Categorie: Blog

Verhuizen

Verhuizen

Langzaam maar zeker wordt het tijd om in te pakken. Nog maar een paar weken voordat we de sleutel inleveren van dit prachtige huis. Het huis waar we met jou zouden gaan wonen.


Het nieuwe huis
, met jouw kamer en jouw bedje en alles wat we voor je hadden gekocht. Nu slaapt je zusje in jouw bedje en speelt zij met jouw knuffels. Zij draagt jouw kleding en we wandelen met jouw kinderwagen.

Maar niet alles wordt gebruikt. Nog zoveel spulletjes die van jou zijn en voor mij zoveel waarde hebben. Nu moet ik ze inpakken en meenemen. Ik vind het moeilijk om ze aan te raken, het doet me zo veel pijn. Ik wil zo voorzichtig mogelijk met jouw spulletjes zijn, om niks kapot te maken.

De doos met jouw geboortekaartjes, het dekentje dat over je kistje lag, de hydrofiele doek die in het ziekenhuis bij je hoofdje lag, de usb-stick met de afscheidsdienst, een knuffeltje, de gipsafdrukjes van je handjes en voetjes, een plukje van je haar… Zomaar wat dingen die ik met alle zorgvuldigheid inwikkel en voorzichtig in verhuisdozen leg. Bij alles wat ik vastpak voel ik de pijn van het gemis. Het verdriet, de onzekerheid en de boosheid zijn zo diep in me geworteld dat ze onderdeel zijn geworden van mijn persoonlijkheid.

Verhuizen is intens. En zeker als je geconfronteerd wordt met de spullen die je zó veel waard zijn. Het voelt bijna respectloos om alles in een doos te vervoeren. Daarom heb ik de urn en het beeldje van jouw handen en voeten op mijn schoot meegenomen in de auto. Het zijn een paar van de laatste dingen die overgaan naar het nieuwe huis. Ik houd ze tijdens het rijden op mijn schoot. Het is maar 500 meter. Ik start de auto en rijd weg. Als ik de straat uitrijd schijnt de zon vol in m’n gezicht. Het is 16.30 uur en de zon gaat bijna onder. De hemel kleurt oranje en de zon komt tussen de wolken vandaan. Ze schijnt vol in mijn gezicht. Alsof jij wilt zeggen: “Het is goed mam, ik ga met je mee.” Ik knipper, veeg een traan van m’n wang en zeg hardop: “Je hebt gelijkt, je gaat altijd met me mee.”

Jouw naam betekent “zon”. En af en toe trakteer je mij op zo’n mooi, uniek moment waarin mijn wereld even stilstaat en ik alleen maar dankbaar kan zijn voor een teken van jou. Een teken van mijn lieve zoon uit de hemel. Hij die er elke dag is en elke dag met mij meegaat.

Hij hoeft niet te verhuizen, want hij woont in mijn hart.

lees meer...
Ze bestaat anders nu

Ze bestaat anders nu

Achter in onze tuin is een drassig, donker hoekje. De paar grassprieten die er staan hebben het zwaar. Onze hond rent er graag heen om modderpoten op te doen en die daarna wild over het vloerkleed uit te smeren.

Dat hoekje heeft een plek in mijn hart. Het is de plek van onze dochter. Vlak nadat we hoorden dat haar hartje niet meer klopte, ontdekten we daar één sneeuwklokje. Moederziel alleen. Het eerste sneeuwklokje in de wijde omgeving.

Drie maanden later, op de uitgerekende datum, piepte op dezelfde plek één sneeuwklokje uit de grond. Het was april, ver na de bloeitijd.

Sindsdien zijn mijn man en ik altijd op zoek. Naar het symbool van ons kindje, van hoop en onschuld. We vullen ons huis met sneeuwklokjes. Je vindt ze op het ingelijste geboortekaartje. Je ziet een vilten sneeuwklokpoppetje op de plank pronken. Als we een kaart schrijven staat daar een sneeuwklokje op gestempeld. En vanaf januari is het speuren. Op de fiets kijken we of de witte bloempjes al tevoorschijn komen. We delen foto’s van vroege vondsten met elkaar. Ik zou zó een kaart van de omgeving kunnen tekenen. Een sneeuwklokjesplattegrond.

