Samen met Kenniscentrum Kinderpalliatieve Zorg, de VSOP en de beroepsgroepen NVOG en NVK is vanuit een werkgroep aan de minister een aantal oplossingsrichtingen geboden over de regeling LZA en LP&K voor ouders en zorgverleners.
Stille Levens heeft de informatie, geldend vanaf 1 februari 2024 en bedoeld voor zorgverleners die te maken krijgen met LZA of LP&K, samengevat. Voor de behandelend arts is het van groot belang om de informatie bij de betreffende commissies te raadplegen en de daar vermelde procedures te volgen.
De regeling LZA en LP&K is van toepassing op zwangerschapsafbreking bij een zwangerschap van 24 weken of meer (LZA), levensbeëindiging bij pasgeborenen (LP) en kinderen van 1 tot 12 jaar (&K). Deze Regeling is bedoeld ter voorkoming of beëindiging van ondraaglijk en/of uitzichtloos lijden. De zorgvuldigheid uit wet- en regelgeving moeten daarbij in acht worden genomen. De behandelend arts moet, in tegenstelling tot andere levenseindebeslissingen, altijd melding maken van de beslissing bij de beoordelingscommissie die hierover gaat. De beoordelingscommissie beoordeelt zorgvuldig en adviseert het Openbaar Ministerie of er zorgvuldig is gehandeld. Daaraan voorafgaand dient de arts de ouder(s) in te lichten over de procedure en het doorsturen van het onderliggend dossier naar de betrokken instanties. De ouder(s) dien(t)(en) in te stemmen met de procedure en het doorsturen. Bij geen toestemming, wordt er een onafhankelijk arts geraadpleegd.
Een behandeling gericht op het afbreken van een zwangerschap na 24 weken (24+0) wegens geconstateerde ernstige aandoeningen bij de baby met als uitkomst het overlijden van de ongeborene.
Als de bevalling plaatsvindt ná 24 weken en 0 dagen, maar de afbreking is gestart vóór 24 weken dan valt deze zwangerschapsafbreking niet onder de Regeling.
Een late zwangerschapsafbreking waarbij redelijkerwijs verwacht mag worden dat de ongeboren baby niet in staat is buiten de moeder in leven te blijven. Ook wel niet met het leven verenigbaar genoemd. Voorbeelden hiervan zijn sommige ernstige en inoperabele hartafwijkingen, trisomie 13, trisomie 18, triploïdie en anencefalie.
Let op: per 1 februari 2024 vallen alle zwangerschapsafbrekingen uit Categorie 1 buiten de Regeling LZA. De Commissie LZA 1 van de NVOG beoordeelt deze zwangerschapsafbreking in plaats van de Commissie LZA en LP&K.
Bij twijfel of een zwangerschapsafbreking onder categorie 1 of 2 valt, dient de arts de zwangerschapsafbreking als categorie 2 te melden.
Een late zwangerschapsafbreking omdat bij de ongeboren baby sprake is van één of een aantal aandoeningen die tot ernstige en niet te herstellen functiestoornissen leidt of omdat voor de ongeboren baby naar redelijke verwachting een beperkte kans op overleven bestaat. Voorbeelden hiervan zijn complexe spina bifida, progressieve hydrocephalus, ernstige vorm van holoprosencefalie.
Een behandeling gericht op de beëindiging van het leven van een pasgeborene (0-1 jaar) omdat er sprake is van uitzichtloos en ondraaglijk lijden.
Sinds 1 januari 2024 is de Commissie LZA1 opgericht door de NVOG. Zij heeft als doel de zorgvuldigheid van de zwangerschapsafbrekingen te beoordelen welke vallen onder categorie 1. Deze zwangerschapsafbrekingen vielen voorheen onder de Regeling LZA. Deze wijziging is ingegaan per 1 februari 2024. Voorheen werden alle late zwangerschapsafbrekingen (categorie 1 en 2) beoordeeld door de Commissie late zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging van het ministerie van VWS en werd het oordeel van de Commissie in alle gevallen voorgelegd aan het College van procureurs-generaal. Door de gewijzigde regeling valt de beoordeling van de zorgvuldigheid terug bij de beroepsgroep.
