
Dit is een familieroman, waarbij twee lesbische vrouwen een gezin stichten en daarbij keer op keer in conflict komen met de familieleden van één van hen.
“Hoe ziet mijn familie mij?” vraagt Anna zich af als zelfs de dochters van haar overleden zus haar laten weten dat ze gek is en hulp moet zoeken. “Zou het me helpen minder overrompeld te raken in allerlei situaties als ik die hele geschiedenis van vervreemding eens op een rij zet?” Bij het zien van de voorstelling ‘August Oklahoma’ van Tracy Letts concludeert ze: “Zo waren wij ook. Onze hoogste vorm van intimiteit was de strijd om ons gelijk. We werden geregeerd door wantrouwen.” Toch is ze een gelukkig mens als ze denkt aan Diana: “Morgen ben je er weer, ik kan haast niet wachten, wil alles van je horen, maar je vooral voelen. Tedere kussen voor je dappere moederlijf.”
Anna trouwde met haar jeugdvriend Leon, die niet in de smaak viel, maar wel geaccepteerd werd.
Toen ze na de scheiding Diana leerde kennen, vond ze de liefde. Maar acceptatie door ouders of zussen, daar was geen sprake van. De relatie bleef altijd moeizaam, zelfs de kinderen, toch hun enige kleinkinderen, hadden geen leuke opa en oma. Nadat hun eerste kind, Eva, doodgeboren werd, kwam de situatie extra op scherp te staan. Dat Anna en Diana erg verdrietig waren, daar begrepen ze niets van. Ze kwamen niet naar de crematie. Anna heeft het hun nooit vergeven.
Roman