Het babyblauw komt me tegemoet, de zoetigheid verblindt mijn ogen. Jarenlang zat jouw kamer op slot, net of ik wilde dat de tijd daar niet zou ontsnappen. Alsof het openen van deze deur alle verdriet weer naar buiten zou laten stromen en alle heftige gevoelens in een klap weer in de lucht zouden hangen. Het was voor mij een belastende kamer, een kamer die ik ook wilde koesteren.  

Soms moet je van dingen afscheid nemen om ze te kunnen verwerken. Verwerken gaat nooit lukken. De scherpe randjes verdwijnen wel maar ze komen soms als een dolksteek onverwachts vanuit een hoek, weer snijdend in mijn ziel. Nu, met mijn ergens-in-de-40-verjaardag in het vizier, moet ik loslaten. Andere dromen realiseren, in plaats van oude krampachtig vast te houden.  

Het verkopen van jouw meubeltjes stuit mij tegen de borst. Om geld te krijgen voor een kinderkamer met al jouw ongedragen kleertjes.  

Een badkuipje, knuffels en een mobiele hanger boven jouw bed. Ik draai eraan en het slaapliedje laat mij breken. Dit kan ik toch niet verkopen? 

Scrollend door mijn Facebookpagina zie ik een oproep staan van een vriendin. Zij zoekt voor kansarme gezinnen in de Randstad spulletjes. Spulletjes voor pasgeboren baby’s en hun ouders die het niet breed hebben. Ik bedenk mij geen moment en mail haar.  

Jouw spulletjes krijgen een goed thuis! Het geeft mij een goed gevoel dat we anderen kinderen nog kunnen helpen en blij kunnen maken met jouw spulletjes.  

Wat dierbare kleine prulletjes hou ik voor mijzelf. Ik kan ze niet weggeven. Ze horen specifiek bij jou. De knuffel met zijn dikke wollige buik houd ik bij mij. Deze knuffel heeft jou vergezeld toen je geboren was en in je kistje lag.  

De rest demonteer ik op mijn gemak, ik neem mijn tijd en laat alles nog door mijn handen gaan voordat het in een verhuisdoos gaat. Elk gekocht voorwerp heeft zijn verhaal, zijn herinnering, maar geen herinnering aan jou. De stichting zal blij zijn met jouw spulletjes en het geeft mij een voldaan gevoel – voor zover je van een voldaan gevoel kunt spreken.  

Als jouw kamertje leeg is, ga ik aan de slag. Het behang met de blauwe sterren stoom ik langzaam af. Ironisch dat we sterretjes kozen voor jouw kamertje. Jouw kamertje, waar je nooit in hebt mogen slapen. Dat je nooit hebt mogen zien. 

Elke centimeter in m’n handen, elke centimeter met zijn verhaal, elke centimeter een herinnering, elke centimeter weer een stapje verder in plaats van stilstaan.  

Verder gaan in een kinderloos leven maakte mij zwaarmoedig, maar deze stap is een teken dat ik verder ga. Verder in een leven met jou in mijn gedachten. Verder met van jouw kamertje een plek te maken waar ik graag en veel zal zijn. Een ruimte voor mijzelf, waar ik de mooiste en prachtigste odes aan jou kan gaan brengen.  

Ik neem afscheid, afscheid van de deur die jarenlang letterlijk op slot zat. Afscheid van de ruimte die ik maar bleef ontwijken. Ik buig het om naar iets positiefs en na weken van klussen open ik de deur en zeg zachtjes in mijzelf: “Dag kinderkamer, welkom schrijfruimte…”

Ankie Stuijts: is 43 jaar en mama van drie (engelen) dochters. De oudste overleed in 2002 en in 2005 is ze bevallen van een doodgeboren tweeling. Zij blikt terug maar kijkt ook vooruit…