Noem het toeval of niet, maar ik was tegelijk zwanger met twee van mijn beste vriendinnen. We waren zelfs in dezelfde week uitgerekend van onze eerste kindjes, allemaal jongetjes. Ooit woonden we samen in één huis en straks zouden onze kinderen samen opgroeien. Ik had visioenen van uitjes naar de speeltuin en de dierentuin. Terwijl wij gezellig bijkletsten, zouden onze kinderen braaf samen spelen. We zouden een appgroepje maken en alle leuke en moeilijke dingen delen. Maar het liep compleet anders. Terwijl mijn vriendinnen gezonde kinderen kregen, werd mijn zoontje stil geboren.

Het contrast kon niet groter. Terwijl zij op een roze wolk in babyland zaten, was mijn leven veranderd in een nachtmerrie. Terwijl zij konden knuffelen met hun warme, zachte baby, moest ik afscheid nemen van mijn kleine, stille mannetje. Voor het eerst was ik blij dat we inmiddels niet meer zo dicht bij elkaar woonden. Ik zou ze gelukkig nooit toevallig tegenkomen in de supermarkt.

Toch kwam het moment dat ik ze wilde zien. Zij konden er niets aan doen dat ik geen baby meer had om voor te zorgen. Hun baby’s maken deel uit van hun leven en zolang zij in mijn leven zijn, horen hun kinderen daarbij. Het langer uitstellen had geen zin. Het moment waarop ik de realiteit onder ogen moest zien, zou een keer komen. Daar ging ik dan, op kraamvisite… Met lood in mijn schoenen en een cadeau onder mijn arm, omdat zij tenslotte ook mama waren geworden.

Het was een emotioneel weerzien. Elk moment was duidelijk wat ik moest missen; de ballonnen, de kaartjes, een huis vol met babyspullen. En de baby zelf. Ik was jaloers, omdat zij precies datgene hadden wat ik zelf zo graag wilde. Ik voelde me verdrietig en eenzaam, maar ik wist dat er geen weg omheen was. Ik moest er recht doorheen.

We kletsten, we huilden en we hielden elkaar vast. Het was pijnlijk en mooi tegelijk. Ik hield de baby’s vast, allemaal. En het verbaasde mijzelf dat het me eigenlijk niet zoveel deed. Natuurlijk waren het hele lieve, schattige baby’s, zoals alle baby’s dat zijn. Maar ik voelde er niet zoveel bij. Ik keek in die mooie onschuldige oogjes en ik zag een ander kind. Dit was niet mijn kind. En dat was het enige waar ik op dat moment naar verlangde.

Ik ging bijna opgelucht naar huis. Weg van de vrolijkheid, van het prille geluk en de blijdschap. Terug naar mijn cocon van verdriet en gemis, die nog te comfortabel voelde om te lang te verlaten. Maar ik ging wel naar huis vol trots. Trots op mezelf, dat ik weer een stap had gezet. Maar vooral trots op mijn eigen mooie baby, waar geen enkel andere baby het ooit van zou winnen.

Hiske Kuilman: is 33 jaar en moeder van Hugo*, Hanna en Juul. Hugo werd volkomen onverwacht stil geboren na een voldragen zwangerschap van 41 weken.