Categorie: Blog

Willen jullie hem ook een naam geven?

Willen jullie hem ook een naam geven?

9 oktober 2021.

”Willen jullie hem ook een naam geven?” Alsof we daar nog over na moeten denken! Natuurlijk krijgt hij een naam, een naam die hij al had voor zijn geboorte en die we nu uit mogen spreken. ”We willen hem Samuel noemen,” zeggen we tegen de verpleegkundige. ”Sá-mu-el,” herhaalt ze op een gedragen toon, ”wat een prachtige naam.” We zijn trots dat zijn naam nu echt aan hem verbonden is, aan dat mooie, lieve jongetje. We zeggen het tegen elkaar: ”Het ís ook een Samuel.” Zijn naam past bij hem. Hij is hem op het lijf geschreven.

Voor ons is zijn naam een bewuste keuze. We hebben ervoor gekozen om geen familieleden te vernoemen. Veel gelovige ouders geven hun kindje een naam van iemand die een rol speelt binnen de religie. Dit is voor ons niet perse een must, maar in het geval van Samuel wel toepasselijk. ‘Samuel’ betekent ‘van God gebeden’. In de Bijbel staat het verhaal van een vrouw die jarenlang uitkeek naar een kindje, dat maar niet geboren werd. Ieder jaar vroeg ze in de tempel aan God of ze een kindje mocht krijgen. Tot ieders verrassing werd haar gebed verhoord en noemde ze haar zoontje ‘Samuel’. Dit verhaal spreekt ons aan, omdat wij ook al langere tijd uitkijken naar een kindje. Als het een jongetje wordt, zal het de naam Samuel dragen.

13 oktober 2021.

”Willen jullie hem ook een naam geven?” Uiteraard! We hebben vier namen bedacht: twee jongensnamen en twee meisjesnamen. Steeds waren we ervan uitgegaan dat één van de twee sowieso een jongetje zou zijn, puur gevoelsmatig. Nu hebben we twee zoontjes ontvangen. Ook dit tweede jongetje is lief en prachtig. Een heel ander mannetje dan z’n broer en toch… en toch: ze horen bij elkaar en bij ons! ”Dit is Matthias,” zeggen we trots. ”Wat een mooie naam! Schrijf ik het zo goed?” De verpleegkundige schrijft zijn naam op een kaartje. Ja, goed geschreven. We kijken elkaar aan en zeggen: ”Ja, dit is Matthias!”

De naam ‘Matthias’ ligt in dezelfde sfeer als die van Samuel. ‘Matthias’ betekent ‘geschenk van God’. En zo ervaren we dat ook. Ons gebed is dubbel verhoord! Samuel en Matthias, een twee-eenheid, maar allebei ook unieke mensjes. Net als wij, hun ouders.

Wat is het ontzettend treurig dat hun namen nooit zullen vallen op het schoolplein, op hun verjaardagsfeestjes, tijdens het spelen op straat. Dat wij ze nooit zullen roepen voor het eten, of wanneer ze naar bed moeten. Of als we op het strand zijn: ”Matthias, wat heb je een mooi kasteel gebouwd!” en: ”Samuel, heb jij die zeester gevonden?” Des te meer is het zo goed en fijn om – ook al zijn ze niet fysiek bij ons – toch hun namen te blijven noemen, letterlijk ook. Dat is niet raar of ongepast. Dat is het wel als hun namen expliciet niet worden genoemd. En dat is helaas vaker regel dan uitzondering. Alsof Samuel en Matthias en al die andere stil geboren kindjes er niet meer mogen zijn. Alsof ze er nooit geweest zijn. Maar ze zijn er wel geweest. En ze zijn er nog steeds. Ze leven voort in ons hart en leven. We zijn het aan hen en aan ons als ”sterrenouders” verplicht om hun namen te blijven noemen. Dat zijn ze waard!

”Willen jullie hem ook een naam geven?” Ja, natuurlijk! Een naam voor een kindje om nooit te vergeten, om te koesteren. Een naam om nog eens te spellen en uit te spreken.

We noemen hem Samuel.

