Overleden in de buik

Wat een mooie dag had moeten worden, verandert plotsklaps in een zwarte dag. Het overlijden van de baby zorgt bij de ouders voor een radicale ommekeer in hun leven. Het is de taak en de verantwoording van jou als zorgverlener deze dag een 'lichtgrijs randje' te geven. Ondanks het verdriet en de pijn die de geboorte met zich meebrengt, moet het een dag worden waarop door de ouders toch met warmte kan worden teruggekeken. Zorg voor zoveel mogelijk momenten van herinneringen, liefst tastbaar. De juiste woorden en de juiste handelingen van jou als zorgverlener geven positieve emoties en zijn – zeker later – zeer waardevolle herinneringen.

Inleiden van de bevalling

Het plannen van een inleiding is niet de gemakkelijkste opgave. Veel ouders willen de inleiding van de geboorte van hun kind direct starten of ten minste op de volgende dag. Deze reactie is zeer begrijpelijk maar het is vaak niet de beste optie. Respecteer de eerste reactie van de ouders en begrijp deze vanuit je hart. Leg vervolgens uit dat het voor de moeder niet gevaarlijk is om een aantal dagen te wachten met inleiden (extreme situaties uitgezonderd). Bespreek wat de ouders in de periode tot de inleiding allemaal kunnen doen en beslissen. De verschillende brochures van Stille Levens kunnen daarbij helpen. Geef aan dat vrijwel alle ouders meteen willen inleiden en dat het overgrote deel de periode van wachten later juist als heel waardevol heeft ervaren.

Het starten van de medicatie is voor de ouders en voor de moeder in het bijzonder, een emotioneel en vaak zeer pijnlijk moment. Het voelt als de start van een onomkeerbaar proces: het niet willen loslaten, het bevallen van de dood. Een proces waaraan de ouders niet hadden willen deelnemen. Neem de tijd voor het starten van de medicatie en benoem de moeilijkheid hiervan. Communiceer helder hoe het medicatie-schema eruit ziet, vertel de mogelijke reacties en bespreek (opnieuw) in een vroeg stadium de mogelijkheden voor pijnstilling.

Pijnstilling

Bij het toedienen van pijnstilling zijn twee uitgangspunten belangrijk: de pijn moet goed onder controle te krijgen zijn én het bewustzijn van de moeder moet niet worden onderdrukt. Kijk kritisch of aan deze voorwaarden wordt voldaan én of dit 24/7 mogelijk is. Uiteraard beslissen de ouders zelf of pijnstilling wel of geen optie is. Als zorgverlener ben je verantwoordelijk voor goede voorlichting. Weeën zijn overduidelijk anders dan bij een normale inleiding en het hebben van veel pijn staat in de weg van het primaire doel: de geboorte toch in te vullen met warme -voor de toekomst belangrijke- herinneringen. Ook voor de partner is dit van belang.

De eerste kennismaking

Bij de meeste bevallingen is duidelijk wanneer het laatste deel van de ontsluiting is aangebroken en de uitdrijving nabij is. Laat ouders in deze fase niet alleen. Blijf eventueel op de achtergrond aanwezig en start de uitdrijving wanneer de moeder er aan toe is. Ook bij de snelheid van uitdrijven is de moeder de persoon die het tempo bepaalt. Sommige moeders willen dat deze fase zo snel mogelijk achter de rug is. Anderen zien juist erg op tegen het moment waarop de baby geboren wordt en willen dit moment uitstellen. Gevoelsmatig is de baby voor de moeder in de buik nog veilig en het onvermijdelijke loslaten kan soms voor angst en paniek zorgen bij de moeder. Beweeg mee met de wens van de moeder (indien medisch geoorloofd) en forceer niets. Er is immers geen haast.

Als de baby geboren wordt, handel dan niet afwijkend van een situatie van een levende baby. Laat de baby rustig geboren worden, droog hem voorzichtig af en zorg voor een schone droge ondergrond, dicht bij de moeder. Als de moeder heeft aangegeven dat het haar voorkeur heeft om haar baby direct op de buik te hebben, leg de baby dan meteen bij de moeder. Veel moeders hebben tijd nodig voor dit proces. Neem dus de tijd hiervoor. Navel de baby rustig af. Bij hele kleine baby’s kan dit behalve met een navelklem ook met een stukje hechtdraad. Geef de partner de mogelijkheid de navelstreng door te knippen en vraag of er een foto van gemaakt mag worden. Behandel de baby met gevoel en respect. Praat tegen de baby, raak de baby aan en zeg eventueel hardop wat je waarneemt: mooie handjes, grote voeten, veel haar. Wikkel de baby gedeeltelijk in een hydrofiele doek. Deze is het meest geschikt bij de kwetsbare huid van een baby die in de buik is overleden. Houd het hoofd en handjes van de baby zichtbaar.

