Vaderdag. Een dag waarom vaders even helemaal kunnen relaxen en verwend worden. Dóór hun kinderen. Vaderdag is voor mij niet zo’n vaderdag. Want het is juist op Vaderdag dat wij, vaders van een overleden baby, onze rugzak met verdriet oppakken die we de rest van het jaar negeren. Een rugzak waar de ‘wat als-jes’ inzitten. ‘Wat als je had geleefd, dan had ik samen met jou de longen uit mijn lijf geschreeuwd als Nederland een doelpunt maakte”. “Wat als je had geleefd, dan had ik samen met jou alle geheimen van de PS5 proberen te ontdekken, die ik nu alleen ontdek” “Wat als je had geleefd, dan had ik je meegenomen op een mini-mountainbike en had ik je ’s morgens vroeg door de moddervelden heen geleid” . “Wat als…”. “Wat als…”.

Het is een diep gat in mijn hart. Waar ik niet over praat, omdat… Ja, omdat dat is wat mannen nou eenmaal niet zo goed kunnen. Althans, deze man niet. Maar het gevoel is er wel. Ik heb je niet kunnen beschermen voor het grootste gevaar dat een mens bedreigen kan: de dood. Ik weet dat het niet klopt om zo te denken, en toch, op kwetsbare momenten, plopt het omhoog. Mijn allesomvattende falen omdat ik je niet heb kunnen behoeden.

Vaderdag. Een dag die elk jaar terug komt. Maar is het niet het vrezen van de dag dat groter is dan de dag zelf? Want vader voel ik me. Vanaf het eerste moment dat ik mijn hand legde op de prachtige zwangere buik van je moeder en ik de eerste kleine schopjes voelde. Vader voelde ik me bij alle echo’s die gemaakt werden, waarop ik je groter en groter zag worden. Vader voelde ik me toen ik zelf je ledikantje in elkaar timmerde en schilderde en je kamertje in orde maakte. En ik voelde mij zelfs een hele trotse vader toen ik de navelstreng doorknipte. Nadat jij, zonder geluid, in doodse stilte, geboren werd. Drie dagen voor de uitgerekende datum stopte het leven voor jou. Op de plek waar je veilig had moeten zijn. En ik heb je niet kunnen beschermen. Volkomen machteloos.

Het vrezen van de dag en dan toch ontdekken dat die dag in liefde doorgebracht kan worden. Dat was, na dat eerste jaar waarin die krater van verdriet bleef razen, mijn doel. Zonder jou, lieve Finn. En zonder de bevestiging dat anderen mij zien als vader. Want hoe ingewikkeld is het om niet mee te kunnen doen met alle andere vaders. De jaloezie die ik dan – met schaamte – voel. Dat je, behalve je eigen verdriet, ook een soort achtergesteld- of buitengesloten-zijn voelt. Hoezeer je het anderen ook gunt: dat vaderschap. Niet alleen een gat in mijn hart. Nee, een krater aan gelaagd verdriet. Net als het gat dat in mijn hart geslagen is toen wij ontdekten dat je ademen buiten de buik jou en ons niet gegund was.

Inmiddels ben ik een aantal jaren verder. Finn past helemaal niet meer in die krater van verdriet, maar in alle kamers van mijn hart. Ik ben niet meer bang voor Vaderdag, wat betekent dat ik dit jaar Vaderdag kan gaan vieren. Niet omdat ik Finn vergeten ben, maar omdat het minder uitmaakt wat anderen van mijn ‘onzichtbare’ vaderschap maken. Of wat ik er zelf van maak. Vandaag vier ik Vaderdag. Want ik ben trotse vader van Finn. En dat staat voor alles wat hij is en wat hij had zullen zijn. En alle vaders voor wie het verdriet verser is of voor wie het ‘vieren’ nog helemaal nog niet zo voelt: die wens ik hoop en acceptatie.

Zodat Vaderdag toch een dag wordt die vanuit het hart, en met grote trots en liefde, gevierd kan worden.

Stille Levens heeft een speciale brochure ontwikkeld voor vaders.