“We kunnen nog wel een rondje rijden hoor”, zei mijn Lief, toen we op 2 juni de straat in reden. Ik zou voor het eerst naar huis gaan, zonder Ivy maar mét gebroken hart. “Nee Lief”, zei ik,“ik moet toch een keer naar huis.” Stilletjes hoopte ik dat we geen van de buren tegen zouden komen, want wat moest ik tegen hen zeggen als ze nu vroegen of alles goed ging?

Op 31 mei 2018 om 21.47 uur is Ivy ter wereld gekomen. Trots, dat was het eerste wat ik voelde toen ik mijn kleine meisje in mijn armen kreeg. Ik weet nog dat ik dacht: wow, is ze echt al zo groot? Ik had niet verwacht dat een baby van 24 weken (en 1 dag) al 33 centimeter zou meten.

Oneindig veel hoop
Na de longrijping en het halen van de 24 weken dacht ik wel veilig te zitten. Voorzichtig durfde ik verder te kijken. Ik telde niet meer de minuten maar keek nu naar dagen. Elke dag is er een extra. Ik lag niet meer de hele dag naar de klok te kijken, durfde wat bezoek te ontvangen en durfde langzaam grapjes te maken over deze rotsituatie.

Net zo plotseling als mijn vliezen braken, werd ik ook ziek. Niemand had het zien aankomen en eigenlijk was iedereen net zo verbaasd als ik. Het ging toch allemaal zo goed? Ineens was daar die infectie en moest Ivy zo snel mogelijk geboren worden. Ik werd naar een verloskamer gereden, ik kreeg weeënopwekkers en een infuus met antibiotica – de hele mikmak. Ik kon niet echt bevatten wat er allemaal gebeurde.

Mijn meisje is niet meer
Ik kan me het parfum van de gynaecologe herinneren, de bril van de verloskundige en mijn lieve schoon- en bonusmoeder die me door de bevalling heen hebben gesleept. Ik herinner me nog levendig dat ze voor 21.00 uur de hartslag van Ivy wilden checken. Toen ze deze niet vonden wist ik eigenlijk al genoeg, maar toch werd het echo-apparaat erbij gehaald. Ik keek mee en elke keer als de gynaecologe bij het hartje kwam, haalde ze het apparaatje van mijn buik. Natuurlijk wist ik het al – ik zag het aan haar gezicht en dat van mijn bonusmoeder. Ik zag het aan de echo: Ivy is er niet meer. Ik herinner me de klok: het was 21.02 uur toen ze me vertelde dat Ivy was overleden. Mijn meisje is niet meer.

“Willen jullie bij haar blijven? Ik wil niet dat ze alleen is”
Na een zware bevalling besloten de artsen dat het tijd was voor een manuele placentaverwijdering. Het leek namelijk niet meer helemaal goed te gaan. Ik voelde me leeg toen ik naar de OK werd gereden, maar de leegte die ik voelde toen ik wakker werd uit de narcose zal nooit overtroffen kunnen worden. Het was koud, ik was alleen en ik dacht eerst dat ik ook dood was. Dat stelde me eerst wat gerust, maar al snel volgde paniek. Ik moest naar mijn Lief toe, ik moest naar Ivy toe. Huilend werd ik teruggereden naar mijn kamer.

Een warme knuffel en oneindig veel liefde
Wat ik moest verwachten wist ik niet goed… zou het verdrietig zijn? Mijn bed werd de kamer ingereden en het voelde als een warme omhelzing om daar binnen te komen. Ivy was omringd door liefde, zo ongelofelijk veel liefde. Nog nooit heb ik zoveel liefde gevoeld voor een groep mensen. Iedereen is bij haar gebleven, haar vader en haar opa’s en oma’s. En o, wat hebben wij een mooie dochter weten te maken.

Thuis
We kwamen thuis, zonder Ivy en met oneindig veel verdriet. Maar naast verdriet was er ook liefde en trots. Dat voel ik nog elke dag; als ik haar foto’s zie, over haar praat en aan haar denk. Door dit prachtige mensje ben ik nu moeder.

Joyce de Vries: is 29 jaar, trotse moeder van Ivy Nika* en Nyjah, horeca adviseur en runt daarnaast een vegan blog. Schrijven is een van haar passies en in de meest donkere tijden kan zij hierdoor toch het licht blijven zien.