Tien jaar geleden overleed Lev, onze zoon, ons zo gewenste kindje. In die periode was ik werkzaam bij een grote GGZ-organisatie. Na het overlijden van Lev kwam ik erachter dat mijn naaste collega ook een kindje was verloren, zo’n tien jaar eerder. Iets wat we nooit besproken hadden.

Ik weet nog goed hoe zij me altijd opviel door haar opgewekte houding, haar kracht, haar positiviteit. Ze was, ondanks dat grote verlies, iemand die in het leven stond. Vlak nadat Lev overleed kon ik me dat niet voorstellen. Hoe je, na zo’n afschuwelijk groot verlies, je leven weer oppakt. Hoe je überhaupt ademhaalt zonder dat verdriet je elke dag verlamt.

Het was onmogelijk om me voor te stellen dat ik mijn leven ooit weer zou kunnen oppakken. Ergens kon ik wel beredeneren dat het verdriet uiteindelijk iets minder scherp zou worden, dat het niet altijd alles zou overheersen. Maar ik kon me niet voorstellen hoe dat dan voelde, als het verdriet niet meer het dagelijks leven bepaalt. Hoe je dan ‘verder’ leeft.

Inmiddels zijn we tien jaar verder en er is geen dag voorbijgegaan waarop ik niet aan Lev heb gedacht. Echt geen dag. Dat klinkt misschien ongelooflijk voor wie geen kind heeft verloren. Maar ik vergelijk het soms met een ouder die op reis is zonder kind. Ook dan denk je elke dag wel even aan je kind. Alleen… voor mij is die reis blijvend. Ik ben elke dag zonder hem.

En toch bleek het waar: ik pakte het leven weer op. Het verdriet is veranderd. Het is er nog steeds, het zal er altijd zijn. Maar het heeft zich teruggetrokken naar een plek waar het niet meer alles beheerst. Ik denk aan Lev op een liefdevolle manier. Soms neutraal, soms met een glimlach, soms ook met tranen. Maar het bepaalt mijn dagen niet meer zoals het ooit deed.

Tien jaar. Dat zijn 3.652 dagen waarin ik mijn kind heb gemist. Dat getal maakt het ineens weer tastbaar. En confronterend. Want als tien jaar zo lang voelt… hoeveel is dan een leven lang?

In het lied ‘Zo Stil’ van BLØF zingen ze: “Voor altijd, voor altijd en een leven lang.” En ik voel dat tot in mijn botten. Want ja, het leven is lang als je moet leven met een gemis dat nooit verdwijnt. Het is langer dan levenslang.

Maar het leven is óók lang genoeg om opnieuw adem te leren halen. Om liefde te blijven voelen. Om het gemis ruimte te geven, zonder dat het alles overspoelt.

Lev leeft in mijn gedachten, elke dag. En hoewel ik hem geen verhalen kan vertellen, schrijf ik dit stukje voor hem. Voor wie hij was, voor wat hij me geleerd heeft. Over liefde, over verlies, over doorgaan.

Lieve Lev, je zou deze maand tien jaar geworden zijn. Ik mis alles aan je: je lieve neusje, je oortjes, je knuffels, je lach. Ik mis jou in ons leven, voor altijd en een leven lang.