Tag: Liefde

Wat ik het allermeeste mis

Wat ik het allermeeste mis

Tien jaar geleden veranderde ons leven voorgoed. Onze zoon Lev werd geboren, maar we moesten hem meteen weer loslaten. Sindsdien is er geen dag voorbijgegaan zonder dat ik aan hem dacht.

Lev, je bent niet hier, maar je leeft voort in onze harten. Dit zijn de dingen die ik het meest mis.

Jouw karakter leren kennen

Ik vraag me vaak af: wat voor jongen zou jij zijn geweest? Wat zou jou aan het lachen maken? Welke dromen zou je najagen? Jouw persoonlijkheid blijft een mysterie dat ik nooit zal ontrafelen.

De kleur van je haar en ogen

De zachte donshaartjes waarmee je geboren werd, waren prachtig, maar ik had zo graag gezien hoe jouw haar zich zou ontwikkelen. Jouw broers hebben allebei rood haar, terwijl wij bruin haar hebben. Zou jouw haarkleur op dat van ons lijken of ook rood zijn? 

Jouw ogen heb ik nooit gezien. Waren ze blauw zoals die van je broer Eden of bruin zoals die van ons en van je broer Ezra? Wat zou ik graag even in je ogen willen kijken om jouw blik nooit meer te vergeten.

Jouw lach en stem

Hoe zou jouw lach klinken? Ik stel me voor hoe je zou giechelen of hoe je zou schaterlachen bij iets grappigs. Je stem horen, je lach kennen, dat mis ik het meest.

Foto’s van jou

De foto’s die we van jou hebben, zijn me zo dierbaar. Maar ik had er graag duizenden willen maken. Foto’s van jouw groei, jouw avonturen, jouw leven. Jouw gekke bekken en ontwikkelingen! Dat er nooit meer foto’s bijkomen maakt mij verdrietig.

Jouw plek in ons gezin

Je bent altijd deel van ons gezin, Lev. We missen je in alles – je eerste woordjes en je plek aan tafel. Maar ook hoe de band met je broertjes zou zijn. Welke rol jij in ons gezin zou hebben. Dat mis ik zo enorm.

Samen avonturen beleven

Van het leren fietsen tot vakanties samen, ik mis de herinneringen die we nooit hebben kunnen maken en nooit gaan maken. Er ontbreekt altijd een gezinslid bij de dingen die we meemaken. Daardoor voelt het nooit helemaal compleet.

Lieve Lev,

Je was maar even bij ons, maar je liefde en jouw aanwezigheid voelen we voor altijd. We denken jou groot in onze dromen.

 

lees meer...
Overweldigende onrust

Overweldigende onrust

Ik rijd terug naar huis. Terug naar huis vanaf Finns plekje op de begraafplaats. Het is prettig dichtbij, hooguit een kwartiertje rijden met de auto. Deze route heb ik inmiddels al zo vaak afgelegd. Het geeft me de gelegenheid om, in mijn drukke hoofd, rustig te schakelen tussen hem en de dagelijkse hectiek. Dat heb ik nodig, dat weet ik nu.

Hoe anders was mijn gevoel na Finns afscheid.
Het is niet ver, maar toen voelde het soms wel zo: te ver. Het onrustige gevoel dat zich van mij meester maakte als ik niet daar was, kon me overweldigen. Het gevoel dat ik dat kleine mannetje in de steek liet. Dat ik hem achterliet in de kou. Zó klein en dan helemaal alleen daar. Denkend aan de nacht, alleen in het donker. Ik voelde het niet alleen in mijn hoofd, maar in mijn hele lijf. Soms was het gevoel zo sterk, dat ik eigenlijk nog maar net in mijn auto zat of thuis was en alweer de drang had om terug te gaan.

We hadden er heel bewust voor gekozen hem te begraven, vlak naast de dochter van een lieve vriendin. “Samen-alleen”, zoals Finns grote zus het zo mooi verwoordde. Dat voelde ook goed en het plekje was prachtig, maar toch… Ik probeerde het knagende gevoel van ‘te kort doen’ te compenseren door zijn plekje mooi te maken, het glazen monument met het speciaal voor hem ontworpen hartje en zijn naam te laten schitteren in de zonnestralen. Door de steeds groter wordende hoeveelheid kaarsjes aan te steken.

Thuis fabriceerde ik van alles voor hem, voor bij zijn plekje. In elke winkel had ik 360 graden zicht om dat ene speciale voor Finn te zien en te kopen, of om iets bijzonders voor hem te kunnen maken. Ik verzorgde zijn grafje met al die liefde voor hem, de liefde die ik nergens kwijt kon.

Solarlampjes waren een mooie oplossing om mijn onrustige gevoel een klein beetje te temperen.
Om heel eerlijk te zijn, ben ik ook wel eens ’s avonds langs gereden. De begraafplaats was dan natuurlijk al lang dicht, maar ik moest weten of de solarlampjes wel echt brandden in het donker. Vanaf de weg, zoekend door de heg en de struiken zag ik de lichtjes op zijn plekje, rustig bewegend in de wind. Mijn mannetje had een nachtlampje.

Het onrustige gevoel verdween eigenlijk alleen echt als ik door het hek van de begraafplaats liep, gewapend met nieuwe schatten voor hem. Als ik de grote groene leengieter vulde en naar zijn plaatsje helemaal achteraan de begraafplaats liep. Het brede witte grindpad tussen de imposante eiken. Het wakende witte beeld aan het eind van het pad. Het kinderhofje vol met alle molentjes en bloemetjes. Met elke stap voelde ik de rust terugkeren.

Maar zodra ik vertrok, kwam de onrust. Het gevoel van om moeten keren, terug moeten gaan. Ik heb toen besloten dat te accepteren: dit oer-gevoel om voor hem te willen zorgen, dat hoorde bij mij. En als het te zwaar werd, dat gevoel, dan keerde ik gewoon de auto en reed ik terug naar mijn kleine mannetje zonder me daar raar over te voelen. Ik had het nodig en ik deed het.

Nu, jaren later, vind ik het zo fijn dat ik mijn gevoel de ruimte heb gegeven, dat het oké was om me zo te voelen en om soms direct weer om te keren. Nog altijd vind ik rust als ik door de gietijzeren poort stap op weg naar onze zoon. Die overweldigende onrust? Die is beetje bij beetje verdwenen.

Ik rijd terug naar huis, vol liefde, vol rust.

lees meer...