We noemen hem Matthias.

lees meer...
Opnieuw zwanger

Opnieuw zwanger

Ik staar naar het knalgele emmertje op het ladekastje. Het is al vol. Dan kijk ik naar de blauwe plekken op mijn benen. Ik zoek een leeg plekje. Maar met het spuitje in mijn hand dwalen mijn ogen via de spiegel naar mijn opbollende buik. Ik ben alweer een tijdje ‘onderweg’.

En na de eerste opwinding van deze nieuwe zwangerschap volgt meteen ook de spanning. Dagelijks spuit ik een bloedverdunner in mijn benen. Alles voor een gezonde zwangerschap! Hoewel het geen enkele garantie geeft dat het dit keer wél goed gaat. Hoe zal deze zwangerschap verlopen?

Ik eet gezond, beweeg en fiets dagelijks een rondje. En hoewel ik wéét dat ik geen schuld heb gehad aan Tijns dood, lijkt het alsof ik toch probeer het deze zwangerschap nog meer ‘goed’ te doen. Ik ben me meer bewust van de baby in mijn buik, met wie ik meer contact probeer te maken. Ik let op mijn voeding, medicatie en ga trouw naar alle controles. Na elke echo haal ik opgelucht adem. Ook probeer ik meer te genieten van alle voorbereidingen, die tegelijkertijd ook confronterend zijn. Er komt een ander kindje te liggen in deze wagen…

Waaraan is mijn baby overleden? Hoe kon het gebeuren?

Maakt het uit waardoor je baby is overleden, waardoor hij er niet meer is?

Niet voor het gemis, voor de gedachten van hoe het zou kunnen zijn. Het gevoel van leegte gaat er niet van weg. Maar het maakt uit voor de toekomst.

Het zal toch niet… Niet nóg een keer… Dat kan toch niet…

De kans op herhaling is aanwezig. Bloedpropjes in de placenta hebben gezorgd voor onvoldoende voeding voor de baby, waardoor hij niet kon groeien. Bij mij is een afwijking in de bloedstolling gevonden. Ook immuniteit zou een rol kunnen spelen, waarbij ‘vreemde’ cellen (die van de vader) worden afgestoten. Of een combinatie van beide. Het blijft onduidelijk. De angst dat het opnieuw mis kan gaan is er continu. En ik weet dat ik er geen enkele invloed op heb… Dus spreek ik mezelf moed in.

Ik trek mijn broek over mijn benen, leg mijn handen op mijn buik en denk: wij gaan het samen redden. Even later fietsen we samen door de polder. De knoppen komen aan de bomen en ik zie de ganzen alweer over trekken. Ooievaars klapperen op de palen in de weilanden. Het maakt me blij en triestig tegelijk. De maanden lopen parallel. Dit heb ik al eens meegemaakt. De natuur belooft weer volop leven. En dit keer is het anders.

Met het groeien van mijn buik, met het voelen van elke beweging, met elke goede (extra) echo, het passeren van weer een weekgrens, neemt mijn vertrouwen toe. Dit kind zal leven.

(en dat doet ie!)

lees meer...
Sam

Sam

Hoe dan ook, of ze mag blijven leven of dood gaat, ze krijgt een naam

SAM

Ik ben zwanger van ons vierde kindje. Mijn bolle buik wordt steeds dikker. Ik durf niet goed in de toekomst te kijken. Hoe zal het gaan? Zal ons kindje blijven leven?

Op een avond voel ik me gespannen, ik ben bang en ik krijg mezelf niet rustig. Ik maak gebruik van het telefoonnummer wat ik heb gekregen en bel het ziekenhuis. We mogen langskomen.

Even later lig ik op een bed trillend van de spanning te wachten. De arts spuit wat koude gel op mijn buik en zet het echoapparaat op mijn buik. Ik kijk strak naar het beeldscherm en net als ik het knipperende hartje zie, wordt dit bevestigd door de arts. ‘’Ik zie een hartslag, even verder kijken,’’ zegt ze. Ik haal weer adem, blijkbaar was ik hier even mee gestopt. ‘’Wil je het horen?’’ Ik knik en dan laat ze de hartslag van ons kindje horen. Ik voel dat mijn wangen nat worden. Pas nu merk ik hoeveel spanning er in mijn lijf zit. Ze kijkt alles goed na, mijn lichaam ontspant wat meer en ik veeg mijn tranen weg. De echo wordt zelfs een beetje leuk wanneer we ons kindje zien wiebelen en duimen.

