Categorie: Blog

Zorgvuldig haal ik de kerstballen uit de boom.

Zorgvuldig haal ik de kerstballen uit de boom.

De maand december ligt weer achter ons. De maand van familie, gezelligheid en samenzijn. De maand die ik beter kan omschrijven als de maand van gemis, pijnlijke reclames en confrontaties. Ik neem de letter F voorzichtig uit de boom en wikkel deze in keukenpapier. De F van onze kleine, lieve Fiene.

Straks wandel ik naar je grafje, waar ik na de begrafenis elke ochtend en elke avond kwam. In de ochtend om je goedemorgen te wensen en in de avond om je welterusten te zeggen. Ik wandel naar je grafje om jouw kerstboom op te ruimen. Het grafje waar ik nu naar toe ga als ik daar behoefte aan heb. Soms elke dag, soms weken niet. De tijd heelt alle wonden”, zeggen ze dan. Je moet het een plekje geven. De tijd heelt helaas niet alle wonden, het wordt wel anders. En dat plekje heb je een week na je overlijden gekregen. Het plekje waar je begraven ligt. Je bent verweven in mijn leven als mijn oudste dochter die voor altijd mijn kleine meisje blijft.

Zodra ik wakker word op nieuwjaarsdag voel ik mij veel lichter. Gek eigenlijk, want op oudejaarsdag wandel ik naar mijn vader om een flink aantal oliebollen en appelbeignets zo uit de frituurpan op te smikkelen. Toch geeft het aanbreken van de maand januari mij rust. Ik voel mijn spieren weer langzaam ontspannen.

Het gemis is er elke dag. Elke dag een beetje anders. Soms wat minder en soms vol trots. Soms veel en soms ondragelijk. Soms met tranen en soms met een glimlach. Het maakt niet uit, het gemis mag er zijn. Het gemis zorgt ervoor dat je voortleeft in mijn gedachten, in mijn hart en in mijn leven.

Zorgvuldig haal ik de lichtjes uit de boom en breng ik de boom naar buiten. Het gewone, iets minder confronterende leven tegemoet.

lees meer...
Een dag speciaal voor jou

Een dag speciaal voor jou

Buiten is alles alweer helemaal gezellig. Overal zie je lichtjes en je voelt de kerststemming in de lucht hangen. Heerlijk de kerstboom optuigen, mijn man voor het karretje spannen om alle lichtjes in de tuin op te hangen en vanaf 6 december non-stop kerstmuziek.

Sinds een paar jaar is hier een taakje bijgekomen. We tuigen tegenwoordig een kerstboompje op bij het graf van Saar. Saar heeft haar eigen boompje met lichtjes op een timer, dat we jaarlijks terugplaatsen,. Het eerste jaar was het snoer te lang en was het dus ook veel te veel licht, daar stonden we samen zo om te lachen.

Kerst is voor ons niet meer hetzelfde. Niet alleen omdat wij nooit helemaal compleet zijn, maar ook omdat 23 december de dag van Saar is. De dagen daarnaartoe voelen zwaar, maar ook vol liefde. Drie jaar geleden liep alles anders en hebben wij kerst in het ziekenhuis en thuis onder een deken doorgebracht. De kerstboom ging de eerste dag dat ik thuis was de deur al uit.

Inmiddels, drie jaar later, is er veel veranderd. Gijs is geboren en over een maand zal ons derde kindje geboren worden. Het gemis rondom Saar is nog steeds enorm en dat is zeker in deze periode van het jaar weer extra voelbaar. Alsof het litteken op mijn hart extra trekt in december. We hopen dat 23 december een dag wordt die wij gaan vieren. Met de kindjes leuke dingen doen, zoals je dat doet met een verjaardag. Een dag met een lach en een traan. Een dag speciaal voor Saar.

lees meer...
Zorgen voor liefde en verdriet

Zorgen voor liefde en verdriet

Ik kan niet meer voor onze dochter Saar en zoons Boris en Simon zorgen. Maar ik moet wel zorgen voor de liefde en het verdriet die ik voor hen voel.

Vandaag mag mijn nichtje afzwemmen voor haar A-diploma en ik wil als verrassing gaan kijken. Ik knip een stuk cadeaupapier van de rol en pak het cadeautje voor mijn nichtje in. Ik moet opschieten want ik ben al laat. Gelukkig is het zwembad dichtbij en ben ik er zo. Tijdens het inpakken flitsen er opeens gedachten door mijn hoofd. Als Saar nu nog geleefd zou hebben zou zij ongeveer dezelfde leeftijd hebben als de kinderen die nu mogen afzwemmen. Zou Saar dan ook hebben afgezwommen?

