In de eerste dagen na het overlijden van Saar heb ik meerdere keren gehoord dat ik niets had kunnen doen om haar dood te voorkomen. “Je moet je vooral niet schuldig voelen!” Volgens mij was dat zo’n beetje een van de eerste dingen die tegen mij gezegd werden in het ziekenhuis. Niet alleen door artsen, maar ook door andere professionals, familie en vrienden en door Robin.
Toch is schuldgevoel iets wat er is. De eerste weken, misschien wel maanden, heb ik mijzelf gekweld met gedachten die altijd begonnen met ‘Wat als…’. Soms hele logische gedachten, bijvoorbeeld: ‘Wat als mijn vliezen niet waren gebroken en we wel naar Nijmegen hadden kunnen gaan?’ Soms ook hele donkere gedachten: ‘Wat als dit een teken is dat ik geen geschikte moeder ben?’ Ik voelde mij zo enorm schuldig dat mijn lichaam Saar niet kon redden.
Dit schuldgevoel loopt sinds het verlies van Saar als een dunne rode draad door mijn leven. De gedachten dat ik Saar had kunnen redden, zijn inmiddels wat meer naar de achtergrond verdwenen. Nu gaat het vaker over dat ik een tijdje niet bij Saar haar graf ben geweest of dat ik al een tijd geen kaarsje in haar hoekje heb aangestoken. Of gedachten richting vrienden, dat ik niet meer de Tamara ben waar zij vrienden mee zijn geworden.
Hiernaast richt mijn schuldgevoel zich ook op Gijs en Noor. Hoe erg ik Saar ook in hun leven wil betrekken, ik wil niet dat zij het gevoel hebben dat ik altijd in het verdriet ben blijven hangen. Het voelt als een spagaat waar ik niet uit kan komen. Robin en ik hopen dat we Saar op een prettige manier in hun leven hebben verweven. De begraafplaats is een plek waar je ook prima kunt spelen en lol kunt hebben. Het is niet alleen maar zwaar en beladen. Op Saar haar jaardag ondernemen we leuke dingen met de kinderen, want dat doe je op een verjaardag toch ook?
Graag zou ik schrijven dat het schuldgevoel minder wordt, maar voor mij geldt dit niet. Het gevoel is hooguit veranderd. Ik ben van mening dat het ervaren van schuld ook gezond is. Het laat zien dat de situatie wat met je doet en het je aan het denken zet. En zolang je niet alles gelooft wat je denkt, komt het vast goed.
