Babysterfte

Elke dag overlijden in ons land 3 á 4 kinderen rond de geboorte. Op jaarbasis is dat met bijna 1.300 baby’s die overlijden een aanzienlijk aantal. Dat getal kan en moet naar beneden. Daarvoor maakt Stille Levens zich sterk en helpen we ouders en zorgverleners de perinatale zorg te verbeteren. Onder andere door informatie te geven en onderzoek te stimuleren.

Hoe vaak komt babysterfte voor in Nederland?

Babysterfte rond de geboorte heet in de geboortezorg perinatale sterfte. Babysterfte wordt binnen de geboortezorg onderverdeeld in doodgeboorte vanaf een zwangerschapsduur van 22 weken (foetale sterfte) en sterfte tot 28 dagen na de geboorte (neonatale sterfte).

Volgens de meest recente cijfers, uit 2021, overleden er 1.323 baby’s (7,6 per 1000 geboorten) vóór, tijdens of in de eerste 28 dagen na de geboorte na een zwangerschapsduur van 22 weken of meer. De meeste baby’s overlijden bij een zeer vroege geboorte tussen de 22ste en 28ste week van de zwangerschap. 

In 2021 werden 865 kinderen doodgeboren na een zwangerschap van 22 weken of meer (5 per 1.000 levend- en doodgeborenen). In de eerste 28 dagen na de geboorte overleden 458 kinderen, ofwel 2,6 per 1.000 levendgeborenen (neonatale sterfte). Perined stelt jaarlijks deze overzichten op en gebruikt daarvoor de data die verloskundigen, gynaecologen en kinderartsen aanleveren. Vanwege technische problemen is er over het jaar 2021 waarschijnlijk onderregistratie.

Doodsoorzaak onbekend
Bij ongeveer één op de drie doodgeboren kinderen is de exacte oorzaak onduidelijk en wordt de doodsoorzaak  als ‘onbekend’ geregistreerd. Er is nog steeds heel veel onbekend over de oorzaken van doodgeboorte.

Na een periode met een dalende perinatale sterfte is de sterfte nu afgevlakt.

Over de hele periode van 2000 tot en met 2021 is de perinatale sterfte vanaf 22 weken tot en met 28 dagen na de geboorte met ruim 35% afgenomen van 11,8 per 1.000 baby’s in 2000 naar 7,6 per 1.000 in 2021. Door een aantal maatregelen is de sterfte in de periode 2008-2015 sterk gedaald. Voorbeelden van die maatregelen zijn:

In de periode 2015-2020 vlakte de daling echter af. Opvallend is de stijging van de sterfte onder kinderen die geboren zijn tussen de 24 en 32 weken. In 2020 heeft het RIVM onderzocht of deze stagnatie te verklaren is. In het rapport wordt een aantal mogelijke oorzaken genoemd. Het rookgedrag onder met name aanstaande ouders met een lage opleiding is niet verder afgenomen. De groep vrouwen met obesitas is toegenomen. Niet alleen medische factoren dragen bij aan de ongunstige uitkomsten zoals vroeggeboorte, laag geboortegewicht en sterfte rond de geboorte. Denk aan factoren als laaggeletterdheid, financiële problemen (armoede, onzekerheid over inkomenszekerheid en/of schulden), huisvestingsproblemen, migratie- of vluchtgeschiedenis, onvoldoende mogelijkheden om mee te kunnen doen in de maatschappij of een combinatie daarvan.

Registreren en kwaliteitsverbetering

Verloskundigen, gynaecologen en kinderartsen leggen gegevens over de perinatale zorg (voor, tijdens en na de bevalling) vast in de perinatale registratie. Deze registratie vormt mede de basis voor de perinatale audit. Tijdens een perinatale audit kijken de betrokken zorgverleners kritisch naar de zorg die ze samen hebben verleend aan de vrouw, haar partner en het kind. De audit wordt op een gestructureerde manier uitgevoerd. Het uiteindelijke doel van de audit is om te komen tot een verbetering van de zorg.

Zorgverleners, beleidsmakers en opleiders maken gebruik van de informatie uit de perinatale audits. Ze gebruiken deze om hun zorg te verbeteren, op allerlei gebieden van heel praktisch (telefoonnummers altijd in zicht) tot de aanpassing van richtlijnen of werkwijzen. De perinatale sterfte in Nederland is sinds de start van de audits flink gedaald.

Zowel de registratie als de perinatale audits vallen onder de verantwoordelijkheid van Perined. Deze stichting ondersteunt zorgverleners in de geboortezorg bij het bewaken en verbeteren van hun kwaliteit. Dat gebeurt met (financiële) steun van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).

Definities van babysterfte
Er zijn verschillende definities voor perinatale sterftecijfers (sterfte rond de geboorte), foetale sterfte (doodgeboorte) of neonatale sterfte (sterfte na de geboorte). De verschillen zitten in de zwangerschapsduur en/of het geboortegewicht waarmee wordt gerekend én de periode na de bevalling die in de cijfers wordt meegenomen Om cijfers over de tijd of met andere landen te kunnen vergelijken moet duidelijk zijn welke definitie is gebruikt.

Uitleg van de verschillende begrippen:

  • De officiële definitie van perinatale sterfte die de WHO (World Health Organization) hanteert, is ‘perinatale sterfte tot en met 7 of 28 dagen na de geboorte bij zwangerschappen vanaf 22 weken zwangerschapsduur en indien de zwangerschapsduur onbekend is, met een geboortegewicht van tenminste 500 gram.’
  • Foetale sterfte: doodgeboorte tijdens zwangerschap of bevalling. De hoogte van dit sterftecijfer is sterk afhankelijk van de zwangerschapsduur (vanaf 22, 24 of 28 weken). Bij gebruik van de definitie vanaf 22 weken is het sterftecijfer hoger dan bij de definitie vanaf 28 weken.
  • Neonatale sterfte: sterfte van levend geboren baby’s binnen 28 dagen na de geboorte. Dit is verder onder te verdelen in:
    - vroege neonatale sterfte: sterfte binnen 7 dagen na de bevalling (1e week).
    - late neonatale sterfte: sterfte tussen 7 en 28 dagen na de bevalling (2e - 4e week).
    - totale neonatale sterfte: combinatie van vroege en late neonatale sterfte.
  • (Vroege) perinatale sterfte: combinatie van foetale en (vroege) neonatale sterfte.
  • Perinatale sterfte: combinatie van foetale en (totale) neonatale sterfte.
  • Post neonatale sterfte: alle baby’s die na de 28e levensdag en voor hun eerste verjaardag overlijden.
  • Zuigelingensterfte is de neonatale sterfte plus de post neonatale sterfte. Anders gesteld: alle levendgeborenen kinderen die voor hun eerste verjaardag overlijden.

Aandachtsgebieden van Stille Levens

Stille Levens hanteert nadrukkelijk geen grenzen voor wat betreft doelgroepselectie en babysterfte: iedereen is van harte welkom voor informatie, advies en steun van welkom bij Stille Levens. Het maakt niet uit of je te maken heb gehad met een sterfte in de buik, kort na de geboorte, of vanwege een zwangerschapsbeëindiging.

Ouders die een baby verliezen bij een kortere duur van de zwangerschap ervaren vaak een vergelijkbaar verdriet en ondergaan een soortgelijk rouwproces dat volgt na het overlijden van hun baby. Ook ouders die te maken krijgen met het overlijden van een baby die volgens de definitie onder de zuigelingensterfte valt, vinden het vaak fijn om informatie en steun bij Stille Levens te vinden.