I carry your heart with me,
I carry it in my heart.
I am never without it.
Zinnen uit een prachtig gedicht van E. Cummings. Ik gaf het gedicht ooit aan mijn zussen. Ik fluister het soms nauwelijks hoorbaar in de haren van m’n oudste dochter wanneer ik haar knuffel. Ik voel het als ik aan onze kleine Julia denk. En sinds een paar dagen zeg ik het ook tegen de vrouw die net een baby heeft gekregen en haar kind heeft moeten begraven. Maar die er daarna nooit meer mocht zijn. Deze blog is een ode aan haar.
Die vrouw die alleen op een kamer ligt in een soort twilight zone van hoop en wanhoop. Die dapper in een ziekenhuisbed ligt met rivieren van tranen over haar wangen stromend, zichzelf en haar dierbaren moed inpratend. Die moeder die niet weet of haar kleine meisje uit deze nachtmerrie zal komen. Die een helse bevalling achter de rug heeft waarbij niemand naar haar luisterde, waarin iedereen de verkeerde keuzes heeft gemaakt en waarvan haar baby nu de schade van ondervindt.
Die vrouw die drie dagen later met haar partner in datzelfde bed ligt, nu met dat kleine meisje tussen hen in, waar het meisje haar laatste adem zal uitblazen. Die moeder die een dag later tegen de koelkastdeur geleund staat, in haar eigen keuken. Hulpeloos is ze, het litteken onder haar buik brandt. De weg van de slaapkamer boven naar de keuken beneden was een lichamelijke strijd geweest. Ze kijkt naar de lege box in de woonkamer en breekt vanbinnen.
Die vrouw met pijnlijk hard gezwollen borsten, die door de pijn heen ademt, klam van de koorts, misselijk van het ongemak en wanhopig een kolf online koopt. Melk opvangen voor een baby die er niet is.
Die vrouw die in de familiekamer van het uitvaartcentrum zit en het zachtjes fluisteren van haar familie om zich heen hoort, maar zich ervoor afsluit. Hoe was het mogelijk, mompelt ze in zichzelf. Ik wil hier niet zijn, schreeuwt het in haar. De vrouw die woorden van liefde en dankbaarheid uitspreekt tegen een zaal vol mensen die allemaal afscheid komen nemen van haar baby. Dit is niet echt. En hoe kon ze dit doen. Welke moeder liet haar baby nou achter in een kistje zo klein dat het wel voor een pop gemaakt leek. Een kistje dat verdween in een grafje, omringd door andere baby’tjes. Allemaal kindjes die zo gemist worden. Haar gezin is gebroken en ze is niet in staat het te repareren.
Die vrouw die haar samengestelde gezin probeert te dragen. Die haar depressieve man overeind houdt. Die aandacht schenkt aan alle kinderen, behalve aan het dode kind want daar lijkt geen ruimte voor te zijn. Die vrouw die angsten overwinnen als olympische sport beoefent, maar die na de begrafenis van haar dochter te bang is om de babykamer in te gaan. Bang voor alle pijn, voor de leegte, voor de geuren en alle snoezige kleertjes die daar liggen. Verloren verlangens, hoop die vervlogen is, één groot gat van hol verdriet en gemis.
De vrouw die onlangs bij haar therapeut zat en zei dat ze zo graag lief wilde zijn voor díe vrouw. Zij die dit allemaal heeft doorgemaakt, maar die ze zo diep heeft weggestopt. Die vrouw die hunkert naar een liefdevolle erkenning dat ze bestaat en pijn heeft: voor haar is deze blog. Ik heb haar te lang genegeerd en het wordt tijd om haar pijn te benoemen. Ik draag haar hart in het mijne. Met liefde.
