Categorie: Blog

Moederdag

Moederdag

Terwijl ik nog in bed lig, hoor ik gerommel in de keuken. Eerst bij de pannenkast, dan hoor ik mijn man schreeuwen. Waarschijnlijk heb ik de pannen er weer eens allemaal zo in geduwd, terwijl ze beter netjes gestapeld hadden kunnen worden. 

Ik glimlach bij het horen van het vallen van de pannen in combinatie met het gemopper van Jan en ik besef dat hij probeert uit te pakken voor Moederdag. 

Het is 14 mei 2023. Nog maar twee weken geleden werd ik moeder van het mooiste meisje dat we ons konden wensen.

Maar ze leefde niet. 

Met al mijn moed verzameld loop ik naar beneden, waar ik zie dat mijn man de tafel heeft gedekt en een ontbijtje voor me heeft gemaakt. Hij staat daar weifelachtig, zich afvragend of dit wel gepast is vandaag. Het voelt prettig dat hij er toch aan gedacht heeft en ik besluit ook iets voor Vaderdag te doen.

Hij had me eerder deze week al gevraagd naar mijn verwachtingen voor Moederdag, maar het was nog te vers voor mij om daarover na te willen denken. We hebben tegen mijn moeder gezegd, dat we niet zouden langskomen.

Maar nu besluiten we toch naar de familie te gaan.

Mijn man vraagt zich af of ik het wel aankan, met mijn kleine neefje van bijna één jaar oud erbij. Ik geef aan dat ik het niet te confronterend vind en we gaan naar mijn ouders.

Niemand had op ons gerekend, dus we overvallen ze een beetje met onze komst. 

Tijdens de brunch zie ik mijn man gezellig kletsen met zijn kleine vriendin, mijn nichtje Suus. Het tafereel ontroert me en ik loop de kamer uit om mijn tranen te laten vloeien in de hal, zittend op de vloer, waar ik vroeger als kind ook zat als ik verdrietig was. 

Mijn ouders komen me troosten en als ik vraag of ze mijn man willen sturen, zie ik een stukje van mijn vaders hart breken. Het lijkt tot hem door te dringen dat dit iets is waarbij hij zijn kind niet kan troosten. 

Wanneer mijn man bij me komt zitten, voel ik een lichte opluchting. Ik val in zijn armen en besef dat het misschien toch te snel was om hier nu te zijn. Ik geef aan dat ik liever wegga. Ik wil bij haar zijn.

We nemen afscheid van de familie en rijden naar haar grafje, waar we een poosje zijn en een bloemetje neerleggen. 

We maken nog een rondje en omdat het heerlijk weer is eten we een ijsje op het terras.

We voelen ons beiden goed bij het idee om terug te gaan naar het huis

van mijn ouders. Daar is de meeste visite al weg, maar mijn oudste broer en zijn vrouw zijn er nog met de kinderen. 

Met een trilling in mijn stem vraag ik of ik mijn neefje even mag vasthouden. Terwijl hij zijn kleine lijfje tegen mij aandrukt, zitten we samen op de bank.

Ik koester het moment, terwijl tranen mijn ogen vullen en mijn hart zich opnieuw vult met liefde voor mijn neefje. Liefde waarvan ik bang was dat ik die niet meer zou durven voelen.

lees meer...
1 Jaar

1 Jaar

Lieve Benja,

Een jaar geleden was het een druilerige maandag. Al begon die 8 mei vol kleur. Ik nam nog snel een foto van je stralende moeder voor het raam. Er was nog een beetje zon en het werd het mooiste beeld van haar dat ik kende. De trots, vreugde en de verwachting. Het straalde op me af; we gingen naar het ziekenhuis en je eindelijk echt ontmoeten!

Nog geen uur later was de zon echter volledig verdwenen en was alles grauw als de nacht. Wat we thuis nog niet wisten, werd in het ziekenhuis heel snel duidelijk. Via de CTG en echo kon niemand meer het geluid van jouw hartje vinden. Ik weet nog dat ik hardop wilde zeggen dat het goed kwam, zoals ik altijd tegen je moeder zei, maar nee, dat sloeg nergens meer op. Mijn brein kon niet bij de werkelijkheid.

