Ik houd niet van zwart-witdenken, geef mij maar de gulden middenweg.
Soms is de realiteit wit en dan ineens zwart. Je kunt niet vluchten via een grijze middenweg. Het is dan je enige weg op dat moment. Die weg heeft steeds een nare, scherpe bocht. Die bocht draagt de naam ‘versus’.
- Hoop versus wanhoop
- Ouders bellen met het blijste nieuws versus ouders bellen met het verdrietigste nieuws
- De gelukkigste vader to be zijn versus de meest verdrietige vader ever
- Vol verwachting bezig met de babykamer versus zonder hoop afdalen naar het mortuarium
- Alvast nadenken over een geboortekaartje versus kijken in de catalogus van de winkel van mandjes en kistjes voor overleden baby’s en kinderen
- Het regelen van kraamzorg versus het afbellen van kraamzorg
- De kraamafdeling met bijbehorende geluiden versus onze te stille kamer, helemaal achterin op dezelfde afdeling
- Wiegje versus grafje
- Kraamperiode versus rouwperiode
- Verjaardagen versus jaardagen
Het is een weg waar je van alle kanten wordt aangevallen, wordt beroofd, in elkaar wordt gebeukt. Vlak voor de bocht had je geen flauw benul van wat komen zou, maar ín de bocht en na de bocht word je verwond voor het leven. Een weg die onomkeerbaar is, een bocht die je nooit had willen nemen, maar die plotseling opdoemde. En nadat je weer enigszins opgelapt bent, strompel je verder.
Je strompelt verder, zonder je kind. Die moest je achterlaten in de bocht. Je zou toch voor altijd in die bocht willen blijven, voor altijd samen met je kind willen zijn. Stilletjes saampjes op een bankje in de bocht, om daarna samen verder te lopen, nieuwe wegen te ontdekken. Het is geen optie… Het is geen wit, maar zwart. En daar moet je het mee doen.
Daar moet ik het mee doen. “Je moet verder,” een uitspraak van niks… En toch: probeer maar eens een stukje verder te lopen! Ik hoef je niet te vertellen dat het loodzwaar is. Een kind verzorgen en opvoeden kan zwaar en enerverend zijn, je eigen kind niet kunnen verzorgen en opvoeden omdat het overleden is, is onmetelijk zwaarder. Het is niet te doen, zo zwaar… En toch maar verder lopen! Doe het in naam van je kindje, om hem of haar te eren, uit liefde en trots. Let ook op de natuur: een bloem, een vlinder, de warmte van de zon, een fonkelende ster. Zo voel je je verbonden met je kindje.
Uit het niets fladderen er twee vlinders langs me. Ik kijk en fluister: “Samuel! Matthias!” En ik loop verder. Verderop op deze weg zullen de vlinders me weer vergezellen, dat weet ik zeker.