Ik denk aan Saar. In gedachten zie ik haar voor me in haar schattige badpak, versierd met leuke ruches. De gedachten razen door mijn hoofd, maar ik geef er geen aandacht aan, ik heb tenslotte haast.

Een paar minuten later zit ik op de fiets. Mijn benen voelen zwaar en mijn hart klopt in mijn keel. Ik voel een kriebelend druppeltje zweet over mijn lijf lopen. Wat raar, zo warm is het toch niet? Het voelt alsof ik al een hele tijd hard aan het fietsen ben, maar ik ben pas net een minuut onderweg. Als ik bij het zwembad aankom, zie ik een flink aantal auto’s en fietsen staan. Iedereen is al binnen, het is stil, alleen het geluid van mijn voetstappen over het grindpad zijn te horen. Ik kijk op mijn telefoon hoe laat het is. Ik ben nog op tijd. Ik pak mijn cadeau en loop naar de ingang. Als ik de deur opentrek komt de geur van chloor mij tegemoet.

Dan laat ik de deur met een klap dichtvallen. Ik draai ik me om en loop over het grindpad weg van het zwembad. Ik voel hoe de steentjes door mijn dunne schoenzolen heen prikken tot ik weer bij mijn fiets ben. Zonder na te denken stap ik op mijn fiets en rijd ik naar huis. Het gaat bijna vanzelf.

Eenmaal thuis steek ik mijn hand in mijn jaszak waar mijn huissleutel in moet zitten. Ik voel, maar er zit niets. Ook dat nog, ik ben mijn huissleutel vergeten. Met de zoute smaak van mijn tranen in mijn mond bel ik mijn partner. Gelukkig is hij met onze dochter om de hoek van de straat en zijn ze binnen een paar minuten thuis. Hij vraagt waarom ik al thuis ben en niet in het zwembad. Ik weet het niet, maar ergens weet ik het misschien wel. Het lukte niet, ik kon het niet. Een zaal vol met kinderen die misschien wel vriendjes of vriendinnetjes van Saar geweest zouden zijn. Een zaal vol, maar vooral een zaal zonder Saar. We kletsen over onze lieve Saar en over Boris en Simon.

Eigenlijk werd ik tijdens het inpakken al overvallen door mijn verdriet. Ik kan niet meer voor onze dochter Saar en zoons Boris en Simon zorgen, maar ik moet wel zorgen voor de liefde en het verdriet die ik voor hen voel. Nu ik ruimte aan de liefde, het gemis en verdriet geef, krijg ik letterlijk meer lucht.

We gaan nu samen naar het zwembad. We zijn nog net op tijd om het einde van de les door het raam te zien en we wachten bij de uitgang tot ons nichtje trots met haar zwemdiploma naar buiten komt. Wat een verrassing, dat we daar staan met een cadeau! De volgende keer lukt het mij vast weer om gewoon naar binnen te gaan.

lees meer...
Feestdagen

Feestdagen

De feestdagen komen eraan. Ik moet blij en gezellig zijn… maar vaak ben ik dat niet.

Het weer wordt onstuimiger en ik word onrustiger. Ieder jaar weer opnieuw.

De feestdagen komen eraan. Wat zijn het er veel. Ik realiseerde mij eigenlijk nooit zo goed dat de ‘ feestdagen’ voor zoveel mensen ook heel moeilijke dagen zijn. Het woord ‘feestdag’ impliceert in mijn ogen ook dat ik dan blij en gezellig moet zijn, maar vaak ben ik dat helemaal niet.

Ik vind de ‘feestdagen’ sinds Juliëtte er niet meer is helemaal niet zo’n feest. Het zijn eerder rouwdagen. Alsof die er nog niet genoeg in het jaar zijn.

Ik herinner mij de eerste Sinterklaas nadat Juliëtte was geboren en overleden nog zo goed. Ik stond daar met mijn twee levende kinderen in de menigte. Overal lachende en blije gezichten. Overal baby’s. Overal geluk. Ik voelde mij steeds zieker en zieker worden.

Kon dan niemand zien dat ik helemaal niet blij was? Dat ik zo ongelofelijk veel pijn had van het gemis van het kindje, dat hier bij ons in de kinderwagen had moeten liggen? Zagen ze dan niet dat ik alleen een masker had opgezet voor de kindjes die ik bij mij had? Ik wilde het wel uitschreeuwen: “Ik heb nóg een kindje! Zien jullie niet dat ik haar mis?”