Ergens in die laatste dag heb jij gevochten voor je leven. Door een bizarre samenloop van zaken die niemand verklaren kan, verloren we jou echter voordat we je goed en wel mochten hebben. We kwamen in een schizofrene achtbaan. Je moest nog geboren worden, terwijl we spraken over je afscheid. Ik had je nog niet vast en we spraken over koelmatrasjes.

Toen ik je eenmaal vast mocht houden, genoot ik huilend van jouw nog warme lijfje op mijn huid. Ik voelde je haartjes kriebelen tegen mijn kin. Ik kan het nog voelen. De verbinding tussen vader en zoon was direct daar en die blijft!

Sindsdien is er ontzettend veel gebeurd en alles blijft ingewikkeld. Soms kijk ik bijvoorbeeld naar je foto of je lampje en krijg ik een lach om mijn mond, soms komt er juist een traan. In het afgelopen jaar zijn je moeder en ik een nog sterker team geworden. Je opa en ik hebben nog mooier contact en we namen je in gedachten mee tijdens het vliegtuigen kijken. Het zijn maar wat voorbeelden van vele veranderingen. Je brengt liefde en verbinding. Je opent harten en hoofden waar je het niet verwacht.

Dat heeft echter een indrukwekkende keerzijde. De liefde en zorg die ik jou wil bieden kan ik eigenlijk niet kwijt. Dit jaar was afgeladen met verdriet en onvervulde gevoelens. Ik moet opnieuw leren wat goed voor me is en waar ik goed aan doe. Genieten is ingewikkeld. Onze reden van leven werd weggeslagen en ik voel me onzeker.

Wat ik wel zeker weet, is dat ik je altijd meeneem in ons heden en onze toekomst, in mijn gedachten en mijn zijn. Door jouw naam te noemen en hopelijk ook door jouw naam heel vaak te horen. Want als ik je naam hoor, dan ben je er. Je mag niet worden vergeten.

Benja, bedankt voor jouw komst, bedankt dat je mij vader maakte, bedankt voor alles wat jij bracht en brengt en voor alles wat je kost. Uiteindelijk kom ik er sterker uit. Met jou, met je moeder, met ons gezin. Je groeit door in ons! Steeds beter, steeds mooier en soms ook gewoon keihard en lelijk.

lees meer...
De deur

De deur

Alle eerste keren na het verlies van onze dochter Fem waren moeilijk en confronterend. Iedere keer weer de confrontatie dat het leven doorgaat en dat we al deze gebeurtenissen niet met haar mogen delen. Dat eerste jaar zonder haar zijn we al een keer rondgegaan.

Nu we weer een jaar verder zijn, mag ik ervaren dat die moeilijke momenten zullen blijven. Ook heb ik geleerd dat die momenten bij mij vaak samenvallen met een naderende datum of gebeurtenis.

In dit geval is het de datum dat ik uitgerekend zou zijn van Fem.

Het lijkt wel alsof er in de weken voorafgaand aan deze datum er een deur in mijn hoofd wordt opengezet. Of ja, eigenlijk staat deze deur altijd op een kier. Vaak heb ik wel al door dat er een lastigere periode aanbreekt. Dat begint al met spanning die ik in mijn kaken voel, maar ondanks dat probeer ik het vaak nog te ontkennen. Waarom doe ik dat? Ja, dat weet ik eigenlijk wel.. Wanneer ik de deur wagenwijd openzet, kan ik het allemaal niet meer tegenhouden. Het stukje zelfbescherming is dan weg waardoor ik de pijn en het verdriet van haar gemis alleen maar beter voel. Soms is het makkelijker om maar ‘gewoon’ met het dagelijkse door te gaan. Juist op de momenten dat ik alle gedachten en gevoelens kan toelaten, voelen die pijn en dat verdriet weer zo intens. Ik vraag me af of die pijn ooit echt minder gaat worden

Ook nu is het weer zo’n periode voor mij. Ik moet veel aan haar denken. De tijd gaat verder, we zien onze zoon opgroeien. Maar Fem blijft altijd ons mooie, kleine meisje. Soms kan ik me nog niet voorstellen dat we nooit gaan weten hoe ze er nu uit zou zien, hoe ze als peuter zou zijn. Het voelt zo oneerlijk dat we haar nooit gaan zien opgroeien.

