Een regenboogbaby komt er niet altijd na een stilgeboorte. Dat is een rouwproces op zich.

Hoe leef je dan verder en vind je ooit weer levensgeluk en levensinvulling? Hilco schreef er een blog over.

Geen regenboog om me aan op te trekken

Grijze wolken trekken over ons huis. Regen klettert neer en sijpelt de grond in. Verderop worden babygrafjes nat nu de hemel huilt. Ik kijk of er een zonnestraal door de wolken breekt, een blauw gat in de donkergrijze deken. Want een beetje zon geeft al hoop, soms zelfs een boog, waaraan ik me kan optrekken om even de hemel aan te tikken. Maar de hemel is afgedekt, ik moet door de regen gaan. Voor mij geen blauw of een straaltje goud, nee, ik moet in de regen blijven staan. Voor mij geen vrolijke kleuren van de regenboog, maar een zware donkere wolk die alles domineert.

Met alle kracht bouw ik een toren hemelhoog. En als ik boven sta, scheur ik met al mijn kracht het wolkendek open. Maar het lukt me niet. De wolken lijken steeds dikker en ik sta hier in de mist tussen hemel en aarde. Ik bid: ”God, breek de hemel open en geef me licht, leven en hoop! Geef mij Uw ongrijpbare boog!” Maar de mist slokt al mijn geluiden op. Moet ik soms een hogere toren bouwen?

Laat ik naar beneden gaan en naar de zwanen gaan. Laat ik op hun rug gaan staan en als ze boven de wolken vliegen, zal ik de wereld overzien. Dan grijp ik de maan met haar soezige gezicht en schud haar wakker. Ze zucht: ”Waarom wil je je optrekken aan de regenboog? Schijn je licht waar je woont en heus, het zal lichter worden.”

Eenmaal beneden plenst het als nooit tevoren. Gedesillusioneerd, maar ook strijdvaardig, besluit ik nog eenmaal te hopen, nog eenmaal te wensen. ”Als ik écht wil, zal ik me straks kunnen optrekken aan de regenboog,” bijt ik mezelf toe. Ik bid om het blauw en het zonlicht. En als een wonder zie ik een glimp van de regenboog. Snel ren ik erheen, maar de boog rent ook en is steeds sneller. Ik spring en probeer met mijn handen de boog te grijpen om me eraan op te trekken. Maar ik val met een smak in het drassige gras, de maan vergeten.

Een paar dagen later herinner ik mij de maan en wat ze zei. Ik hoef me niet op te trekken aan de regenboog. Het is nu tijd dat ik zelf ga schijnen. Tijd voor licht! En voorzichtig begin ik te schijnen. Een klein waakvlammetje wordt een lamp en voor ik het weet een baken van licht. En kijk, daar in de wolken ontstaat een boog met kleuren die niemand ooit heeft gezien. Kleuren waarbij gewone regenbogen lijken te verbleken. Ik straal en ik lach. En ik stamel: ”Dank u, God!”

Hilco

Over Hilco

Hilco Scherrenburg (1991) is getrouwd met Gea (1994) en woont in Apeldoorn. In oktober 2021 is hij vader geworden van Samuel* en Matthias*. Hilco houdt van schrijven en wil daarmee ook de herinnering aan zijn zonen levend houden.