We zitten in de wachtkamer van de huisarts, ik ben vrij ontspannen. Onze dochter heeft koorts en is al een aantal dagen op en af niet zo lekker. We gaan bijna op vakantie, dus voor de zekerheid laten we haar nakijken. We hebben een fijne huisarts, dus ik heb er alle vertrouwen in dat ze haar goed zal nakijken.

We worden opgehaald door een jonge, vriendelijke vrouw. Er kijkt iemand mee,’ denk ik nog en ik vind dat prima. We lopen naar de spreekkamer, maar daar zit niemand anders. Ik voel een lichte paniek opkomen. Ik vraag meteen waar mijn eigen huisarts is en dan blijkt deze arts een waarnemend arts te zijn. De paniek slaat toe. Mijn eerste gedachte is: hier heb ik dus niks aan, ik weet niet of zij eerlijk is, ik weet niet of zij de waarheid spreekt, ik weet niet of zij mijn dochter echt goed nakijkt of maar wat zegt om mij gerust te stellen. Kan zij wel beoordelen of mijn dochter ziek is of misschien iets heel ergs heeft, waaraan ze misschien wel dood kan gaan?’

Want zo ging het eerder ook, toen ik zwanger was. De verloskundige zei dat alles goed was, artsen bleven maar zeggen dat het allemaal goed kon komen. Tijdens mijn eerste zwangerschap, van Boris*, maar ook tijdens de zwangerschap van Saar*, het dreigde allemaal mis te gaan. Ik wist dat het mis zou gaan en toch bleven ze maar zeggen dat het goed kon komen, tot ik in het ziekenhuis lag tijdens mijn derde zwangerschap, met Simon* in mijn buik.

De gynaecoloog maakte een echo van Simon* die toen nog springlevend in mijn buik zat. Ik wist dat het niet goed zou komen, maar natuurlijk bleef ik hopen. Vlak voordat de gynaecoloog de kamer uitliep, vroeg ik: ‘’Dokter wilt u het alstublieft eerlijk zeggen, is er nog een kans dat dit goed gaat komen?’’ Ik zag zijn aarzeling, hij keek mij aan. Ik herhaalde mijn vraag. Ik keek hem aan, zijn mond ging open en ik zag zijn lippen bewegen. ’’Ik denk niet dat het goed gaat komen, die kans is echt erg klein.’’ Het was een keiharde boodschap die mij ergens ook rust gaf, want ik wist al dat dit het antwoord zou zijn. Ik voelde dat het niet goed was, ik voelde dat ik weer te vroeg zou gaan bevallen. Hij zei alles wat ik niet wilde horen, maar hij was eerlijk. Ik kreeg geen valse hoop, maar de waarheid.

Deze boodschap heeft zo veel voor mij betekend. In mijn vierde zwangerschap heb ik me vastgeklampt aan deze gynaecoloog. Iedere week zat ik in zijn behandelkamer en iedere week zei hij dat – voor zover hij het kon zien – het er goed uit zag. Ik vertrouwde hem. Ik wist dat als het niet goed zou zijn, hij dit ook zou zeggen.

Mijn eigen huisarts was altijd nauw betrokken tijdens mijn zwangerschappen en ik heb een goede band met haar. Ik vertrouw haar en ik weet dat ook zij eerlijk is en geen risico zal nemen. Maar nu sta ik dus niet bij mijn eigen huisarts, maar in de behandelkamer van de waarnemend huisarts.

De paniek is zichtbaar, ik geef ook duidelijk aan dat ik niet blij ben met de situatie. Mijn partner seint naar me dat het goed is en dat ik een beetje rustig moet doen. Pas op dat moment kom ik weer terug in de realiteit. Ik besef dat mijn gedachten gebaseerd zijn op die eerdere gebeurtenissen, op de angst om weer een kind te verliezen.

Ik besluit dat het voor nu oké is en laat mijn dochter nakijken door de waarnemend huisarts. Gelukkig is er niets ergs, als de klachten niet verminderen adviseert ze om later in de week nog even terug te komen. Nog diezelfde dag maak ik een afspraak bij onze eigen huisarts voor later in die week. We bespreken de situatie van afgelopen week en ze kijkt onze dochter na en bevestigt wat de waarnemend huisarts ook al zei. Ik besef maar al te goed dat de waarnemend huisarts een prima arts is en dat mijn angst gebaseerd is op het verlies van mijn kinderen. Maar toch had ik deze afspraak met mijn eigen huisarts even nodig.

Rianne

Over Rianne

Rianne Hofman - van Velthoven (1989) woont samen met de liefde van haar leven in Berkel en Rodenrijs. Samen hebben zij vier kinderen Boris* (2015), Saar* (2016), Simon* (2018) en Noor (2022). Rianne schrijft over haar verlies, dit heeft haar de afgelopen jaren geholpen om haar verdriet, maar vooral ook de intense liefde voor haar kinderen kwijt te kunnen. Daarnaast houdt ze van een wandeling langs het strand of in het bos, skeeleren, lezen en tekenen.