichaam ontspant wat meer en ik veeg mijn tranen weg. De echo wordt zelfs een beetje leuk wanneer we ons kindje zien wiebelen en duimen.
De arts vraagt of we al weten of ik zwanger ben van een jongen of een meisje. We weten het nog niet, ze vraagt of we het willen weten. Wij knikken.
Ze zegt: ‘’Kijk eens, kun je het zien?’’ Op het scherm staan drie streepjes, wat betekend dat er een lief meisje in mijn buik groeit. Ik merk dat ik het fijn vind om te weten.
Ik vind het moeilijk om vooruit te kijken, maar ik kan wel leven bij de dag. Blij zijn met mijn bolle buikje, de bewegingen in mijn buikje en nu we weten dat we een dochter krijgen, kunnen we nadenken over haar naam. En dat is best iets leuks, want hoe dan ook, of ze mag blijven leven of doodgaat, ze krijgt een naam. Door haar alvast een naam te geven krijg ik het gevoel dat ik haar al een beetje mag leren kennen.
Al snel voelen we dat Noor bij haar en bij ons past. In mijn buik zit onze dochter en ze heet Noor.
We willen Noor ook graag een tweede naam geven, het liefste een naam die van haar is, bij haar past, maar ook een soort verwijzing naar haar broers en zus. Drie namen vinden we te veel. Uiteindelijk kiezen we uit iedere naam een letter. De S uit de naam van Boris, de A uit de naam van Saar en de M uit de naam van Simon. Zo ontstaat de naam Sam.
Haar tweede naam wordt Sam en zo verbindt de naam Sam al onze vier kinderen met elkaar.
Loslaten
Op zoek naar dat groene vest en zijn blonde koppie. Ik ben hem kwijt. Hij was net nog hier. Ik kijk heel even de andere kant op en… weg!
Complete paniek overvalt me. Ik loop in vlot tempo een rondje en zie hem nergens. Nog maar een rondje. Hij was net bij de glijbaan. Eerder waren we bij de ballenbak. Daar nog maar eens kijken … nee, nergens!
Ik probeer mijzelf te kalmeren door te denken dat hij er gewoon moet zijn. Nog een rondje. In versneld tempo. Niet nog een kind verliezen. Er is hier ook overal water …
En daar. In het klimrek aan de andere kant. Zucht. Ontspan. Hij is gewoon hier.
Ik vind dat het moeilijkste wat er is: die onlosmakelijke angst. Dat het lijkt of er weer iets vreselijks staat te gebeuren.
Of het loslaten. Het vertrouwen hebben dat het wel goed komt met mijn andere kinderen. In dit geval met mijn regenboog. Mijn oudste zoon. Geboren na zijn stilgeboren zus.
Hij is ontzettend avontuurlijk. Ziet geen gevaar en stapt in zeven sloten tegelijk. Ik zeg ook wel eens: een olifant in een kast met porselein. Altijd is er wel iets. Of er gaat weer wat kapot. Ik heb gemiddeld vijf hartaanvallen per week.
Soms denk ik: heeft hij mij iets te leren of te laten zien? Houdt hij mij een spiegel voor? Dat het leven kwetsbaar is en blijft? Dat hij mij alert en gaande houdt? Anders was ik misschien allang ingestort in de tijd erna?
Ik weet het niet. Vertrouwen hebben kan ik met de tijd wellicht leren. Wat ik denk ik wel weet, is dat ik nooit zal leren loslaten …
Misschien pas als loslaten betekent dat ik ooit mijn meisje weer zal zien.
Ik ben de beste vader
Ik ben fan van het personage Mr. Bean. In december stuurt hij kerstkaarten naar zichzelf. Vervolgens is hij oprecht blij als hij de kaarten van zijn deurmat opraapt. Trots hangt hij ze op. In de film wordt het komisch neergezet. Mr. Bean geniet van de kaarten die hij zichzelf stuurt, omdat hij van anderen geen kaarten ontvangt. Er is niemand die aan hem denkt, of de moeite neemt om een kaartje naar hem te sturen. In de film is het komisch, maar ten diepste is het tragisch.
Dit tragische gevoel kun je ervaren op Vaderdag. Je bent vader, maar er is geen kindje dat je een papieren stropdas of een mooie tekening geeft. Of misschien is er wel een kindje dat dit doet, maar is er steeds die ene die wel erg stil blijft, elk jaar weer. De kleine, grote afwezige.