De arts vraagt of we al weten of ik zwanger ben van een jongen of een meisje. We weten het nog niet, ze vraagt of we het willen weten. Wij knikken.

Ze zegt: ‘’Kijk eens, kun je het zien?’’ Op het scherm staan drie streepjes, wat betekend dat er een lief meisje in mijn buik groeit. Ik merk dat ik het fijn vind om te weten.

Ik vind het moeilijk om vooruit te kijken, maar ik kan wel leven bij de dag. Blij zijn met mijn bolle buikje, de bewegingen in mijn buikje en nu we weten dat we een dochter krijgen, kunnen we nadenken over haar naam. En dat is best iets leuks, want hoe dan ook, of ze mag blijven leven of doodgaat, ze krijgt een naam. Door haar alvast een naam te geven krijg ik het gevoel dat ik haar al een beetje mag leren kennen.

Al snel voelen we dat Noor bij haar en bij ons past. In mijn buik zit onze dochter en ze heet Noor.

We willen Noor ook graag een tweede naam geven, het liefste een naam die van haar is, bij haar past, maar ook een soort verwijzing naar haar broers en zus. Drie namen vinden we te veel. Uiteindelijk kiezen we uit iedere naam een letter. De S uit de naam van Boris, de A uit de naam van Saar en de M uit de naam van Simon. Zo ontstaat de naam Sam.

Haar tweede naam wordt Sam en zo verbindt de naam Sam al onze vier kinderen met elkaar.

lees meer...
Loslaten

Loslaten

Op zoek naar dat groene vest en zijn blonde koppie. Ik ben hem kwijt. Hij was net nog hier. Ik kijk heel even de andere kant op en… weg! 

Complete paniek overvalt me. Ik loop in vlot tempo een rondje en zie hem nergens. Nog maar een rondje. Hij was net bij de glijbaan. Eerder waren we bij de ballenbak. Daar nog maar eens kijken … nee, nergens!

Ik probeer mijzelf te kalmeren door te denken dat hij er gewoon moet zijn. Nog een rondje. In versneld tempo. Niet nog een kind verliezen. Er is hier ook overal water … 

En daar. In het klimrek aan de andere kant. Zucht. Ontspan. Hij is gewoon hier. 

Ik vind dat het moeilijkste wat er is: die onlosmakelijke angst. Dat het lijkt of er weer iets vreselijks staat te gebeuren. 

Of het loslaten. Het vertrouwen hebben dat het wel goed komt met mijn andere kinderen. In dit geval met mijn regenboog. Mijn oudste zoon. Geboren na zijn stilgeboren zus. 

Hij is ontzettend avontuurlijk. Ziet geen gevaar en stapt in zeven sloten tegelijk. Ik zeg ook wel eens: een olifant in een kast met porselein. Altijd is er wel iets. Of er gaat weer wat kapot. Ik heb gemiddeld vijf hartaanvallen per week. 

Soms denk ik: heeft hij mij iets te leren of te laten zien? Houdt hij mij een spiegel voor? Dat het leven kwetsbaar is en blijft? Dat hij mij alert en gaande houdt? Anders was ik misschien allang ingestort in de tijd erna? 

Ik weet het niet. Vertrouwen hebben kan ik met de tijd wellicht leren. Wat ik denk ik wel weet, is dat ik nooit zal leren loslaten …

Misschien pas als loslaten betekent dat ik ooit mijn meisje weer zal zien. 

lees meer...
Ik ben de beste vader

Ik ben de beste vader

Ik ben fan van het personage Mr. Bean. In december stuurt hij kerstkaarten naar zichzelf. Vervolgens is hij oprecht blij als hij de kaarten van zijn deurmat opraapt. Trots hangt hij ze op. In de film wordt het komisch neergezet. Mr. Bean geniet van de kaarten die hij zichzelf stuurt, omdat hij van anderen geen kaarten ontvangt. Er is niemand die aan hem denkt, of de moeite neemt om een kaartje naar hem te sturen. In de film is het komisch, maar ten diepste is het tragisch.

