Soms vraag ik me af of het gemis zichtbaar is: zien mensen dat we ons kindje altijd missen? Zien mensen dat ons geliefde kindje er niet meer is? Of zien ze het alleen wanneer het verdriet even overspoelt en we het weglachen, omdat dat soms nou eenmaal makkelijker is dan huilen?
Ik weet dat ons verlies niet zichtbaar is voor mensen die ons niet kennen. Voor hen zijn we geen papa en mama, geen gezin van drie, geen stel met een gebroken hart. En misschien is dat ook logisch, al zou ik ergens willen dat iedereen het zou kunnen zien. Ik denk dat dat is, omdat het zou betekenen dat Sarah er echt bij hoort, ook voor mensen die haar niet hebben mogen ontmoeten. Maar zelfs voor de mensen die haar wel hebben kunnen zien, blijft het gemis zo groot en is uitleggen soms zo moeilijk.
Sarah is voor ons zo zichtbaar, voor de buitenwereld zo onzichtbaar. Op het eerste oog zijn we redelijk vrij, leven we ons leven en doen we leuke dingen. Weinig mensen die de schaduw zien die altijd met ons meegaat. Bijvoorbeeld op vakantie, waar het gemis misschien toch weer net even groter is. Tijdens activiteiten die we vieren, etentjes, feestjes. We zijn met zijn twee, maar in ons hart zijn we altijd met zijn drieën. Geen handje dat de onze vasthoudt, geen kusjes voor we ‘s avonds naar bed gaan, geen kindje dat ons in de ochtend wakker maakt, geen armpjes die ons stevig vasthouden bij een knuffel. Dan zijn we ‘gewoon’ Michael en Elly.Maar zo ‘gewoon’ voelt het niet. Er is altijd een randje verdriet. Bij alles wat we doen is er ergens een gevoel van oneerlijkheid, boosheid, verdriet en liefde. Het is allesomvattend en tegelijkertijd zo onzichtbaar.
Regelmatig komen er vragen die me ineens overvallen. Een vreemde die vraagt of we kinderen hebben, een verre kennis die vraagt of we alweer proberen om zwanger te raken of iemand die vraagt hoe het met ons kindje gaat. Iemand die wel wist dat ik zwanger was, maar niet hoe het daarna is gegaan. Op die momenten klap ik dicht, bevries ik en weet ik eigenlijk niet wat te zeggen. Toch antwoord ik, benoem ik dat we een dochter hebben en vertel ik haar verhaal.
Ons kindje hoort er altijd bij. Ze is een deel van ons leven, een deel dat ik wil vieren, ook al is dat zo moeilijk. Ondanks het verdriet, het bevriezen en hoe moeilijk het ook is: ik ben trots wanneer ik over haar kan vertellen of zelfs wanneer ik haar graf kan laten zien, wanneer ik voel dat ik haar mama ben.
Sarah haar leven is meer dan alleen verdriet, voor ons is het zoveel meer. Voor ons telt ze mee en we missen haar iedere dag. Door haar te benoemen, haar te zien en haar met ons te gedenken, zie je ons als ouders. En ondanks dat ze voor de mensen die haar niet hebben ontmoet onzichtbaar is, is ze voor ons zichtbaar in ons leven.
Iedere dag, onzichtbaar zichtbaar.