Grote afwezigen kunnen ook mensen zijn van wie je juist vandaag iets zou willen vernemen. Iets. Geen hele verhalen, of uitbundige cadeaus. Gewoon iets. Iets kleins kan deze dag groots maken. Een grootse dag, speciaal voor jou, vader van het kindje dat zo gemist wordt. Een kaartje, een appje, een klein presentje. Iets. Als signaal dat jij gezien wordt als vader van dit kindje. En dat je daar op deze dag – net als op al die andere dagen in het jaar – best trots op mag zijn. Je hoeft geen bevestiging te krijgen van wat je zelf weet (”je bent vader van […]”), wel is het een groot cadeau om te horen dat je de beste vader bent van je afwezige kindje. Als dat nou eens op een kaart zou staan, dan geef je die kaart toch een prominente plek in je huis!
En als je nou niets hoort, wat dan? Dan kun je vervallen in tragiek. Maar uiteindelijk heb je daar vooral zelf last van. Je gaat jezelf beklagen en vervalt in zelfmedelijden. En soms kun je daar niet omheen en hoef je dit ook niet met alle kracht weg te duwen. Dan is dat gewoon zo. En toch, blijf het steeds herhalen, ook als anderen het niet zeggen: ”Ik ben de beste vader van [….] Ja, ik kan niet alles, heb ook mindere kanten, maar toch kan […] zich geen betere vader wensen.” Schrijf het desnoods maar op een vel papier! Is dat tragisch? Zo zou je het kunnen zien, maar wat doe je jezelf dan tekort! Is het komisch? Mogelijk. Het is vooral honderd procent waar! Schrijf maar mee:
Ik ben de beste vader van […]
Vandaag is het míjn Vaderdag!
Vandaag zou je 8 jaar worden, lieve Lev*
Ik pak je uit je mandje. De eerste dag vond ik het spannend, zo’n klein pasgeboren baby’tje. Inmiddels weet ik hoe je voelt en hoe ik je het beste vast kan houden. Ik geef je een kusje op je kleine neusje. Wat ben je schattig, wat ben ik trots. Dan leg ik je terug. Het is warm buiten en dat is niet goed voor je. Ik leg de icepacks goed onder je kleine lijfje. Nog een klein kusje dan…Steeds weer beseffen we dat we nooit meer de kans krijgen om nieuwe herinneringen te maken. Dat doet pijn. Mijn hart blijf gehavend, ook na al die tijd. We kregen precies één week om je aan te raken, je geur op te snuiven en urenlang naar je te kijken. Je in onze armen te houden, een foto te maken en tegen elkaar te zeggen hoe mooi je was. Precies één week om jou in ons op te nemen en de beelden in ons hoofd te prenten. De rest van ons leven moeten we het doen met de schaarse herinneringen die we maakten in deze ene week. Jouw foto’s zijn ons dierbaar, we kunnen ze nooit opnieuw maken. Zelfs de bewogen en mislukte foto’s zijn een belangrijk onderdeel van onze kleine verzameling met herinneringen aan jou. Ze zijn niet mooi genoeg om af te drukken of te delen, maar er komt nooit meer een foto bij en dat maakt dat ik ze bewaar.
Eén week precies, zoveel weken te weinig. Het blijft pijn doen, ook na al die jaren.
Ik deel jouw foto’s graag. Inmiddels zijn de meeste foto’s al een keer gedeeld. De foto’s zijn als het ware op geraakt. Daarom deel ik maar weer dezelfde foto’s. De foto’s die voor mij zo dierbaar zijn.
Nooit zal ik de kans krijgen om nog één foto van jou te maken. Alle mijlpalen hebben wij niet meegemaakt. Eerste lachjes, hapjes of stapjes. Een eerste schooldag, sportdag en kinderfeestjes. Terwijl mensen de mijlpalen delen van hun kindje dat groeit, is bij ons het enige dat groeit het gemis, de tijd en het verder verwijderd raken van dat laatste moment met jou. Het moment waarop we jou nog heel dichtbij ons hielden. Waar andere ouders hun kindje steeds beter leren kennen en leren wat hun kindje leuk vindt, raken wij steeds verder verwijderd van de herinneringen aan jou. Ik weet steeds minder goed hoe je rook, hoe warm je was toen je net geboren was en hoe koud je was toen we afscheid moesten nemen en we jouw mandje voor de laatste keer sloten. Ik kan mij steeds minder goed herinneren hoe alles was.
