Het avondritueel zit er bijna op. Ik zit op de grond in de kamer van Gijs. Hij doet alsof hij héél hard na moet denken welk boek er vanavond voorgelezen gaat worden. Ik weet al dat dit waarschijnlijk een boek over brandweermannen zal zijn of een boek van Dikkie Dik. Meer smaken hebben we momenteel niet, ook al staat zijn kast vol met verschillende boekjes. 

Het wordt uiteindelijk Dikkie Dik en daar ben ik stiekem wel blij mee, want het is een leuk verhaal. Tijdens het voorlezen komt Gijs op schoot zitten en er is niets zo fijn als zijn kleine lijfje heel dicht tegen me aan. 

Voordat Gijs geboren werd, heb ik weleens een boek meegenomen naar de begraafplaats. Het leek mij heel fijn om Saar een verhaaltje voor te kunnen lezen, omdat dat voor mij bij het ouderschap hoort. Ik vertelde het tegen niemand, want het voelde ergens ook een beetje gek. Na een paar zinnen voorgelezen te hebben, kwam ik tot de conclusie dat dit totaal niet bij mij paste. Ik voelde mij zó naar om bij een stil grafje een vrolijk boekje voor te lezen. Het is dus ook bij dat ene boekje gebleven. 

Inmiddels heb ik er een andere draai aan gegeven. Wanneer ik bij Saar ben, vind ik het heerlijk om van alles en nog wat te vertellen. Zelden ben ik stil bij Saar. Gijs begint tegenwoordig ook tegen haar te praten als we haar bezoeken. Al is hij vaak ook druk aan het spelen met spulletjes die op haar graf liggen of met het water geven van de plantjes. 

Wanneer ik dan samen met de kinderen bij Saar sta, voel ik zoveel liefde. Gijs die daar vertelt wat hij op de fiets heeft gezien of wat voor plantjes hij voor haar gekocht heeft. De momenten dat mijn kinderen allemaal samen zijn, vinden alleen plaats op de begraafplaats. Daarom is het mij enorm veel waard wanneer we gezellig staan te kletsen bij Saars grafje.

Boekjes lezen bewaar ik voor Gijs en Noor. Maar verhalen vertellen is iets wat ik voor alle drie mijn kinderen doe. Verhaaltjes van thuis tot aan de sterren.