Home ˒ Zorgverlener ˒ Rouw en Nazorg

Rouw- en Nazorg

Rouwzorg: informeren

Geef de ouders zo veel mogelijk informatie zodra duidelijk is dat de baby overleden is of gaat overlijden. Zij kunnen zich voorbereiden op de bevalling, het afscheid en alle keuzes die er in korte tijd op hen af komen. Wijs hen op het bestaan van Stille Levens en het gratis downloaden van de Stille Levens brochures. De Stille Levens brochures  Afscheid nemen van je baby, De uitvaart van je baby en Onderzoek na het overlijden van je baby zijn de brochures die de belangrijkste informatie geven over de eerste periode.

Nazorg: psychosociaal

Voor de psychosociale nazorg is in een ziekenhuis met een verloskundeafdeling in de meeste gevallen maatschappelijk werk en/ of medisch psycholoog met affiniteit voor babysterfte aanwezig. Meestal wordt deze zorg als standaard nazorg ingezet. Ouders krijgen minimaal één gesprek waarin informatie gegeven wordt over en eventueel hulp aangeboden bij het doen van geboorteaangifte, begraven of cremeren, onderzoek naar de doodsoorzaak, belang van baby zien, naam geven, uitleg eerste rouwreacties enzovoort. Het is bij ziekenhuizen verschillend geregeld wie op langere termijn het aanspreekpunt blijft voor de ouders. Dit is vaak iemand van medisch maatschappelijk werk of een medisch psycholoog.

Nazorg: medisch

Ouders willen na het overlijden van hun baby over het algemeen zo snel mogelijk naar huis. Als de medische conditie van de moeder dit toelaat, is daar niets op tegen. De zorg wordt overgedragen aan de eerstelijns zorgverlener: de verloskundige en/of de huisarts. Daarnaast blijft medisch maatschappelijk werk en/of de medisch psycholoog vanuit het ziekenhuis nauw betrokken bij de nazorg als de ouders hebben aangegeven dit op prijs te stellen.

Zorg ervoor dat bij het nacontrolegesprek (en andere follow-up consulten) de naam van de baby en de dag van overlijden goed bekend zijn. Noteer dit duidelijk in het dossier. Spreek ook dan niet over embryo, vrucht, foetus of IUVD. Noem de naam van de baby. Vraag eventueel naar een foto van de baby. Geef ook in dit gesprek ruimte aan boosheid en schuldgevoelens. Betrek hierbij beide ouders, juist ook de vader. Als je wilt voorkomen dat de DBC wordt afgesloten, laat dan een belafspraak maken op een later moment.

Protocol

Zorg voor een op de plaatselijke situatie aangepast, goed leesbaar en helder protocol. Dit geeft steun aan jou als zorgverlener. Laat geen ruimte voor het wisselend interpreteren van regels, wetten en voorschriften. Laat wel ruimte voor het maken van keuzes om beslissingen te nemen in overleg met de ouders. Advies voor een basisprotocol is de NVOG richtlijn.

Nazorg: kraamzorg

Hoewel ouders in bepaalde situaties geschokt kunnen zijn vanwege het aanbieden van kraamzorg, is de aanwezigheid van kraamzorg geen overbodige luxe. De moeder is tenslotte ook kraamvrouw met alle klachten en risico’s die daarbij horen.

De kraamverzorgende heeft aandacht voor het door laten gaan van gewone zaken als rusten, slapen en eten. Als er al kinderen in het gezin zijn, is het nog belangrijker dat de routine van alledag in stand blijft. Zowel de moeder als haar partner hebben zorg en ondersteuning nodig bij wat hen is overkomen. Naast medische verzorging moet er ook tijd worden gemaakt om de ouders op verhaal te laten komen.

Bij een zwangerschapsduur van 24 weken of meer, is er recht op kraamzorg. Alhoewel alle opleidingen aandacht geven aan zorg na het overlijden van een baby, zal niet elke kraamverzorgende er even vertrouwd mee zijn. Er zijn bureaus of zzp’ers die ervaring hebben met het ondersteunen van ouders na het overlijden van hun baby. Vraag naar ervaring en kennis en zorg voor een uitgebreide overdracht.

In uitzonderingsgevallen kan er ook tussen 18 (en bij grote uitzondering tussen 16) en 24 weken kraamzorg worden gegeven. Er bestaan ook particuliere kraamzorgorganisaties die langere zorg op maat bieden. In opkomst zijn zogeheten postnatale doula’s die de verzorging van de moeder en eventuele andere kinderen op zich nemen nadat de kraamverzorgende vertrokken is.

Literatuur

  • Altijd een kind te kort, Jeannette Rietberg en Maria Pel, Dair etc. tweede druk, 2014
  • Helpen bij verlies en verdriet, Manu Keirse, Lannoo, 2017
  • Perfecte bevallingen bestaan niet, Diana Koster, Lannoo, 2016
  • ‘Rouw bij verlies van Zwangerschap’, Manu Keirse uit Handboek psychiatrie en zwangerschap – Mijke Lambregtse-van den Berg, Inge van Kamp, Hanneke Wennink (redactie), De Tijdstroom, 2015
  • Stille baby’s, Christine Geerinck-Vercammen, De Arbeiderspers, 2018