Vandaag zou je 8 jaar worden, liefje. Ik mis je nog elke dag. Ik mis je mooie neusje, je lange vingertjes. Ik mis je lichaampje in mijn armen dicht tegen mij aan. Ik mis je geur, terwijl ik eigenlijk niet meer weet hoe je rook. Een traan rolt over mijn wang, omdat het voor altijd zo oneerlijk blijft dat we jou moesten laten gaan. Omdat we nooit meer een herinnering erbij kunnen maken. Omdat je foto’s op zijn geraakt. Omdat je niet opgroeit in ons gezin. Omdat het zo anders had moeten zijn.
Ja liefje, jij bent ons grote gemis, vanaf het moment dat we jou moesten laten gaan en tot de dag dat ik mijn laatste adem uitblaas. Ik mis je voor altijd en elke dag weer.
Stamboom vol verdriet
Wat was het bijzonder dat mijn schoonvader Arthur noemde.
Dat Arthur in zijn gedachten en hart is, is voor mij niet altijd duidelijk. Inmiddels weet ik wel dat Arthur ook daar voortleeft, maar er wordt amper over hem gesproken. En nu noemde hij hem. Voor mij uit het niets. Het deed me veel. Zoals mijn hart altijd een sprongetje maakt als ik zijn naam hoor.
Arthurs naam werd genoemd omdat mijn schoonvader hem wilde noteren in de stamboom van de familie. Samen met onze kinderen die na Arthur zijn geboren. Of wij daarmee akkoord waren was zijn vraag. Of wij akkoord waren? Natuurlijk! Vanzelfsprekend hoort hij erbij. Hij mag zichtbaar zijn in al zijn onzichtbare aanwezigheid.
Toen we de stamboom bekeken viel mijn oog al snel op het echtpaar Egbert en Gerritje. Zij leefden in de tweede helft van de negentiende eeuw en het begin van de twintigste eeuw. In een periode van zeventien jaar hebben zij dertien kinderen mogen krijgen waarvan er vijf stil geboren zijn of heel jong zijn overleden. Kinderen die na de overleden kinderen geboren zijn, krijgen dezelfde naam. Was dat om ze op de een of andere manier toch voort te laten leven? Het idee komt ineens in me op en ik vind het wel een mooie gedachte.
Het raakt me enorm om het zo zwart op wit te zien staan. Zoveel kinderen die vrij snel na elkaar zijn geboren en dan daarvan vijf kinderen kwijt te moeten raken. Zelf weet ik de intense pijn van een kindje moeten missen en toch gaat dit mijn voorstellingsvermogen te boven. Mijn moederhart huilt voor ze. Hoe kun je nog voortleven na zoveel verdriet? Hoe kun je elke keer de moed opbrengen om weer een nieuwe zwangerschap aan te durven? Hoe moet hun leven zijn geweest? We kunnen het niet meer aan ze vragen, de vragen zullen voor altijd vragen blijven.
En natuurlijk, de tijden waren toen nog anders. De dood -en zeker ook kindersterfte- kwam vaker voor en hoorde daardoor meer bij het leven. Toch ben ik ervan overtuigd dat er ook intens verdriet geweest moet zijn. Misschien mocht het niet zo aan de oppervlakte zijn. Hoe vaak lees je niet dat overleden kinderen maar vergeten moesten worden, alsof er niets gebeurd was. Ik ben oprecht dankbaar dat dit tegenwoordig toch anders mag zijn.
Hoe bijzonder is het dan dat ze toch genoemd mogen worden in de stamboom. Onderdeel van de geschiedenis van de familie. Ze hebben bestaan en verdienen hun plaats binnen de familie.
Over een paar generaties wordt de stamboom misschien nog steeds bijgehouden. Hoe bijzonder is het dat iemand generaties later ook kan zien dat Arthur zijn plek in de familie had. Samen met alle andere baby’s die ter wereld kwamen, maar die niet mochten blijven. Voor altijd, als onderdeel van onze familie, in liefdevolle herinnering.
Noem mijn naam en ik besta: Egbert, Jannetje, Jan, Janna, Jan en Arthur.
Geboren om nooit te vergeten en in liefde te herinneren.
Een groot zwart gat
2022
Mijn skischoenen knellen. Ze doen me pijn, net als mijn bovenbenen. Zes dagen skiën met pijnlijke skischoenen, waarom doe ik mijzelf dit elk jaar weer aan? Waarom koop ik geen nieuwe?