De scherpe randjes zijn er na een tijdje echt wel vanaf gegaan. Maar iedere keer als ik weer door een moeilijkere periode ga, weet ik dat de pijn en het gemis altijd zullen blijven.

En die deur? Die gaat uiteindelijk wel weer op een kier. Maar dicht zal die nooit gaan, want iedere dag wordt er aan Fem gedacht. Ze is onderdeel van ons leven.

lees meer...
Knaagwoorden

Knaagwoorden

Soms zijn er van die woorden die mensen zeggen als het gaat over onze overleden zoon Arthur. Dat mensen vragen hoe het met ons gaat of dat we het over Arthur hebben en hoe alles is gegaan.

Het is zo fijn als we het daar af en toe over mogen hebben. Dat hij ook bij anderen nog voortleeft in hun gedachten. Dat ze dat doen waardeer ik enorm.

Soms zijn de gekozen woorden toch wat “ongelukkig”. Maar ik ben positief ingesteld en ga uit van de beste intenties van mensen. En toch, en toch… soms wordt er ook iets met ongetwijfeld de beste intenties gezegd dat niet zo lekker binnenkomt.

Laatst kwam ik in het ziekenhuis een verpleegkundige tegen die ook voor ons gezorgd heeft in de periode dat we in het ziekenhuis lagen na de stilgeboorte van Arthur. Inmiddels is dat bijna zeven jaar geleden. Dus dat ze het nog weet en ernaar vraagt, vind ik bijzonder en hartverwarmend.

Gelukkig kon ik zeggen dat het goed met ons gaat, Arthur hoort bij ons gezin. Luchtig het ene moment, rauw het andere moment. Dat je opeens beseft dat we een kindje bij ons moeten missen. Rouw ligt altijd op de loer. Maar we durven te zeggen dat het goed gaat. Wie had dat destijds gedacht?

We praatten nog wat verder over van alles en nog wat. Ook over onze kinderen. En toen zei ze ineens “Ik moet er niet aan denken dat een van onze kinderen dood zou gaan. Ik zou dat niet kunnen.” Op dat moment dacht ik er niet veel van.

Toch bleven de volgende dagen die woorden Ik zou dat niet kunnen” door mijn hoofd spoken. Ik dacht er steeds over na. Het werden van die knaagwoorden” die terug bleven komen. Ik merkte dat ik er toch wat verdrietig en geïrriteerd van raakte.

Ik denk dat niemand dit zou kunnen. Ik doe het, leven met het verdriet van het verlies van onze lieve Arthur. En toch, ik kan dat óók niet. Ik denk dat niemand dat kan. Of het je eenmaal of meerdere keren overkomt, niemand kan het ooit. Je doet wat je kunt en mijn ervaring is dat na verloop van tijd het leven gelukkig ook weer andere kleuren laat zien dan zwart en grijs. Maar nee, niemand kan dit.

Door dit voorval is het mij zo duidelijk geworden hoe lastig het is om de juiste woorden te vinden. Hoe je ze hebt bedoeld is niet altijd hoe het wordt ontvangen, laten we daar naar elkaar bewust van blijven. Toch wil ik blijven geloven in de beste intenties van mensen. Ook al knaagt het soms wel…

lees meer...
Nachtelijke bezoekjes

Nachtelijke bezoekjes

Je staat aan mijn bed. Net als je broertje en zusjes altijd doen. Opeens, midden in de nacht. Ik praat tegen je. Half slaapdronken. Ik open mijn ogen en je lost op in het niets.

Deze nachtelijke bezoekjes voel ik vaker. Al twijfel ik soms of mijn hoofd een loopje met mij neemt. Misschien verzint mijn hoofd het wel, om mijn verdriet te stillen. Ik wil je dichterbij voelen, maar soms lijk je zo ver weg. Ik ben niet erg spiritueel. Ik weet niet eens wat ik geloof, maar toch haal ik heel veel kracht uit deze nachtelijke bezoekjes.

Mijn hoofd heeft zich in ieder geval een beeld gevormd van hoe je eruit zou zien en voor heel even ben je dan echt bij mij.