Maar nee, daar was het niet de plek en de tijd voor. Ook al voelde ik zelf het bloed uit mijn gezicht wegtrekken, was ik lijkbleek, ik had kennelijk een enorme glimlach op mijn gezicht staan. Ja, het leek voor de buitenwereld alsof ik het feestje meevierde, want zo hoorde het… vieren op een feestdag.

Ik ervaar de intocht, het schoentje zetten en het dichten nog steeds als pijnlijk. Na zeven jaar weet ik ook niet meer zo goed wat ik voor Juliëtte op deze dagen moet kopen. Voorheen kocht ik babydingetjes voor haar. Een kerstbal, een konijntje onder de kerstboom, een beeldje van een engeltje voor in de kast. Maar de kasten worden voller en het besef dat zij niets met de cadeautjes doet wordt steeds duidelijker. Ik worstel ermee. Niets voor de Sint voor mijn allerliefste meisje-bij-de-sterren kopen is geen optie, maar als ik dan weer in de winkel sta te draaien, te twijfelen, na te denken… voel ik mij weer verslagen. Want tja, wat koop je voor een kind dat er niet meer is?

Ondertussen gaan de gedachten in mijn hoofd op en neer. Voor de andere kinderen kijken we het Sinterklaasjournaal. Juliëtte zou 7 zijn geweest. Het laatste jaar wellicht dat ze in de Sint zou geloven. Opnieuw gaan alle ‘wat als’-vragen door mijn hoofd. Het is zinloos en ik doe mijzelf iedere keer weer meer pijn door mij af te vragen hoe ze zou zijn, wie ze zou zijn. Ik besluit dat ik op dit moment alleen de schoencadeautjes ga kopen. Het kopen van alle cadeautjes voor de kinderen is te pijnlijk.

Nog niet vandaag. Ik ben er nog even niet klaar voor. Schoentje zetten, nee, dat kan ze echt niet. Ze heeft immers nooit schoenen gehad. Morgen is een nieuwe dag. Dan ga ik weer nadenken over hoe dit jaar de Sint eruit moet zien.

lees meer...
Onzichtbaarheid van jouw bestaan

Onzichtbaarheid van jouw bestaan

We lopen door een stadje en bekijken wat winkels. Ik kan het niet laten om ook even tussen de meisjeskleding te snuffelen. Ik zie allemaal schattige jurkjes en rokjes hangen. Oh, wat had ik die toch graag gekocht.

De dagen erna blijft er gek gevoel achter, waar ik eigenlijk geen vinger op kan leggen. Iedere dag dat we langer op vakantie zijn kom ik steeds een beetje dichter bij dit gevoel. En dan komt het toch ook weer binnen als een bom. De pijn, het verdriet en de rouw om jouw gemis. Ik blijf me erover verbazen dat ik dit gevoel dus toch met momenten weg blijf stoppen. En ja, weer op een moment van rust kan ik het pas toelaten. Ik durf te zeggen dat door de komst van onze zoon de scherpe randjes er wel af zijn. We genieten intens van alle momenten als kersvers gezinnetje.

Maar daar ligt dan voor mij ook hetgeen wat het als een bom in laat slaan. Een kersvers gezinnetje, dat is hoe de buitenwereld het zal zien. En dat, terwijl ik iedere dag juist struggle met de onzichtbaarheid van jouw bestaan.

Het is soms zo moeilijk om hierin de balans te vinden. Ik heb zoveel fijne momenten, waar ik eindelijk van kan en mag genieten. Maar aan de andere kant zijn de pijn en het verdriet van het missen er ook iedere dag. En juist die fijne momenten maken het soms ook weer zo enorm pijnlijk. En die onzichtbaarheid, die vind ik soms misschien nog wel het moeilijkst.

Iedere keer als het me toch weer overvalt hoop ik dat ik een volgende keer eerder toe ga geven aan het gevoel. Zou ik dat nog ooit gaan leren? Of is dit dan toch hoe rouwen gaat? Jouw verlies en het gemis gaan de rest van ons leven met ons mee.

lees meer...
Voor Fiene zullen wij nooit de vlag met een rugtas buitenhangen

Voor Fiene zullen wij nooit de vlag met een rugtas buitenhangen

De schoolverlatersavond op mijn werk staat voor twee avonden gepland. Beide avonden kan ik niet, echt niet. Ik ga wel naar de generale repetitie, deze plan ik tussen mijn afspraken bij ouders thuis.