Het overgrote deel van de ouders heeft op dit moment al een glimp van hun baby opgevangen of laten merken (met woorden of met gebaren als opstaan of zich oprichten) dat ze hun baby willen zien. Controleer of je de signalen goed hebt geïnterpreteerd en til de baby voorzichtig op zodat de ouders hem kunnen zien. Geef de ouders tijd voor dit kennismakingsmoment. Let goed op non-verbale signalen en probeer aan te voelen wanneer ouders toe zijn aan de volgende stap: de baby dichterbij houden, de baby zelf vasthouden, de baby op de buik hebben. Soms sluit dit moment aan op het zien van de baby, soms gaan er minuten of langer overheen. Gebruik alle aanknopingspunten maar forceer niets.

Sommige ouders staan niet open voor een gesprek over zaken die geregeld kunnen of moeten worden na de geboorte. Het enige belangrijke op dat moment is dat de ouders worden voorbereid op het uiterlijk van hun baby. Dat de kleur van de huid er anders uit kan zien.

Laat ouders in alle rust kennismaken met hun baby. Geef ruimte voor emoties en hun observaties (lange vingers, mooie voetjes, rustige uitstraling, herkenning van kenmerken van vader of moeder, de afwijking als die te zien is, enzovoort) en beantwoord zoveel mogelijk de vragen die ze stellen.

Zodra de eerste kennismaking goed is verlopen en de baby een tijdje bij een van de ouders ligt, is het moment aangebroken de ouders wat privacy te geven. Dit kan uiteraard alleen als de medische situatie van de moeder dit toelaat. De uitdrijving van de placenta kan wachten indien de moeder niet vloeit.

Raad ouders aan om tijd door te brengen met hun baby. Dat wordt door ouders als prettig ervaren. Ouders hebben met een onverwachte en onwezenlijke situatie te maken en zijn vaak nog in shock.

Overhaast de ouders niet om over een uitvaart te beginnen. Er is tijd genoeg om alles hiervoor te regelen.

Stimuleer de ouders om ook de andere kinderen in het gezin, grootouders en naaste familie te betrekken. Hierdoor wordt de nieuwe werkelijkheid van ouders in brede kring ervaren.

Zie ook Stille Levens brochure - Kinderen ondersteunen na verlies van je baby.

Kijk zelf regelmatig bij de baby. Raak deze af en toe nog aan, praat ertegen en zeg vriendelijke woorden. De baby maakt onderdeel uit van het gezin, precies zoals een levende baby dat ook zou doen.

Niet vasthouden, wel zien

De kennismaking verloopt zoals zojuist beschreven met het verschil dat de baby in de handen/armen van de arts/verloskundige/verpleegkundige blijft. Geef de ouders ruim de tijd om naar hun baby te kijken. Misschien willen ze wel een handje aanraken. Help hen door te observeren, zodat de beelden worden opgeslagen in hun geheugen. Dit is van onschatbare waarde. Laat de ouders zelf het einde van deze kennismaking bepalen. Zorg voor een mandje op de kamer met doek of dekentje, leg de baby mooi in het mandje en dek zorgvuldig toe met de doek (laat het hoofdje en de handjes zichtbaar). Overleg met de ouders of de baby op bed mag blijven staan of liever ergens anders in de kamer komt te staan. Biedt niet zelf aan de baby van de kamer weg te halen. Indien ouders zelf deze wens hebben geuit en daarin persisteren, respecteer dan deze wens.

Niet vasthouden, niet zien

Het is mogelijk dat de ouders volharden in het niet willen zien van de baby. Respecteer deze keuze én laat wel zien dat de baby onderdeel is van het gezin. Handel zoveel mogelijk volgens het voorgaande. Haal de baby niet krampachtig snel weg en dek deze niet helemaal af. Droog rustig af, neem de tijd voor afnavelen en behandel de baby als mens. Laat de baby in de kamer op een plaats waar de ouders wel het mandje, maar niet hun baby kunnen zien. Gun ook deze ouders de nabijheid van hun overleden baby. Zorgverleners die het lukt op deze manier om te gaan met een overleden baby komen zelden tot nooit tegen dat ouders aangeven dat de baby meteen van de kamer gehaald moet worden.

Een van de ouders wil de baby niet zien

Dit lijkt een gecompliceerde situatie, maar valt in de praktijk meestal heel erg mee. Respecteer de wens van beide ouders en help beide ouders afzonderlijk met het uitvoeren van hun wens. Afhankelijk van welke ouder de baby wel of niet wil zien, vergt dit soms enig improvisatievermogen. De ouder die de baby niet wil zien, vindt het vaak prima om te zien dat zijn of haar partner wel kennis maakt met de baby.