In deze periode ben ik meer met je bezig. Nog twee maanden en dan is het alweer acht jaar geleden. Acht jaar. Het voelt lang en kort tegelijk. In die acht jaar is er zo ongelofelijk veel veranderd. Ben ik zo ongelofelijk veel veranderd. Ik denk dat veel mensen van vroeger mij haast niet zouden herkennen. Ja, aan mijn uiterlijk maar niet aan al het andere.

Ik merk dat ik minder scherp ben in deze periode. Ik ben meer met je bezig en ik vind het ook fijn om met je bezig te zijn. Al twijfel ik veel of de buitenwereld daar ook zo over denkt. Voor hen blijf je al snel hangen in je verdriet. Al ervaar ik dat zelf anders. Mijn verdriet sterkt mij in wie ik ben of wie ik wil zijn.

Door jouw geboorte en je veel te snelle vertrek zie ik de wereld door andere ogen. Mijn waarden, normen, uitdagingen en zoveel andere dingen zijn verlegd. De zoektocht is lang en ik kom mijzelf in heel veel facetten van het leven tegen. Ik zie op tegen situaties waar ik vroeger met volle vaart in zou zijn gerend en aan de andere kant durf ik risico’s te nemen waar ik voorheen zeker voor zou zijn weggelopen.

Ik roep vaak dat de prijs te hoog is. Ja, ik vind de dingen die ik nu doe heel erg fijn, maar de prijs die ik er voor heb betaald is veel en veel te hoog. Maar goed, de situatie veranderen kan niet meer. Het is mij immers al overkomen. Ik moet en zal er het beste van maken, met jou in mijn hart. Als ik je in mijn hart bewaar, raak ik je namelijk nooit meer kwijt.

lees meer...
De laatste keer compleet

De laatste keer compleet

Met Nora in haar mandje tussen ons in gaan we op weg naar de begraafplaats.

Samen zitten we op de bank in ons kamertje in het gasthuis, de ruimte waar ons meisje de afgelopen dagen opgebaard lag. Zo’n klein baby’tje in een rieten mandje. Het mandje waarin ze over enkele uren begraven zal worden.

Ik voel een flinke brok in mijn keel. De tranen komen maar niet vandaag. Ik vraag me af of dit is omdat ik me groot probeer te houden, of dat ik later zal instorten. Ik kijk naar buiten en zie dat het regent. ‘Past goed bij deze dag’ denk ik nog.

Ik merk dat ik het moeilijk vind om te beseffen wat er vandaag allemaal gaat gebeuren, terwijl ik toch echt met mijn overleden kindje op schoot in de armen van mijn man zit.

Het is vijf dagen na de bevalling. De hormonen gieren door mijn lijf, dat voelt dat ik voor mijn kindje moet zorgen. Mijn lichaam maakt melk aan, voor een kindje dat ik nooit mag voeden.

Mijn gedachten dwalen af en voor mijn gevoel ben ik in veel dingen tekort geschoten in het voorbereiden van de begrafenis. Ons kleine meisje heeft geen kleertjes aan, want we hebben niet op tijd iets kunnen vinden dat past. Ze is in doeken gewikkeld en dat voelt heel raar. Het voelt alsof alles wat we de afgelopen dagen gedaan en geregeld hebben, niet genoeg was.

Maar is het ooit genoeg? Dit is het enige moment dat we echt voor haar kunnen zorgen. Hebben we wel de juiste muziek? Is het niet raar dat ik zelf wil spreken in de afscheidsdienst, omdat ik de tekst zelf geschreven heb? Durf ik dat wel? Gelukkig neemt onze uitvaartbegeleider het over als ik niet durf. Dit is een geruststellende gedachte.

Ik ben met zoveel bezig in mijn hoofd, om maar niet bezig te zijn met het feit dat we zo definitief afscheid moeten nemen van ons kind. Onze baby, waar we zo naar toe hebben geleefd.

Ik ben in gedachten verzonken als ik merk dat de deur opengaat en Helga, onze uitvaartbegeleider, binnenkomt. Ik zie aan haar gezicht dat het tijd is. Tijd om ons kindje in haar mandje te leggen. Het is een wit rieten mandje, met een wit kussentje, waarop ze komt te liggen. Zo gekozen omdat dit wat ‘zachter’ aan zal voelen dan een klein doodskistje.