Op weg naar de school waar ik twee dagen per week werk vallen de vlaggen met rugtassen mij extra op. Ik zag ze wel, maar liet ze niet binnen. Te pijnlijk, te hard, onverdraaglijk: voor Fiene zullen wij nooit de vlag met een rugtas buitenhangen. Zij zal nooit slagen voor haar examen, zal nooit een musical doen, zal nooit een schoolverlatersavond hebben.

Al weken ben ik onrustig, rustig onrustig. Het valt mijzelf bijna niet eens op. Mijn lijf voelt loom, mistig, licht gespannen, moe. Met wat chocolade voor een bom aan suikers merk ik er eigenlijk niets van. Nou ja, mijn broek gaat er wat strakker van zitten maar voor even is dat lome, mistige gevoel weg. Ik wil niet toegeven dat ook na 12 jaar het gemis nog zo groot is. Dat de toekomst die ik 12 jaar geleden voor ogen had er niet is en nooit zal komen. De vragen die in mijn hoofd rondspoken maken me onrustig, verdrietig en geven mij geen houvast. De lichamelijke klachten die ik al weken voel zijn allemaal te verklaren, het toegeven is alleen een stap te ver.

Ik wil houvast, duidelijkheid en controle hebben. Controle dat ik weet dat ik mijn andere kinderen zal overleven. Dat ze gelukkig zijn, gezond en straks een heel fijn leven krijgen. Dat ze altijd de goede personen tegenkomen en altijd drie keer kijken of ze kunnen oversteken en dat ze nooit op het verkeerde moment op de verkeerde plaats zijn. Dat Niels en ik ooit, als we minimaal 85 jaar oud zijn, samen gezond naar bed gaan en dan beiden niet meer wakker worden, omdat ons hart te oud is geworden. Dat ik nooit meer zo’n groot verlies hoef te lijden. Ik weet dat dat niet zo is. Ik weet dat het niet kan en dat maakt mij soms zo angstig.

Fiene deed afgelopen schooljaar geen musical, ging niet op kamp, had geen schoolverlatersavond. Daar zit ik dan in het donker bij de generale repetitie met lood in mijn schoenen en tranen in mijn ogen. Met tranen vol trots hoe deze leerlingen zich hebben ontwikkeld en een super mooie avond in elkaar hebben gedraaid met de hulp van hun leerkrachten… Tranen vol gemis om mijn kleine, lieve, mooie en dappere Fiene, die nooit ouder zal worden dan vier minuutjes.

lees meer...
Het kaarsje gaat nog steeds mee

Het kaarsje gaat nog steeds mee

De caravan staat weer voor de deur en we zijn bijna klaar met inpakken. Om ons heen spelen twee kinderen die heel veel zin hebben in de vakantie. Ze blijven vragen wanneer we gaan en hoelang dat nog duurt. Ze hebben net hun knuffels al in de auto gelegd, maar hebben nog niet door dat ze die vannacht nog in hun eigen bed nodig hebben!

Terwijl ik door de caravan loop, probeer ik te bedenken of ik iets vergeten ben. Tot nu toe lijkt het allemaal goed te gaan. Stiekem ben ik best een beetje trots, want dat is in de afgelopen jaren ook wel eens anders geweest. Dan kijk ik naar het hoofdeinde van ons bed. Daar is een plankje waar ik altijd mijn waardevolle spullen op zet. Terwijl ik kijk, weet ik wat ik ben vergeten of eigenlijk morgen niet mag vergeten. De foto en het nepkaarsje van Mees. Die staan altijd daar als we met de caravan op pad zijn.

Terug naar de eerste keer op zomervakantie na de geboorte en het overlijden van Mees:

We gingen toen nog met de tent op vakantie. Voor twee weken naar Frankrijk.. Het was gek om zo lang en zo ver weg te gaan, terwijl onze lieve Mees thuis in zijn hart op de kast bleef. Tja… Ik had erover nagedacht om Mees met zijn hart mee te nemen, maar wist eigenlijk ook wel dat dit geen optie was. Bij eerdere weekendjes weg had ik gemerkt hoe fijn het was als Mees’ foto met een kaarsje mee was. Dus ook deze vakantie besloten we om Mees’ foto met nu een nepkaarsje mee te nemen. Al voelde het verschrikkelijk dat we Mees thuislieten. Alleen thuis… Of met de kat samen dan, maar dat voelde heel raar en niet zoals het moest zijn. Uiteindelijk kwamen mijn schoonouders een weekje op ons huis passen dus zij konden ook voor Mees zorgen, door toch in dat weekje zijn kaarsje aan te doen. Dat voelde toch iets beter. Ondertussen was hij door het nepkaarsje en de foto in de tent ook met ons mee op vakantie.

Terug naar dat moment in de caravan.

