Het is de stilte in mij die er soms uit lijkt te barsten. Een moment dat ik wil schreeuwen, huilen en stampvoeten. De stilte lijkt dat te willen, maar ik wil dat niet. Die stilte rondom Mees is van mij. Of eigenlijk van ons samen. In die stille momentjes zijn we samen één, zoals een moeder en een kind samen één zouden moeten zijn. Dat gevoel, dat wil ik dan even in mezelf en in stilte vasthouden. Het is me zo dierbaar. Het is mijn kind. En zo samen in die stilte word ik geraakt. Geraakt door liefde en verdriet tegelijkertijd. 

Vandaag is het 1 november. De dag dat zes jaar geleden onze lieve en mooie Mees werd geboren. Ik weet dat moment nog goed.

Ineens waren er weeën. Ze waren heftig en het voelde alsof de baby er al bijna was. De verloskundige keek en bevestigde dat onze baby inderdaad snel geboren zou worden. Ik was overweldigd doordat het allemaal zo snel ging. Tien minuten geleden was er nog geen sprake van weeën of dat onze baby zou komen. Maar nu was hij er bijna. Een moment van opperste concentratie volgde. Nog één keer alles op alles zetten en dan zouden we onze baby ontmoeten.

Ik voelde de warmte langs mijn benen. Er werd aan mijn shirt getrokken en onze baby werd op mijn blote buik gelegd. Onze baby die daar op dat moment zijn naam kreeg. Mees. 

Samen met mijn man keek ik, voelde ik. Onze baby. Onze kleine man. Hij was zo ziek. Ik voelde zijn ademhaling. Hij was er nog en hij lag bij ons. Iedereen had inmiddels zachtjes de kamer verlaten. We waren heel even alleen met z’n drieën. Wij drieën in stilte. Mees op mijn buik. Huid op huid. Mijn mannetje lag daar in stilte. Ik lag daar. In stilte. 

Als ik nu op deze 1 november terugdenk aan dat moment, dan voel ik weer die rust en dan is er weer die stilte. Maar diep van binnen wil ik die stilte uitschreeuwen. Het komt ineens opzetten, zoals ook die weeën toen deden. Mijn kind, mijn Mees is er niet meer en ik mis hem! En toch doe ik dat niet. Ik pak mijn eigen stille moment. In stilte praat ik tegen Mees. Ik vertel hem dat ik van hem hou en zijn trotse mama ben. Dat zijn broertje, zijn grote zus, zijn papa en ik hem allemaal missen. Ook vertel ik hem dat we er ondanks het gemis een mooie dag van maken. Een dag voor hem. Een dag met ballonnen, taart en een uitstapje. Ik fluister hem toe dat ik hoop dat hij daarboven zijn ballonnen ontvangt. 

Het is eventjes mijn momentje. Een heel kort momentje. Met mijn ogen dicht. Ik voel weer wat ik toen, zes jaar geleden, voelde. Dat warme gevoel vol liefde en verdriet tegelijkertijd. En dat raakt me. Weer even in gedachten samenzijn met mijn lieve Mees. In stilte.