Ik schrijf veel minder dan ik deed. De behoefte om te delen neemt niet af, maar wellicht heb ik beter leren omgaan met de situatie zoals hij nu is. Ik heb geleerd te accepteren dat de situatie niet meer verandert. Ik heb geleerd wanneer ik mijn gedachten erover wel wil delen en wanneer niet. Ik heb geleerd dat ik er soms maar niet over moet praten. Ik heb geleerd dat niet iedereen het verdriet dat ik meedraag kan handelen. 

Dat betekent helaas niet dat het verdriet mij niet regelmatig overvalt. Ik heb alleen geleerd om het anders te beleven. Waar ik vroeger iemand belde, waar ik voorheen het uitschreeuwde of huilde, beleef ik het nu soms… Nee, ik beloofde om altijd eerlijk te zijn in mijn blogs. Ik beleef het nu eigenlijk altijd alleen. 

Het komt meestal na een fijne of leuke dag. Een weekend waarin we als gezin of met vrienden leuke dagen hebben beleefd. Ik voel het al knagen… Het komt meestal als ik een dag iets voor mijzelf ga doen, als ik in de auto zit op maandagochtend nadat ik de andere kinderen op school heb afgezet, als ik onder de douche sta, of soms zelfs als ik even van de ene naar de andere plek loop, dan is het opeens weer zo aanwezig. Het lijkt de hele ruimte in zich op te nemen. Ik voel het vaak al aankomen… dat zware gevoel, de prikkende ogen, de knoop in mijn maag. 

Ik vecht vaak tegen de tranen. Ik vecht tegen het opnieuw moeten uitleggen. Ik kan de goed bedoelde woorden van anderen soms niet meer verdragen. Ik begrijp heel goed dat ik de situatie niet kan veranderen, ik begrijp heel goed dat het bij mijn leven hoort, maar ik wil het niet. Ik kan en zal nooit accepteren dat ze er niet meer is. Ze hoorde hier bij mij, bij ons. 

Het verdriet is voor de buitenwereld niet meer zo vanzelfsprekend. Anderen zien het als een film die soms op de achtergrond weer eens wordt afgedraaid. Of ze zien het als een gebeurtenis waar we liever niet meer aan denken of zelfs liever nooit meer over praten. We doen gewoon of het er nooit is geweest. 

Maar ik weet dat het verdriet er altijd is. Het loopt met me mee. Het achtervolgt mij, maar het omhelst mij ook. Ik en het verdriet zijn vrienden en vijanden tegelijkertijd. Als yin en yang horen we bij elkaar. Ik strijdend, zij berustend of andersom. 

Ik val en ik sta op. Ik vecht en verlies of ik vecht en ik win. Ik negeer en omarm alles tegelijkertijd. Het komt altijd samen. En al wil ik er niet aan; ik moet dit meenemen in mijn leven. En tijdens dit eeuwige gevecht besluit ik opnieuw dat mijn lieve, prachtige, mooie, grappige, knappe meisje overal en nergens is. 

Zij is de vlinders in de lucht, de lichtstralen van de zon, de druppels van de regen, de vlokken van de sneeuw. 

In de drukte, maar vooral ook in de stilte, is zij alles, maar vooral altijd en overal heel dicht in mij.