Dit tragische gevoel kun je ervaren op Vaderdag. Je bent vader, maar er is geen kindje dat je een papieren stropdas of een mooie tekening geeft. Of misschien is er wel een kindje dat dit doet, maar is er steeds die ene die wel erg stil blijft, elk jaar weer. De kleine, grote afwezige.

Grote afwezigen kunnen ook mensen zijn van wie je juist vandaag iets zou willen vernemen. Iets. Geen hele verhalen, of uitbundige cadeaus. Gewoon iets. Iets kleins kan deze dag groots maken. Een grootse dag, speciaal voor jou, vader van het kindje dat zo gemist wordt. Een kaartje, een appje, een klein presentje. Iets. Als signaal dat jij gezien wordt als vader van dit kindje. En dat je daar op deze dag – net als op al die andere dagen in het jaar – best trots op mag zijn. Je hoeft geen bevestiging te krijgen van wat je zelf weet (”je bent vader van […]”), wel is het een groot cadeau om te horen dat je de beste vader bent van je afwezige kindje. Als dat nou eens op een kaart zou staan, dan geef je die kaart toch een prominente plek in je huis!

En als je nou niets hoort, wat dan? Dan kun je vervallen in tragiek. Maar uiteindelijk heb je daar vooral zelf last van. Je gaat jezelf beklagen en vervalt in zelfmedelijden. En soms kun je daar niet omheen en hoef je dit ook niet met alle kracht weg te duwen. Dan is dat gewoon zo. En toch, blijf het steeds herhalen, ook als anderen het niet zeggen: ”Ik ben de beste vader van [….] Ja, ik kan niet alles, heb ook mindere kanten, maar toch kan […] zich geen betere vader wensen.” Schrijf het desnoods maar op een vel papier! Is dat tragisch? Zo zou je het kunnen zien, maar wat doe je jezelf dan tekort! Is het komisch? Mogelijk. Het is vooral honderd procent waar! Schrijf maar mee:

Ik ben de beste vader van […]

Vandaag is het míjn Vaderdag!

lees meer...
Vandaag zou je 8 jaar worden, lieve Lev*

Vandaag zou je 8 jaar worden, lieve Lev*

Ik pak je uit je mandje. De eerste dag vond ik het spannend, zo’n klein pasgeboren baby’tje. Inmiddels weet ik hoe je voelt en hoe ik je het beste vast kan houden. Ik geef je een kusje op je kleine neusje. Wat ben je schattig, wat ben ik trots. Dan leg ik je terug. Het is warm buiten en dat is niet goed voor je. Ik leg de icepacks goed onder je kleine lijfje. Nog een klein kusje dan…Steeds weer beseffen we dat we nooit meer de kans krijgen om nieuwe herinneringen te maken. Dat doet pijn. Mijn hart blijf gehavend, ook na al die tijd. We kregen precies één week om je aan te raken, je geur op te snuiven en urenlang naar je te kijken. Je in onze armen te houden, een foto te maken en tegen elkaar te zeggen hoe mooi je was. Precies één week om jou in ons op te nemen en de beelden in ons hoofd te prenten. De rest van ons leven moeten we het doen met de schaarse herinneringen die we maakten in deze ene week. Jouw foto’s zijn ons dierbaar, we kunnen ze nooit opnieuw maken. Zelfs de bewogen en mislukte foto’s zijn een belangrijk onderdeel van onze kleine verzameling met herinneringen aan jou. Ze zijn niet mooi genoeg om af te drukken of te delen, maar er komt nooit meer een foto bij en dat maakt dat ik ze bewaar.

Eén week precies, zoveel weken te weinig. Het blijft pijn doen, ook na al die jaren.

Ik deel jouw foto’s graag. Inmiddels zijn de meeste foto’s al een keer gedeeld. De foto’s zijn als het ware op geraakt. Daarom deel ik maar weer dezelfde foto’s. De foto’s die voor mij zo dierbaar zijn. 