Als een late zwangerschapsafbreking categorie 1 heeft plaatsgevonden dient de behandelend arts de casus binnen 6 maanden te melden bij de Commissie LZA 1. Melding kan middels een aanmeldingsformulier. De NVOG zal dit dit formulier op korte termijn beschikbaar stellen op haar site. Informatie over de procedure (wijze van melding en benodigde documenten is te vinden op de informatiepagina van de nieuwe Commissie. Na de melding zal de Commissie binnen 6 tot 8 weken beoordelen op zorgvuldigheid en het oordeel schriftelijk aan de melder terugkoppelen. Indien de Commissie oordeelt dat de late zwangerschapsafbreking zorgvuldig is uitgevoerd handelt de Commissie deze zelf af. In het geval de Commissie oordeelt dat de late zwangerschapsafbreking niet zorgvuldig is uitgevoerd, zal de casus gemeld worden bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd van het Staatstoezicht op de volksgezondheid.
Voor informatie, procedure en informatie omtrent meldingen: kijk op de site van de NVOG Commissie Late Zwangerschapsafbreking
Alleen de behandelend arts krijgt de bevoegdheid via deze Regeling om late zwangerschapsafbreking of actieve levensbeëindiging op zorgvuldige wijze uit te voeren. De arts is verplicht de besluitvoering in samenspraak met ouders te maken.
De Regeling betreft geen verplichting aan artsen om zwangerschapsafbreking of levensbeëindiging uit te voeren. Deze afweging is aan de arts zelf. De Regeling zorgt ervoor dat er een formele toetsingsprocedure bestaat voor artsen die de zwangerschapsafbreking of levensbeëindiging uitvoeren.
De Regeling betreft tevens geen verplichting aan ouders om akkoord te gaan met zwangerschapsafbreking of levensbeëindiging.
Bij LZA categorie 2 en LP&K dient een onafhankelijke arts te worden geraadpleegd. Deze arts mag niet verbonden zijn aan dezelfde instelling, geen behandelrelatie met de patiënt hebben en heeft expertise heeft in het desbetreffende specialisme.
Een behandelend arts die LZA categorie 2 of actieve levensbeëindiging uitvoert bij een pasgeboren baby moeten hier áltijd melding van doen. Voor informatie over de meldingsprocedure van actieve levensbeëindiging kun je kijken op de site van de beoordelingscommissie LZA/LP&K .
Voor ouders is het belangrijk om te weten dat zij door de arts om toestemming worden gevraagd om noodzakelijk (medische) persoonsgegevens aan de Commissie te verstrekken. De toestemming is een noodzakelijk onderdeel van de procedure. De behandelend arts dient een onafhankelijk arts (niet verbonden aan ziekenhuis of patiënt) in te schakelen voor raadpleging. Ook stelt de arts de gemeentelijke lijkschouwer op de hoogte van de door hem of haar uitgevoerde late zwangerschapsafbreking of levensbeëindiging. De lijkschouwer volgt de regels omtrent doodverklaring en doodsoorzaak, zodat de wet op lijkbezorging in werking kan treden. De lijkschouwer heeft verder geen rol in de meldingsprocedure. De behandelend arts meldt vervolgens de afbreking/levensbeëindiging aan de Commissie.
Na bestudering van de melding zal de beoordelingscommissie na maximaal 8 weken tot een oordeel komen of de uitvoering zorgvuldig was of niet. Dit oordeel geldt als een zwaarwegend advies voor het Openbaar Ministerie, dat beoordeelt of vervolging noodzakelijk is.
De precieze procedure voor LZA categorie 2 en LP&K is hier te vinden.
Nadat de beoordelingscommissie de melding van LZA of LP&K heeft onderzocht, geeft zij een oordeel. In het oordeel staat of aan de zorgvuldigheidseisen is voldaan. Het oordeel wordt aan de arts gemeld. Ook worden de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd en het Openbaar Ministerie ingelicht. Het oordeel wordt op deze website geplaatst. Alle gegevens worden geanonimiseerd geplaatst, niet herleidbaar naar baby, ouders of arts.
Naast de regelingen rondom zwangerschapsafbreking en levenseinde pasgeborene is sinds 1 februari de regeling LP uitgebreid. LP betreft kinderen tussen 0 en 1 jaar. Bij de nieuwe regeling(LP&K) zijn ook kinderen van 1 tot 12 jaar die uitzichtloos en ondraaglijk lijden en waarbij palliatieve zorg niet volstaat toegevoegd. Het betreft kinderen van wie verwacht wordt dat zij binnen afzienbare tijd zullen overlijden en die een leven van ernstig en uitzichtloos lijden tegemoet gaan. Kijk voor meer informatie over de Regeling LP&K voor 1-12 jarige kinderen op de site van het Kenniscentrum Kinderpalliatieve Zorg.
Kamerbrief met de Kabinetsreactie van 14 april 2023 Evaluatie Regeling beoordelingscommissie late zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging bij pasgeboren.