We staan met z’n tweeën naar haar te kijken. Haar mooie gezichtje nog eens goed in ons op te nemen, maar geen van ons beiden lijkt aanstalten te maken om de deksel op het mandje te doen. Ik neem hierin uiteindelijk het voortouw, als het tijd is om te vertrekken. Ik pak vastberaden de deksel en leg hem op het mandje. Alsof ik een pleister van een wond trek, niet nadenken maar doen.

Samen maken we de knoopjes vast, om het mandje dicht te maken. Jan pakt onze jassen, de auto met de chauffeur staat buiten al op ons te wachten. Met knikkende knieën loop ik naar de auto toe, met het kleine witte mandje in mijn handen. We zitten op de achterbank. Jan en ik, met Nora in haar mandje tussen ons in. De laatste keer samen als gezin compleet. Wij drieën.

We houden elkaars hand stevig vast, terwijl onze handen op het mandje liggen.

Het is stil in de auto. Ik merk dat ik dit lastig vind. Deze stilte geeft ruimte voor gedachten en gevoelens om binnen te komen en dat is iets wat ik op dit moment niet wil toelaten. Ik probeer af en toe een luchtig grapje te maken of iets aan mijn man te vragen, maar de spanning en emotie zijn ook van zijn gezicht af te lezen. Langzaam rijden we af op de begraafplaats. De plaats waar de urn van de vader van Jan ook staat.

Zo zal ons meisje altijd dichtbij haar opa zijn.

 

lees meer...
Geen regenboog om me aan op te trekken

Geen regenboog om me aan op te trekken

Een regenboogbaby komt er niet altijd na een stilgeboorte. Dat is een rouwproces op zich.

Hoe leef je dan verder en vind je ooit weer levensgeluk en levensinvulling? Hilco schreef er een blog over.

Geen regenboog om me aan op te trekken

Grijze wolken trekken over ons huis. Regen klettert neer en sijpelt de grond in. Verderop worden babygrafjes nat nu de hemel huilt. Ik kijk of er een zonnestraal door de wolken breekt, een blauw gat in de donkergrijze deken. Want een beetje zon geeft al hoop, soms zelfs een boog, waaraan ik me kan optrekken om even de hemel aan te tikken. Maar de hemel is afgedekt, ik moet door de regen gaan. Voor mij geen blauw of een straaltje goud, nee, ik moet in de regen blijven staan. Voor mij geen vrolijke kleuren van de regenboog, maar een zware donkere wolk die alles domineert.

Met alle kracht bouw ik een toren hemelhoog. En als ik boven sta, scheur ik met al mijn kracht het wolkendek open. Maar het lukt me niet. De wolken lijken steeds dikker en ik sta hier in de mist tussen hemel en aarde. Ik bid: ”God, breek de hemel open en geef me licht, leven en hoop! Geef mij Uw ongrijpbare boog!” Maar de mist slokt al mijn geluiden op. Moet ik soms een hogere toren bouwen?

Laat ik naar beneden gaan en naar de zwanen gaan. Laat ik op hun rug gaan staan en als ze boven de wolken vliegen, zal ik de wereld overzien. Dan grijp ik de maan met haar soezige gezicht en schud haar wakker. Ze zucht: ”Waarom wil je je optrekken aan de regenboog? Schijn je licht waar je woont en heus, het zal lichter worden.”

Eenmaal beneden plenst het als nooit tevoren. Gedesillusioneerd, maar ook strijdvaardig, besluit ik nog eenmaal te hopen, nog eenmaal te wensen. ”Als ik écht wil, zal ik me straks kunnen optrekken aan de regenboog,” bijt ik mezelf toe. Ik bid om het blauw en het zonlicht. En als een wonder zie ik een glimp van de regenboog. Snel ren ik erheen, maar de boog rent ook en is steeds sneller. Ik spring en probeer met mijn handen de boog te grijpen om me eraan op te trekken. Maar ik val met een smak in het drassige gras, de maan vergeten.

