Het is 1.00 uur. Ik lig al twee uur naar het plafond te staren. Naast me staat een foto van Lieke, waar mijn blik af en toe op valt. Het is een van mijn laatste werkweken voor mijn verlof. Hoeveel we ook uitkijken naar het verwelkomen van het nieuwe leven dat in mijn buik groeit, de spanning groeit ook met elke week die dichterbij komt. Er is geen veilige haven, want de vorige keer ging het mis bij 40 weken.
Al weken voel ik de spanning, maar ik laat het niet toe. Enerzijds omdat ik gewoon moet werken en dankbaar wil zijn voor wat er gaat komen. Anderzijds ben ik bang dat als ik aan de tranen toegeef, ik totaal instort en niet weet of ik er zelf nog uitkom. Al weken merk ik dat ik mijn tranen wegslik als ik ’s avonds in bed lig en naar de foto van Lieke kijk. Bang voor wat er gaat komen als ik de emoties toelaat en ook bang om iemand tot last te zijn, om het masker van “de sterke” te laten vallen.
Ik besluit om uit bed te gaan. Het is dan wel 01.00 uur, maar op deze manier ga ik niet in slaap vallen. In de woonkamer ga ik op de bank zitten en dan komt alles eruit wat de afgelopen weken opgekropt is. Ik begin te huilen en er lijkt geen einde aan te komen. Alles wat we hebben meegemaakt komt voorbij. Ik denk na over alle keuzes die ik in mijn leven heb gemaakt die ertoe hebben geleid dat ik hier middenin de nacht in mijn eentje op de bank zit te huilen. Ik voel me wat verloren, maar met elke traan voel ik ook opluchting. De druk gaat er langzaam vanaf.
Na een uur merk ik dat ik me leeg voel. De tranen zijn gestopt en de tissues zijn op. Ik ga naar bed en val snel in slaap. De volgende dag ga ik gewoon aan het werk, want ondanks alle emoties en het slaaptekort voel ik me ook vooral wat lichter. Ik laat mijn man weten dat ik niet zo’n fijne nacht had en bij thuiskomt staat er een bos bloemen met de boodschap: “Je hoeft het niet alleen te doen.”
En ik weet het. Ik weet dat ik het niet alleen hoef te doen. Maar het weten en eraan toegeven, dat zijn twee hele verschillende dingen. Ik weet dat er genoeg lieve mensen om me heen zijn die ik om 1.00 uur ’s nachts kan wakker maken, omdat het even niet gaat. Maar er zijn ook mensen die me het gevoel hebben gegeven dat ik het wél alleen moet doen, en dit kruipt soms in mijn hoofd.
Nu heb ik even weer de reminder dat we het samen doen. Dat we samen intens verdrietig mogen zijn om wat we missen. Dat we samen hoopvol mogen uitkijken naar het nieuwe leven dat in mijn buik groeit. Met alle lieve mensen om me heen die steeds blijven bevestigen: je hoeft het niet alleen te doen.
Insta: @anjaaveresch