Ik plaats de ladder zorgvuldig voor de vliering. Lif staat beneden om alles aan te pakken. Eerst Niels zijn ski’s, mijn ski’s en dan mijn schoenen. Ik lig languit op de vliering, zodat Lif er goed bij kan. Ik pak de volgende tas met schoenen, die moeten van Niels zijn. Ik herken de tas niet. Toch maar even kijken. Bijna nieuwe schoenen kijken me aan. “Wat raar,” zeg ik tegen Lif. “Papa heeft schoenen met bloemetjes erop.” We lachen er samen hard om. Ik ga weer liggen en geef ze aan. In mijn hoofd kan ik de schoenen maar niet loslaten. Wanneer heeft Niels deze gekocht dan? Hoezo bloementjes erop? Hebben we schoenen van iemand anders meegenomen? Ik snap er niets van. Rustig kijk ik om mij heen. Ik zie nog een tas met schoenen. Deze zijn van Niels. Ik snap er nu echt niets meer van. Hoe komen we toch aan deze schoenen?
2011
Op advies van de verloskundige gaan we samen op vakantie, een actieve vakantie om echt even samen te zijn en naast ons verdriet ook onze spieren te voelen. Fiene is 4 maanden geleden geboren en overleden. Samen op een actieve vakantie, ze zal er wel verstand van hebben. We kijken op internet en het wordt een skivakantie naar Italië.
Mijn voeten doen zo’n pijn van mijn schoenen. Het uitzicht, het samenzijn doet veel goeds… alleen mijn voeten. Thuis aangekomen en met de volgende skivakantie in het zicht rijden we samen naar een skiwinkel om nieuwe schoenen te kopen. Ze zitten heerlijk! Warm, knellen niet en zijn nog mooi ook.
2020
Na negen jaar geen skivakantie gaan we met zijn vijven naar Oostenrijk. Het is er heerlijk, alleen… mijn skischoenen knellen. Ze doen me pijn, net als mijn bovenbenen. Zes dagen skiën met pijnlijke skischoenen, waarom doe ik mijzelf dit elk jaar weer aan? Waarom koop ik geen nieuwe? Ik ga voor de volgende skivakantie echt nieuwe kopen.
2022
Daar staan ze dan, mijn nieuwe skischoenen, die ik vijf maanden na Fiene heb gekocht. Beetje bij beetje komt de herinnering weer terug. Het zijn hapsnap-herinneringen, met veel zwarte gaten…heel veel zwarte gaten. De eerste minuten, dagen, weken en maanden na Fiene kan ik mij vaag herinneren. Net als van mijn skischoenen, weet ik weinig van die tijd. De schaamte en schuld zijn soms pijnlijk voelbaar. Mensen die verhuisd zijn in die periode. Zijn jullie toen verhuisd? Hebben we niet eens geholpen? Waarom heb je dat nooit gezegd? Mensen zeiden het wel, maar binnen kwam het niet. Mijn hoofd en hart zaten vol pijn, verdriet en gemis.
Dit jaar ski ik weer met mijn nieuwe-oude-Fiene-skischoenen.
Juliëtte zal nooit verjaren, het is haar geboortedag, haar jaardag
Ik kijk rond op websites die herinneringscadeautjes verkopen. Ik zoek en ik zoek want ik wil per se iets kopen voor jouw verjaardag.
Stom.. ik hoor mijzelf weer ‘verjaardag’ zeggen. Ik hoor mijzelf in mijn hoofd zeggen dat ik ermee op moeten houden: Juliëtte zal nooit verjaren. Het is haar geboortedag, haar ‘jaardag’.
Het lukt niet. Ik had haar verjaardag zo graag willen vieren, maar ik sta op 3 mei opnieuw met lege handen. Zonder mijn vrolijke, dan zevenjarige dochter.
Geen blij koppie bij het opstaan, geen zenuwen voor het cadeau. Nee, we weten niet eens wat jouw lievelingskleur of lievelingseten zou zijn geweest. Alles is altijd maar gissen.
Ik klap mijn laptop dicht. Ik voel mij boos en verdrietig. Wat had ik gewild dat het leven er anders uit had gezien. Wat had ik gewild dat je niet dood was gegaan, was je nog maar gewoon hier bij mij.