Januari en februari zijn nu achter de rug. We hebben honderden, misschien wel duizenden sneeuwklokjes begroet. Dat zet me aan het denken. Waarom is het zo fijn om een symbool voor mijn dochter te hebben? Ik denk dat het met meedragen te maken heeft.

Na de geboorte heb ik mijn dochter vastgehouden en haar gezichtje ingeprent. Dat beeld van haar is bevroren. Ze wordt niet groter. Maar in gedachten groeit ze. Ik blijf haar ontmoeten in de kleine dingen. Met elk sneeuwklokje is het alsof ze bij me is. Een glimlach geeft.

Ik kan geen foto van mijn kindje naar mijn familie sturen. Maar wel een plaatje van een berm, besneeuwd met klokjes. “Kijk allemaal, ze is er!” Ze bestaat anders nu, maar ze bestaat nog.

Ik open Whatsapp en zie dat mijn moeder een foto deelt. Ze is een truitje aan het breien met een prachtig patroon van sneeuwklokjes. We dragen ons kindje niet alleen mee.

lees meer...
Vertrouwen in de arts

Vertrouwen in de arts

We zitten in de wachtkamer van de huisarts, ik ben vrij ontspannen. Onze dochter heeft koorts en is al een aantal dagen op en af niet zo lekker. We gaan bijna op vakantie, dus voor de zekerheid laten we haar nakijken. We hebben een fijne huisarts, dus ik heb er alle vertrouwen in dat ze haar goed zal nakijken.

We worden opgehaald door een jonge, vriendelijke vrouw. Er kijkt iemand mee,’ denk ik nog en ik vind dat prima. We lopen naar de spreekkamer, maar daar zit niemand anders. Ik voel een lichte paniek opkomen. Ik vraag meteen waar mijn eigen huisarts is en dan blijkt deze arts een waarnemend arts te zijn. De paniek slaat toe. Mijn eerste gedachte is: hier heb ik dus niks aan, ik weet niet of zij eerlijk is, ik weet niet of zij de waarheid spreekt, ik weet niet of zij mijn dochter echt goed nakijkt of maar wat zegt om mij gerust te stellen. Kan zij wel beoordelen of mijn dochter ziek is of misschien iets heel ergs heeft, waaraan ze misschien wel dood kan gaan?’

Want zo ging het eerder ook, toen ik zwanger was. De verloskundige zei dat alles goed was, artsen bleven maar zeggen dat het allemaal goed kon komen. Tijdens mijn eerste zwangerschap, van Boris*, maar ook tijdens de zwangerschap van Saar*, het dreigde allemaal mis te gaan. Ik wist dat het mis zou gaan en toch bleven ze maar zeggen dat het goed kon komen, tot ik in het ziekenhuis lag tijdens mijn derde zwangerschap, met Simon* in mijn buik.

De gynaecoloog maakte een echo van Simon* die toen nog springlevend in mijn buik zat. Ik wist dat het niet goed zou komen, maar natuurlijk bleef ik hopen. Vlak voordat de gynaecoloog de kamer uitliep, vroeg ik: ‘’Dokter wilt u het alstublieft eerlijk zeggen, is er nog een kans dat dit goed gaat komen?’’ Ik zag zijn aarzeling, hij keek mij aan. Ik herhaalde mijn vraag. Ik keek hem aan, zijn mond ging open en ik zag zijn lippen bewegen. ’’Ik denk niet dat het goed gaat komen, die kans is echt erg klein.’’ Het was een keiharde boodschap die mij ergens ook rust gaf, want ik wist al dat dit het antwoord zou zijn. Ik voelde dat het niet goed was, ik voelde dat ik weer te vroeg zou gaan bevallen. Hij zei alles wat ik niet wilde horen, maar hij was eerlijk. Ik kreeg geen valse hoop, maar de waarheid.

Deze boodschap heeft zo veel voor mij betekend. In mijn vierde zwangerschap heb ik me vastgeklampt aan deze gynaecoloog. Iedere week zat ik in zijn behandelkamer en iedere week zei hij dat – voor zover hij het kon zien – het er goed uit zag. Ik vertrouwde hem. Ik wist dat als het niet goed zou zijn, hij dit ook zou zeggen.