Nooit zal ik de kans krijgen om nog één foto van jou te maken. Alle mijlpalen hebben wij niet meegemaakt. Eerste lachjes, hapjes of stapjes. Een eerste schooldag, sportdag en kinderfeestjes. Terwijl mensen de mijlpalen delen van hun kindje dat groeit, is bij ons het enige dat groeit het gemis, de tijd en het verder verwijderd raken van dat laatste moment met jou. Het moment waarop we jou nog heel dichtbij ons hielden. Waar andere ouders hun kindje steeds beter leren kennen en leren wat hun kindje leuk vindt, raken wij steeds verder verwijderd van de herinneringen aan jou. Ik weet steeds minder goed hoe je rook, hoe warm je was toen je net geboren was en hoe koud je was toen we afscheid moesten nemen en we jouw mandje voor de laatste keer sloten. Ik kan mij steeds minder goed herinneren hoe alles was. 

Vandaag zou je 8 jaar worden, liefje. Ik mis je nog elke dag. Ik mis je mooie neusje, je lange vingertjes. Ik mis je lichaampje in mijn armen dicht tegen mij aan. Ik mis je geur, terwijl ik eigenlijk niet meer weet hoe je rook. Een traan rolt over mijn wang, omdat het voor altijd zo oneerlijk blijft dat we jou moesten laten gaan. Omdat we nooit meer een herinnering erbij kunnen maken. Omdat je foto’s op zijn geraakt. Omdat je niet opgroeit in ons gezin. Omdat het zo anders had moeten zijn.

Ja liefje, jij bent ons grote gemis, vanaf het moment dat we jou moesten laten gaan en tot de dag dat ik mijn laatste adem uitblaas. Ik mis je voor altijd en elke dag weer.

lees meer...
Stamboom vol verdriet

Stamboom vol verdriet

Wat was het bijzonder dat mijn schoonvader Arthur noemde.

Dat Arthur in zijn gedachten en hart is, is voor mij niet altijd duidelijk. Inmiddels weet ik wel dat Arthur ook daar voortleeft, maar er wordt amper over hem gesproken. En nu noemde hij hem. Voor mij uit het niets. Het deed me veel. Zoals mijn hart altijd een sprongetje maakt als ik zijn naam hoor.

Arthurs naam werd genoemd omdat mijn schoonvader hem wilde noteren in de stamboom van de familie. Samen met onze kinderen die na Arthur zijn geboren. Of wij daarmee akkoord waren was zijn vraag. Of wij akkoord waren? Natuurlijk! Vanzelfsprekend hoort hij erbij. Hij mag zichtbaar zijn in al zijn onzichtbare aanwezigheid.

Toen we de stamboom bekeken viel mijn oog al snel op het echtpaar Egbert en Gerritje. Zij leefden in de tweede helft van de negentiende eeuw en het begin van de twintigste eeuw. In een periode van zeventien jaar hebben zij dertien kinderen mogen krijgen waarvan er vijf stil geboren zijn of heel jong zijn overleden. Kinderen die na de overleden kinderen geboren zijn, krijgen dezelfde naam. Was dat om ze op de een of andere manier toch voort te laten leven? Het idee komt ineens in me op en ik vind het wel een mooie gedachte.

Het raakt me enorm om het zo zwart op wit te zien staan. Zoveel kinderen die vrij snel na elkaar zijn geboren en dan daarvan vijf kinderen kwijt te moeten raken. Zelf weet ik de intense pijn van een kindje moeten missen en toch gaat dit mijn voorstellingsvermogen te boven. Mijn moederhart huilt voor ze. Hoe kun je nog voortleven na zoveel verdriet? Hoe kun je elke keer de moed opbrengen om weer een nieuwe zwangerschap aan te durven? Hoe moet hun leven zijn geweest? We kunnen het niet meer aan ze vragen, de vragen zullen voor altijd vragen blijven.

En natuurlijk, de tijden waren toen nog anders. De dood -en zeker ook kindersterfte- kwam vaker voor en hoorde daardoor meer bij het leven. Toch ben ik ervan overtuigd dat er ook intens verdriet geweest moet zijn. Misschien mocht het niet zo aan de oppervlakte zijn. Hoe vaak lees je niet dat overleden kinderen maar vergeten moesten worden, alsof er niets gebeurd was. Ik ben oprecht dankbaar dat dit tegenwoordig toch anders mag zijn.

