Wat is hij mooi!
De verpleegkundige zegt dat we Tijn gaan ophalen. We lopen mee en zien Tijn in zijn mandje liggen. Een litteken van de obductie op zijn schedeltje, maar wat is hij mooi! Het is de laatste dag dat we hem kunnen zien en vasthouden. Ik til zijn oogleden even op en zie zijn blauwe oogjes. Dan pak ik het mandje op en we lopen door de centrale hal naar buiten. Het liefst wil ik hem aan iedereen laten zien, maar voordat we opstonden heeft de verpleegkundige het dekentje al over zijn hoofdje gedaan. Toch doe ik het buiten af. Ik wil Tijn de buitenwereld laten zien.

Onderweg
We rijden in de auto, Tijn op schoot in zijn mandje, naar het crematorium. Geen Maxi-Cosi achterin. Dit is de laatste dag dat ik zijn lieve voetjes zie, zijn koppie kan kussen. En dat ik Tijn nog even vast kan houden. Straks ben je er echt niet meer…

Ik zie konijntjes wegschieten achter de bomen. Er zitten knoppen aan de takken. De zon schijnt en buiten ruik ik de lente die losbarst. Ik geniet ervan, maar toch… waarom kon Moeder Natuur mijn Tijn niet laten leven? Waarom moet ik al zo snel weer afscheid nemen?

Afscheid nemen
We krijgen een kamer waar we afscheid mogen nemen. Dit doen we alleen, een moment met ons drietjes. Bart speelt gitaar, zijn zelfgeschreven liedje. We zingen liedjes voor Tijn en zeggen nog alles tegen hem wat we willen zeggen. Het is heel fijn zo. Hoe lang we daar zijn weet ik niet. De familie heeft Tijn in het ziekenhuis gezien en daar afscheid genomen. Omdat er geen vooraf besproken draaiboek of rouwdienst is, zie ik ongemakkelijke blikken. Het moment is gekomen. Ze willen Tijn van me overnemen. Ik word verzocht hem over te dragen. Ik weet dat het moet. Er komt opeens een rust over me. Ik loop wel zo ver mogelijk mee. Met nog een laatste kus geef ik het mandje over.

Dag lieve Tijn, tot voor altijd.

Leegte
Thuiskomen is raar. En de opeenvolgende dagen ontdek ik een nieuwe emotie: leegte. Een lege buik, lege armen, een leeg huis en bovenal een leeg gevoel. Het is allesoverheersend, wat bijna tegenstrijdig lijkt als er niets is. De eerste dagen dool ik wat rond in huis. Wat moet ik nu? Ik voel me verdoofd. Lichamelijk voel ik me prima, maar met kraamverband en zoogcompressen blijft het gevoel van kraamvrouw zijn. En ben ik wel moeder, nu er geen baby is?

Vertellen over Tijn
Gelukkig komen er genoeg mensen over de vloer. Ik vertel over Tijn. Hoe hij in het vlies is geboren. Hoe hij zijn handjes om de navelstreng hield. Hoe mooi hij was. En hoe trots we op hem zijn. Mensen luisteren. Ze condoleren me en feliciteren me, wat ik beide erg fijn vind.

Ik ben toch moeder. Ik laat trots foto’s van hem zien. Dit is mijn zoon.
Voor altijd.

Aukje Hilgers: leerkracht in het speciaal onderwijs, getrouwd met Bart en moeder van 3 mooie kinderen: Tijn*, Hidde en Tinne, die zij koestert in haar hart of met een dikke knuffel.