Dus dat nepkaarsje moet ik even opzoeken en zorgen dat dit nog in de caravan komt. De foto pak ik morgen pas, want die staat nog op Mees’ kast in de woonkamer. Maar die moet ik dus zeker niet vergeten!

Na vier jaar gaat Mees nog steeds met ons mee. De tastbaarheid van die foto en dat kaarsje blijven ook dit vierde jaar belangrijk. In ieder geval belangrijk voor mij. Mees gaat op deze manier met ons mee op vakantie! Zoals het ook had moeten zijn… Dan loopt ons meisje de caravan binnen en vertelt me dat we Mees niet moeten vergeten! De lieverd! Ik geef haar een dikke knuffel en fluister in haar oor dat het goed is dat ze aan haar broertje denkt, maar ook dat ze haar knuffels vannacht nog nodig heeft in haar eigen bed. Morgen gaan we echt! We zijn er bijna klaar voor!

Mama van een sterretje

lees meer...
Dit is jullie tweede, toch?

Dit is jullie tweede, toch?

Het belooft een warme dag te worden. Ik besluit al vroeg een wandelingetje te maken naar het winkelcentrum. Ik duw de kinderwagen met onze paar maanden oude dochter, luister naar de vogeltjes en ik voel hoe de zon langzaam krachtiger wordt.

Eenmaal in een winkel sta ik te twijfelen over welk boek ik wil kopen, als mijn vroegere buurvrouw voorbij loopt. Toen ik nog een kind was woonde we een paar huizen bij haar vandaan. Ik speelde graag met haar dochters. We kletsen wat en ze kijkt in de kinderwagen naar Noor, onze dochter. ‘’Wat een leukerd!’’ zegt ze, ‘’dit is jullie tweede, toch?’’

Ik schrik, ik weet niet goed wat te zeggen. Ik voel dat ik in het handvat van de kinderwagen knijp. Ik hakkel en uiteindelijk zeg ik: ‘’Eh nee, dit is onze eerste’’. Meteen heb ik spijt, Noor is niet ons eerste kind. Waarom zei ik dit? In gedachten zeg ik ‘sorry’ tegen Boris, Saar en Simon.

Van binnen zeg ik altijd meteen: “Vier”, maar wanneer de vraag echt gesteld wordt is het toch lastig. Ik moet in een fractie van een seconde een afweging maken over wat ik ga zeggen. Inschatten of iemand het echte antwoord aankan, want het is nogal iets wat ik zeg. Misschien raak ik het verdriet van de ander of heeft de ander geen idee wat te zeggen. Soms is het een snelle, sociaal wenselijke vraag.

Het hangt ook af van wie het vraagt. Is het bijvoorbeeld iemand die ik van vroeger ken of vraagt de caissière het terwijl ik aan het afrekenen ben. Misschien ben ik soms zelf ook wel bang voor welke reactie ik krijg.

Als ik ze niet noem heb ik het gevoel dat ik ze tekort doe, als ik ze wel noem voelt het soms alsof ik een bom laat vallen.

Het liefste zou ik het gewoon zeggen en dan bedoel ik ook echt gewoon. Voor mij horen Boris, Saar en Simon er namelijk gewoon bij. Ik schrik er niet van als ik over ze vertel, ik vind het eigenlijk alleen maar fijn. Ik spreek graag over ze, voor mij zijn ze er altijd, het is normaal om ze te noemen. Maar wanneer iemand niet weet dat wij drie kinderen zijn verloren is het toch een soort bom die ik laat vallen.

Op sommige momenten reageer ik het liefste ontwijkend of heb ik een kant en klaar antwoord klaar. Niet in iedere situatie is hetzelfde antwoord passend voor mij. Iedere keer opnieuw is het een soort afweging die ik maak. Bij deze vroegere buurvrouw krijg ik op de een of andere manier het gevoel dat ik het kan zeggen.

Nog voor ze wat terug kan zeggen zeg ik: ‘’Of nou, eigenlijk is dit onze vierde. Onze eerdere drie kinderen zijn te vroeg geboren en overleden.’’

‘’O jee, wat heftig!’’ zegt ze meteen. ‘’Eigenlijk merkte ik het al aan je eerdere antwoord, maar ik dacht: ik vraag er verder maar niets over.’’ We kletsen nog wat. Ik vertel waarom ze vroeg werden geboren. Ze is lief, luistert en is begripvol.

Als het gesprek klaar is kies ik een boek, reken het af en loop ik met een goed gevoel de winkel uit. Ik heb weer even kunnen kletsen over Boris, Saar en Simon.

lees meer...