Ik denk terug aan de tijd dat we alleen nog maar wisten dat er iets mis was. Wat hoopte ik dat het niet zo ernstig was en dat het echt alleen de opstartproblemen waren, maar diep in mijn hart wist ik allang dat ik weer afscheid van je moest nemen. Maar dat afscheid kwam veel en veel te snel.
Zeven jaar. Zeven jaar lijkt zo lang, maar is zo kort. Ik zie je nog voor mij als ik mijn ogen sluit. Ik voel je, ik zie mijzelf over je neusje aaien, ik praat tegen je. Tot ik mijn ogen opendoe en alles weer weg is.
Ik moet plannen maken voor jouw jaardag. Ik moet mijzelf vermannen voor je zussen en broertje. Het lijkt of een stem in mijn hoofd zegt dat ik een keuze heb. De keuze om dit zwarte gemis mijn leven te laten overheersen en de keuze om mij te laten omarmen in het roze van jouw liefde. Ik hoop dat die stem in mijn hoofd mijn lieve Juliëtte is, die mij influistert om door te gaan. Met dat idee, mijn lieve Juliëtte, zal ik jou op 3 mei vieren. Jouw liefde, jouw leven en alles wat je mij brengt en hebt gebracht, want ondanks het gemis is het geschenk van jou in ons leven mogen hebben duizenden malen groter.
Wanneer rouw om de hoek komt kijken
Binnenkort mag mijn bijna-kleuter naar de basisschool. Ik zie dat hij er klaar voor is, dat hij meer uitdaging goed kan gebruiken. Hij vraagt ook vaak of hij al naar ‘de grote school’ gaat. “Ga ik vandaag naar juffie A.?” vraagt hij dan. “Bijna lieverd, vandaag ga je nog naar juffie J. en juffie L.” is mijn antwoord dan en ik laat hem dan op de kalender zien wanneer hij wél naar zijn nieuwe juffie gaat.
De afgelopen weken voel ik alleen echt een soort weerstand voor het basisschoolavontuur van de bijna-kleuter. Het schuurt en knelt, het voelt ‘effe niet zo lekker’ maar ik kon niet echt bij het gevoel en wist dus ook niet goed waar het vandaan kwam. Tot ik vanochtend, na een minder goede nacht, langs de urn van Ivy liep. Een verdrietig gevoel overviel me en alle stukjes vielen op z’n plek. Ineens kwam er een stukje rouw om de hoek kijken en besefte ik maar weer eens dat er veel meer is dan enkel de liefde die ik voel voor onze prachtige Ivy.
Ik kan me ineens herinneren dat ik het ook al zo lastig vond toen de bijna-peuter naar de peuterspeelzaal ging. Toen voelde ik ook een verdrietig gevoel dat ik maar slecht kon plaatsen. Twee jaar geleden dacht ik nog dat het angst was, angst om de zorg voor hem een paar uur per week uit handen te geven. Maar het is dus rouw, keiharde rouw. Ineens is er verdriet dat verser voelt dan het verdriet dat er al zat. Het is verdriet om de herinneringen die ik niet met Ivy kan maken. Zij ging niet voor het eerst naar de peuterspeelzaal of de basisschool.
De bijna-kleuter en peuter groeien op, ze worden groter, leren meer, kunnen meer. Ze zetten stappen. Hun wereld is steeds een stukje groter, er is ruimte voor nieuwe avonturen en lessen. Terwijl hun wereld zich verder opent, voelt het heel sterk alsof ik wat meer naar binnen moet en wat aan mezelf moet werken. Ik dacht dat ik alles rondom Ivy’s overlijden een plekje had gegeven, maar nu blijkt dat je steeds meer plekjes moet vinden voor het verse verdriet en de rouw die soms gewoon opduikt.
Uitgebreid en onbezonnen mijn verjaardag vieren is er niet meer bij
HOERA! Voor mij. Vijfendertig lentes jong en nog geen spoortje van ouderdom te zien. Nou ja… dat hoop ik tenminste. Al weet ik diep van binnen wel dat die kraaienpootjes en die ene grijze haar er toch echt wel zijn.
Jarig zijn is fantastisch! Lekker ontbijt op bed (denk hierbij ook aan de hagelslag op de vers afgebakken broodjes die uiteindelijk in bed terecht komt), mooie tekeningen, cadeautjes en lieve woorden. Een dag vol mooie momentjes en verrassingen van mijn lieve man en kids.
