We zijn een weekend weg met vrienden en zijn op een camping net onder Parijs. Zittend bij ons huisje op de camping, staar ik voor me uit. De autorit ging soepel, toch zat ik te mijmeren over hoe het zou zijn als Sarah nog had geleefd. Een meisje van bijna twee jaar oud, waarschijnlijk met een sterk karakter net zoals bijna alle kinderen van die leeftijd. En krulletjes als ze het haar zou hebben wat in de familie van haar vader zit. Een rit waarbij we veel meer zouden meenemen dan nodig zou zijn en een meisje waar we op de camping onze handen vol aan zouden hebben. 

Zondag is het Pasen. Ik mijmer en stel me voor hoe dat eruit zou hebben gezien met Sarah. Paaseieren zoeken samen met het kindje van vrienden; het zou misschien nog wat moeilijk zijn, maar de chocolade-eieren zouden daarna waarschijnlijk met smaak gegeten worden. Haar vader die tijdens het zoeken waarschijnlijk enthousiaster zou zijn dan Sarah. Zijn enthousiasme zou aanstekelijk zijn en samen zouden ze alle eieren vinden. Even geniet ik van dit beeld en kan ik me laten gaan in wat had kunnen zijn. 

Plots is de fantasie ook weer weg en besef ik me dat we hier met z’n tweeën zijn, samen met onze vrienden. Soms laat ik mijzelf gaan in de fantasieën van hoe het leven had kunnen zijn. Hoe anders zou het leven dan zijn? Welke zorgen zouden we dan hebben? Maar misschien vooral: welke mooie dingen zouden er dan nu op ons pad zijn?

Na het mijmeren is er altijd weer een soort pijn, die binnen in mij zit. De fantasieën over een ander, gedroomd leven. De pijn die zo snel aan de oppervlakte kan komen, maar die er eigenlijk altijd wel is. Het komt in golven en soms kan ik mij op een vreemde manier berusten in dat dit ons leven is. Er mist een stuk van ons, een deel van onszelf, een kind dat er had moeten zijn. In leven, in óns leven en in dat van ieder die haar lief heeft gehad. 

Ik kijk om me heen, sta op, adem een paar keer diep in en uit en besluit mijn boek te gaan lezen. Even wegdromen in iemand anders zijn leven en even niet voelen, ook al is ze er altijd. 

In liefde en in gemis, ze is er.