Hoe bijzonder is het dan dat ze toch genoemd mogen worden in de stamboom. Onderdeel van de geschiedenis van de familie. Ze hebben bestaan en verdienen hun plaats binnen de familie.

Over een paar generaties wordt de stamboom misschien nog steeds bijgehouden. Hoe bijzonder is het dat iemand generaties later ook kan zien dat Arthur zijn plek in de familie had. Samen met alle andere baby’s die ter wereld kwamen, maar die niet mochten blijven. Voor altijd, als onderdeel van onze familie, in liefdevolle herinnering.

Noem mijn naam en ik besta: Egbert, Jannetje, Jan, Janna, Jan en Arthur.

Geboren om nooit te vergeten en in liefde te herinneren.

lees meer...
Een groot zwart gat

Een groot zwart gat

2022

Mijn skischoenen knellen. Ze doen me pijn, net als mijn bovenbenen. Zes dagen skiën met pijnlijke skischoenen, waarom doe ik mijzelf dit elk jaar weer aan? Waarom koop ik geen nieuwe?

Ik plaats de ladder zorgvuldig voor de vliering. Lif staat beneden om alles aan te pakken. Eerst Niels zijn ski’s, mijn ski’s en dan mijn schoenen. Ik lig languit op de vliering, zodat Lif er goed bij kan. Ik pak de volgende tas met schoenen, die moeten van Niels zijn. Ik herken de tas niet. Toch maar even kijken. Bijna nieuwe schoenen kijken me aan. “Wat raar,” zeg ik tegen Lif. “Papa heeft schoenen met bloemetjes erop.” We lachen er samen hard om. Ik ga weer liggen en geef ze aan. In mijn hoofd kan ik de schoenen maar niet loslaten. Wanneer heeft Niels deze gekocht dan? Hoezo bloementjes erop? Hebben we schoenen van iemand anders meegenomen? Ik snap er niets van. Rustig kijk ik om mij heen. Ik zie nog een tas met schoenen. Deze zijn van Niels. Ik snap er nu echt niets meer van. Hoe komen we toch aan deze schoenen?

2011

Op advies van de verloskundige gaan we samen op vakantie, een actieve vakantie om echt even samen te zijn en naast ons verdriet ook onze spieren te voelen. Fiene is 4 maanden geleden geboren en overleden. Samen op een actieve vakantie, ze zal er wel verstand van hebben. We kijken op internet en het wordt een skivakantie naar Italië.

Mijn voeten doen zo’n pijn van mijn schoenen. Het uitzicht, het samenzijn doet veel goeds… alleen mijn voeten. Thuis aangekomen en met de volgende skivakantie in het zicht rijden we samen naar een skiwinkel om nieuwe schoenen te kopen. Ze zitten heerlijk! Warm, knellen niet en zijn nog mooi ook.

2020

Na negen jaar geen skivakantie gaan we met zijn vijven naar Oostenrijk. Het is er heerlijk, alleen… mijn skischoenen knellen. Ze doen me pijn, net als mijn bovenbenen. Zes dagen skiën met pijnlijke skischoenen, waarom doe ik mijzelf dit elk jaar weer aan? Waarom koop ik geen nieuwe? Ik ga voor de volgende skivakantie echt nieuwe kopen.

2022

Daar staan ze dan, mijn nieuwe skischoenen, die ik vijf maanden na Fiene heb gekocht. Beetje bij beetje komt de herinnering weer terug. Het zijn hapsnap-herinneringen, met veel zwarte gaten…heel veel zwarte gaten. De eerste minuten, dagen, weken en maanden na Fiene kan ik mij vaag herinneren. Net als van mijn skischoenen, weet ik weinig van die tijd. De schaamte en schuld zijn soms pijnlijk voelbaar. Mensen die verhuisd zijn in die periode. Zijn jullie toen verhuisd? Hebben we niet eens geholpen? Waarom heb je dat nooit gezegd? Mensen zeiden het wel, maar binnen kwam het niet. Mijn hoofd en hart zaten vol pijn, verdriet en gemis.

Dit jaar ski ik weer met mijn nieuwe-oude-Fiene-skischoenen.

lees meer...