Mijn eigen huisarts was altijd nauw betrokken tijdens mijn zwangerschappen en ik heb een goede band met haar. Ik vertrouw haar en ik weet dat ook zij eerlijk is en geen risico zal nemen. Maar nu sta ik dus niet bij mijn eigen huisarts, maar in de behandelkamer van de waarnemend huisarts.

De paniek is zichtbaar, ik geef ook duidelijk aan dat ik niet blij ben met de situatie. Mijn partner seint naar me dat het goed is en dat ik een beetje rustig moet doen. Pas op dat moment kom ik weer terug in de realiteit. Ik besef dat mijn gedachten gebaseerd zijn op die eerdere gebeurtenissen, op de angst om weer een kind te verliezen.

Ik besluit dat het voor nu oké is en laat mijn dochter nakijken door de waarnemend huisarts. Gelukkig is er niets ergs, als de klachten niet verminderen adviseert ze om later in de week nog even terug te komen. Nog diezelfde dag maak ik een afspraak bij onze eigen huisarts voor later in die week. We bespreken de situatie van afgelopen week en ze kijkt onze dochter na en bevestigt wat de waarnemend huisarts ook al zei. Ik besef maar al te goed dat de waarnemend huisarts een prima arts is en dat mijn angst gebaseerd is op het verlies van mijn kinderen. Maar toch had ik deze afspraak met mijn eigen huisarts even nodig.

lees meer...
Met z'n vijven

Met z'n vijven

“Mama, ik heb toch nog een broer! Dat is Mees, toch? En die is dood en zit in het hart op de kast, toch?” roept ons kleinste ventje zo even door de kamer. Ik ben net wakker, loop nog rond in mijn badjas en zit nog heerlijk in een wazige ochtendroes. Eigenlijk was ik onderweg naar de keuken om de broodtrommel van ons meisje klaar te maken. Toch denk ik dat het beter is om even terug te gaan naar ons kleinste ventje. Terwijl ik even in mijn ogen wrijf draai ik me om en loop de andere kant op.

Een klein jongetje van drie jaar staat al wiebelend op een stoel voor de kast van Mees. De stoel heeft hij er zelf naartoe geschoven. Hij staat rustig te kijken, maar iets in mij vind dit een beetje eng. Dus ga ik dicht naast hem staan en sla mijn arm om hem heen. We kijken een momentje samen naar alles wat er op de kast staat. Dan vertel ik hem dat hij naast zijn grote zus ook nog een grote broer heeft, Mees. Daarna vertel ik dat Mees is overleden als baby in mijn buik, maar dat hij wel hun broer is. Thuis wonen dus papa, mama, zijn grote zus, zijn grote broer en hijzelf. We zijn met zijn vijven.

Terug naar het moment dat ons kleinste ventje werd geboren.

Een heel fijn moment! Onze regenboogbaby was gezond en wel geboren. Dagenlang keek ik naar hem en knuffelde ik hem. Ik hield hem dicht bij mij.

In die periode kreeg ik regelmatig een berichtje over ons gezin van vier. Iets wat natuurlijk lief bedoeld was, maar wat me enorm verdrietig maakte. Alsof Mees er niet bij hoorde. Alsof hij er nooit was geweest.

Natuurlijk waren er ook vele momenten dat het anders ging. Zo was er een vriendin die met al onze voornamen een kunstwerk had gemaakt en ook Mees hierin had verwerkt. Dat maakte me zo blij!

We waren door de komst van ons kleinste ventje met z’n vijven. Punt.

En nu sta ik met dit regenboogmannetje voor Mees’ kast en lijkt hij ineens te beseffen dat we met z’n vijven zijn. Bij dit besef verdwijnt de ochtendroes. Dit is zo belangrijk voor mij! Dat onze kinderen weten wie hun broer Mees is en dat deze broer er helemaal bij hoort. Hoe de buitenwereld er soms ook naar kijkt, wij weten zelf hoe het zit.