Het is natuurlijk heel fijn dat ik vijfendertig mag worden. Het is niet iedereen gegeven en daar ben ik me enorm bewust van. Maar eerlijk is eerlijk… jarig zijn is al vier jaar niet meer wat het daarvoor ooit was. Uitgebreid en onbezonnen mijn verjaardag vieren is er niet meer bij, want met ieder jaar dat ik ouder word, raak ik verder weg van de herinneringen en momenten met Mees.
Terug naar mijn eenendertigste verjaardag. Mijn eerste verjaardag zonder Mees. De visite kwam binnen en feliciteerde mij. Ze hadden cadeautjes mee en waren in een feeststemming.Er hingen slingers en ik was echt voornemens om er een feest van te maken. Mijn nieuwe motto was immers ‘vieren wat je kan vieren’. Toch vond ik het lastig om mee te gaan in het feestgevoel. Mijn zoontje was er niet meer… Hoe kon ik dan mijn leven vieren? Dit was mijn eerste verjaardag als mama van twee kinderen en ik kon het maar met één kind vieren. Toch zette ik mijn beste beentje voor en vierde zo goed en kwaad als het ging mijn verjaardag.
Sinds die eenendertigste verjaardag voelde mijn verjaardag anders. Incompleet. Misschien zelfs wel zinloos. Hoezo iets vieren… Met ieder jaar wat ik ouder werd, ging mijn kind voor mijn gevoel verder bij mij vandaan.
En dat heb ik nu nog steeds. Inmiddels ben ik mama van drie kinderen, maar ook op deze vijfendertigste verjaardag mist er een kind. Een zoon, mijn zoon. Maar er zijn nog twee kinderen en daarvoor ga ik door. Het leven moet weer leuk zijn en dat is het ook. Er zijn echt weer mooie momenten en dat is iets om te koesteren. Maar in de afgelopen vier jaar ben ik denk ik wel behoorlijk ouder geworden. Eerlijk gezegd durf ik de foto’s van toen en nu niet naast elkaar te leggen, want ik denk dat er best een groot verschil is. De afgelopen vier jaar zijn ongetwijfeld terug te zien in mijn gezicht. Maar ergens mag dat er ook zijn! Het leven maakt mij tot wie ik ben en hoe ik eruit zie.
Het is een mooi moment van besef, zo in de vroege ochtend, maar naast gemis zijn er dus ook twee lieve kinderen die niet kunnen wachten om de verjaardag van hun mama te vieren! Die liefde is zo voelbaar en mooi! Dus kom maar op met de feestvreugde en het ontbijt op bed. Kom maar op met die afgebakken broodjes met hagelslag, want ik ben er klaar voor. HOERA, er… is er één jarig…
Mama van een sterretje
Hoe dichter bij mei ik weer kom, hoe moeilijker het wordt.
Het is altijd zo ontzettend pijnlijk op de momenten dat ik besef dat het leven gewoonweg doorgaat, terwijl ik het liefst de tijd had stilgezet. De zussen van Juliëtte kunnen goed skiën en ook in mei moet er getraind worden.
Dit jaar valt voor het eerst de training samen met de jaardag van Juliëtte. Ik probeer honderdduizend bochten te verzinnen hoe ik het iedereen naar zijn zin kan maken. Hoe ik ervoor kan zorgen dat ons lieve meisje niet vergeten wordt en hoe ik toch ook tegemoet kan komen aan de wens van haar zussen om te trainen. Het is zo ontzettend druk in mijn hoofd.
We maken plannen, maar eigenlijk voelt alles wat ik doe moeizaam. Het is kiezen, want met het hele gezin naar Oostenrijk om te trainen gaat niet in de meivakantie. Hoe dan ook, we moeten opsplitsen. Al eerder namen we de beslissing dat we met familie en vrienden op haar sterfdag bij elkaar zullen komen. Dit ligt ook dichter bij de verjaardag van het kleine zusje van Juliëtte, maar toch… ga ik er nu allemaal niet te makkelijk aan voorbij?
Eigenlijk is het enige dat ik wil doen gewoon kei- en keihard gillen. Gillen dat het oneerlijk is dat ze niet meer hier is, gillen dat ze niet dood had mogen gaan, gillen dat ik haar zo ontzettend mis. Voor de miljoenste keer kijk ik naar de foto’s, zet ik een van de weinige filmpjes op die ik van haar heb. Waarom heb ik niet meer filmpjes gemaakt, waarom niet nog meer foto’s?