Een paar dagen later herinner ik mij de maan en wat ze zei. Ik hoef me niet op te trekken aan de regenboog. Het is nu tijd dat ik zelf ga schijnen. Tijd voor licht! En voorzichtig begin ik te schijnen. Een klein waakvlammetje wordt een lamp en voor ik het weet een baken van licht. En kijk, daar in de wolken ontstaat een boog met kleuren die niemand ooit heeft gezien. Kleuren waarbij gewone regenbogen lijken te verbleken. Ik straal en ik lach. En ik stamel: ”Dank u, God!”

lees meer...
Ik hou van je en ik mis je

Ik hou van je en ik mis je

Lieve Ella, al een jaar lang ben ik een super trotse moeder. Ik hou van je en ik mis je

Precies een jaar geleden werd ik voor het eerst moeder. Moeder van een stil meisje. Ze huilde niet toen ze op m’n buik werd gelegd.

Dat ze niet meer leefde kregen we een aantal dagen daarvoor te horen. Plotseling, zomaar, uit het niets. Geen waarschuwing, geen teken. Ik lag op de bank bij de verloskundige toen ze me vertelde dat het niet goed was. “Wat bedoel je, niet goed? Wat betekent dat?” vroeg ik nog. Ik had verwacht dat er overal alarmbellen af zouden gaan en er honderden mensen binnen zouden stormen om jou te redden. Maar er viel niets meer te doen, het was al gebeurd. Jouw hartje was gestopt met kloppen.

Ik kon het niet geloven, raakte totaal in paniek. ‘Als er iets mis is met mijn kind voel ik dat als moeder wel aan’, dacht ik altijd. Maar er bleek geen enkele aanwijzing. En ook geen enkele oorzaak. Elke dag zoek ik naar antwoorden die ik nooit zal vinden.

Mijn eerste kind, mijn eerste dochter. Die ik nooit meer vast zal houden, nooit naar school zal brengen en waarvan ik nooit het woordje ‘mama’ zal horen.

Ik mocht haar bijna 30 weken dragen. En toen ze eenmaal werd geboren, was ik gelijk verliefd. Wat was ik trots. Eindelijk kon ik haar ontmoeten, ik was zo benieuwd naar haar. Ze zeggen altijd dat je je eigen kind het knapste vindt. Nou, deze wás ook echt het knapste. Ik was er helemaal van ondersteboven. Dat wij zoiets moois hadden gemaakt. Ze was helemaal af, met blonde haartjes en wimpertjes en de liefste vingertjes en teentjes die ik ooit had gezien.

Dat er nooit een oorzaak is gevonden voor haar overlijden vind ik misschien nog wel het allermoeilijkste. Dat ik niet weet of de geschiedenis zich zal herhalen. Dat ik niet weet of ik het had kunnen voorkomen. Dat ik haar niet kan vertellen dat het beter is zo, want dat is het niet. Ze had gewoon bij ons moeten zijn.

Ik heb me zo lang schuldig gevoeld. Nog wel eens, eigenlijk. Schuldig dat ik niks heb gemerkt, dat ik haar niet heb kunnen beschermen. Mijn buik zou een veilige plek moeten zijn. Waarom had mijn lichaam ons zo in de steek gelaten? Waarom kon ik haar niet redden? En ondanks dat het me heeft gebroken, zou ik het niet ongedaan maken als het kon. Als dat zou betekenen dat ik Ella nooit had gekend. Doe me dan maar het verdriet en de pijn, maar daarmee ook de liefde. Want het heeft me niet alleen maar dingen gekost, het heeft me ook heel veel gebracht. De liefde die ik voor haar voel overvalt me soms. Een extra luikje in m’n hart dat open is gesprongen toen ze in m’n armen lag. Ik had geen idee dat dat luikje er was. Ze heeft me geleerd om zachter voor mezelf en anderen te zijn. Om

vertrouwen te hebben. Om hard te huilen en om hard te lachen. En dat het allemaal oké is.

Lieve Ella, al een jaar lang ben ik een super trotse moeder. Ik hou van je en ik mis je, elke dag opnieuw. En ik hoop stiekem dat jij ons ook een klein beetje mist. Vandaag bakken we taart, hangen we slingers op, pakken we cadeautjes voor je uit, zingen we voor je en praten we oneindig veel over je. We vergeten jou echt nooit.
Voor altijd ons lieve kleine meisje.

Dikke kus van mama

lees meer...