 

Obductie

Het is niet gemakkelijk om het gesprek over obductie aan te gaan. Geef ouders geen valse hoop dat een obductie antwoord geeft op alle vragen, en met name op de belangrijkste vraag: waaraan is de baby overleden? Toch kan het vaststellen dat er geen afwijkingen of bijzonderheden zijn van onschatbare waarde zijn, met name voor de toekomst. Ook als er sprake is van eerder ontdekte aangeboren afwijkingen, kan een obductie waardevol zijn. Het bevestigen van de afwijking en het aantonen of het afwezig zijn van eventuele andere afwijkingen, is essentiele informatie voor later. Wijs ouders op de Stille Levens brochure Onderzoek na het overlijden van je baby 

Ouders feliciteren

De vraag of je de ouders in deze situatie feliciteert, is niet eenduidig te beantwoorden. Zorgverleners die een manier hebben gevonden om dit te doen, horen vaak terug hoe waardevol het voor ouders is dat zij ook gefeliciteerd werden. Ouders voelen naast groot verdriet vaak ook veel trots. Ouders erkennen in hun trots kan heftige emoties losmaken. Een mogelijkheid kan zijn om de ouders te feliciteren met de geboorte van hun baby en de naam te noemen; de baby waarnaar zij zo uit hadden gekeken en voor wie zij niet kunnen zorgen. En daarna te condoleren waarbij je weer de naam noemt. Juist het noemen van de naam is een erkenning van het bestaan van het overleden kind. Oprechtheid en empathie zijn een absolute voorwaarde. Bij twijfel geldt: niet doen.

Schuldgevoel

Schuldvragen zijn lastig te begeleiden. Ouders voelen zich vaak onterecht schuldig. Het uitspreken van schuldgevoelens werkt op zich niet bevrijdend, ook omdat er voordelen zitten aan het vasthouden aan schuldgevoelens. Schuld is beter te verdragen dan machteloosheid of angst. Stimuleer de ouders om hun gevoelens wel te uiten als blijkt dat zij zich schuldig voelen.

Het helpt daarbij om te benoemen waar andere ouders last van hebben. Ouders ervaren zo herkenning en erkenning. Het stellen van vragen en het helpen zoeken naar antwoorden helpt ouders. Juist het stellen van vragen – ook al zijn er niet altijd antwoorden - is belangrijk. Vragen die niet gesteld mogen worden, kunnen werken als een veenbrand die blijft smeulen en niet gedoofd wordt. Soms is er ruimte om uitleg te geven aan de reden waarom ouders zich schuldig voelen. Niet alleen het gevoel van falend ouderschap, maar juist ook het benadrukken dat dit hoort bij het ouderschap: je had je kind willen beschermen. Het schuldgevoel kan alleen worden weggenomen door diegene die zelf het schuldgevoel heeft. Leg uit dat er een verschil is tussen schuldig voelen en schuldig zijn.

Vermijdbaar en verwijtbaar

Dit is een zeer moeilijke situatie voor zowel de ouders als de zorgverleners. Hoe moeilijk het ook kan zijn, creëer een open houding en hanteer een open communicatie. Geef ouders de ruimte hun woede te uiten, vragen te stellen en hun twijfels met je te delen. Leg zo zuiver mogelijk uit wat er is gebeurd zonder jezelf of het team te verdedigen. Maak aan de ouders duidelijk dat het team kritisch gaat onderzoeken wat er is gebeurd en stel vast dat je de conclusie van dit onderzoek met de ouders gaat delen. Zonder de schuldvraag bij iemand neer te leggen is een spijtbetuiging altijd op zijn plaats. Het is gegaan zoals het is gegaan, met de verdrietige afloop als resultaat. Voor veel ouders doen deze woorden goed. Wijs ouders op meer informatie over een klacht indienen via de Patiëntenfederatie.

Schakel medisch maatschappelijk werk of een psycholoog in voor de ouders. Dit behoort tot de basiszorg in deze situatie. Het verlies, het verdriet en de rouw moeten naast de woede voldoende ruimte en aandacht krijgen.

Zorg voor de zorgverlener

Het overlijden van een baby komt ook bij alle zorgverleners hard aan. Als er (mogelijk) sprake is van verwijtbaar handelen, komt de schuldvraag en het schuldgevoel daar bovenop. Ook de angst voor een tuchtzaak heeft een enorme impact op de zorgverlener en is van invloed op zijn gedrag naar de ouders en naar andere patiënten. De ervaring leert dat een open houding juist een tuchtzaak kan voorkomen. Laat indien enigszins mogelijk, de dienst overnemen door een collega en zorg voor collegiale ondersteuning.