Maar nee, op dat moment was ik alleen bezig met jou. Jou knuffelen, jou aanraken voor zolang dat kon. Wat mis ik mijn kleine lieve meisje toch erg. Wat voel ik me toch incompleet. Ik ben hier, maar toch ook niet.
Bijna zeven jaar verder. Nog altijd geen idee hoe je dit verdriet met je meedraagt. Zeven jaar langs de wanhoop van het blijven zoeken naar jou.
Brief aan Fem
Lieve Fem,
Je bent grote zus geworden! Op 7 februari is je broertje Raf geboren.
De eerste weken met hem zijn voorbij gevlogen. We genieten enorm van hem, vinden het heerlijk om met Raf te knuffelen en kunnen uren naar hem kijken. Wat ben ik blij dat ik zo intens geniet van deze bijzondere periode. Dat ik ervan kan genieten komt ook door jou, lieve Fem. Vanaf het begin ben je erbij, in onze gedachten, maar ook anders…
Hoe jij er ook bij bent? Raf draagt de kleertjes die we voor jou hadden uitgezocht. Hoe fijn vind ik het, dat ze nu toch gedragen kunnen worden. Op zijn kamer staat de knuffel van Nijntje die we voor jou kochten naast de Nijntje die we voor Raf hebben gekocht. Raf ligt in het bedje, de box en de wandelwagen die we al in huis hadden voor jouw komst. De box staat in de woonkamer, onder jouw plekje, daar waar iedere dag het kaarsje bij jouw urn brandt. Zo zijn jullie toch ook dicht bij elkaar. Wat voelt het fijn dat ik jullie zo toch samen kan brengen.
Ook hebben we vorige week een fotoshoot gedaan met Raf. Hier zijn foto’s gemaakt van Raf met jouw knuffeltje (het knuffeltje met jouw geboortegewicht en jouw kleertjes erin verwerkt). Die foto’s zijn me zo dierbaar. Ik ben er trots op: broer en zus samen op een foto. Het raakt me enorm dat we dat op deze manier toch enigszins tastbaar en zichtbaar kunnen maken.
Jouw naam wordt nog steeds iedere, iedere dag genoemd en weet dat we dit blijven doen. Je wordt gemist, nu we je broertje in onze armen hebben nog veel meer. Maar weet dat je erbij hoort en altijd zal blijven horen. En ik weet dan ook zeker dat je trots bent op je broertje.
Heel veel liefs van je moeder.
Lieve Boris, we missen je iedere dag een beetje meer
Lieve Neva
Lieve Neva,
3 jaar…waar ik in die drie jaar nooit heb gedacht “wat als” of “hoe zou jij …?”, heb ik de laatste maanden vragen die door mijn hoofd schieten. Misschien komt het doordat ik sinds een paar weken een lief levend meisje in mijn armen heb. Een meisje met veel donker haar, net als jij.
Met lange vingers, net als jij.
Is haar lachje net als het jouwe zou zijn geweest? Zouden jouw ogen ook amandelvormig zijn? En net zo helder?
3 jaar … met zonder jou. Laatst heb ik voor het eerst je broertje echt verteld over jou. Verteld dat jouw voetafdruk aan een kettinkje om mijn nek hangt. Verteld bij jouw foto, dat jij zijn grote zus bent. Verteld dat jij dood bent.
3 jaar … Jouw “bestaan” krijgt steeds meer vorm in je fysieke afwezigheid. Het gemis wordt niet minder, het leven eromheen steeds voller en groter.
Wat voelde ik je duidelijk bij de geboorte van je kleine zusje. In me, op me, om me heen. Zo dichtbij. Wat was dat fijn, het gaf me kracht, de kracht die ik nodig had om je zusje geboren te laten worden. Het gaf vertrouwen. Het bracht ook veel tranen en veel gemis. Veel herinneringen aan toen, 3 jaar geleden in kamer 28.
3 jaar… zo kort geleden dat je uit mijn buik kwam, zonder huil, zonder bewegingen. Ik zag het niet, je was het mooiste meisje, zo mooi. En nu zie ik hoe levenloos je lijfje was. Maar je ziel leeft door. In ons gezin, in onze harten.
3 jaar gemis, 3 jaar pijn, 3 jaar liefde, 3 jaar met zonder jou. De liefde is grenzeloos, de liefde is tijdloos, de liefde is wat ons verbindt.
Voor altijd verbonden,
Je liefhebbende mama