Ik geef hem een dikke knuffel en til hem op. Op een ander moment zal ik hem vertellen waarom Mees in het hart zit en wie zijn grote broer was. Met ons kleinste ventje op mijn arm loop ik richting de keuken waar ons meisje het ontbijt al aan het regelen is. Ik zie de broodtrommel en weet weer wat ik van plan was om te doen. We gaan na dit mooie momentje weer door met de dagelijkse gang van zaken.

Diane, mama van een sterretje

lees meer...
Al die eerste keren 

Al die eerste keren 

Met de aankondiging van ons eerste kindje ontstonden allerlei eerste keren. De eerste keer naar babywinkels, de eerste keer kindernamen tinderen (ja, dat is een ding), de eerste keer de familie vertellen dat ze opa, tante of nicht worden van ons kindje en hen zien veranderen door de groeiende liefde. Maar ook de eerste keer nooit meer onbezorgd leven. Ik werd voor het eerst vader en voelde dat groeien in mijn hele wezen. 

Alles zo goed mogelijk in orde willen brengen betekende bijvoorbeeld: de eerste keer naar een cursus en voor het eerst kleertjes uitzoeken voor een mensje dat je nog niet kent. Een stoere, blauwe tuinbroek met shirt voor mijn aanstaande zoon. We keken tegelijkertijd uit naar eerste keren zoals badjes, wandelingen en familiediners. 

Nog voor hij er werkelijk was kwamen er echter veel eerste keren die we nooit hadden durven, willen of kunnen bedenken. Hij overleed in de laatste 24 uur voor zijn geboorte. Daar was de eerste keer dat we moesten nadenken over het afscheid, nog voordat we hem hadden mogen zien of horen. We moesten voor de eerste keer een begrafenisondernemer kiezen, met alles wat daarbij hoort. Misschien nog wel het meest emotioneel was voor het eerst familie en vrienden vertellen dat Benja geboren zou gaan worden, maar dat hij voor altijd stil zou blijven. 

Later die dag hield ik hem vol trots en vol oergevoel voor het eerst vast en gaf ik hem aan zijn moeder. 

Sinds toen, mei 2023, is het aantal eerste keren niet meer bij te houden en terwijl ik dit schrijf, vraag ik me ook af of ik dat wel zou moeten willen. We worstelen ons door de seizoenen. We zoeken naar nieuwe lichtpuntjes. We staan stil bij hem missen en bij de liefde die daar onder ligt. 

De eerste keer op vakantie, met en zonder hem. Het voelde als thuis, maar met een andere achtergrond. De eerste keer weer naar het werk, terug naar een nieuw normaal. Het voelde als mijn kindje achterlaten. De eerste keer van elke maand de achtste dag die opdoemt en ons confronteert met het gemis. 

De eerste keer de feestdagen in december, waar je nu ineens niet naar uitkijkt. Want dat kerstdiner hadden we ons compleet anders voorgesteld. Nooit zal iedereen er zijn. 

Net als alle nieuwe vaders doe ik heel veel voor het eerst. Net als zij heb ik ook geen enkele keer de zekerheid dat dit de beste manier is. Wat ik wel weet, is dat ik net als zij, enorm trots ben op mijn kind en dat ik alles zo goed mogelijk doe voor Benja en voor mijn lieve wederhelft. 

Met vallen en opstaan voor de eerste keer alle dagen van een jaar door en

alles meemaken wat er is. Soms gaat het goed en soms niet. Dan stuur ik bij. Ervaren, leren, verwerken, doen, stilstaan, doorgaan en dan ga ik er vanuit dat het bij de volgende keren langzaam makkelijker wordt.

lees meer...
Hoe kan je gedenken?

Hoe kan je gedenken?

Hoewel de temperaturen buiten anders doen vermoeden, krijg ik ineens een voorjaarskriebel. De dagen worden alweer langer en voor elke schoolvakantie voel ik een opruimwoede opborrelen. Er zijn wat grotere plannen voor in huis, maar ik begin vast klein. De kledingkasten neem ik onder handen, dozen worden gevuld, speelgoed opgeruimd en ook wat leuke nieuwe planten; ik heb er helemaal zin in!

In de woonkamer valt mijn oog op de drie portretfoto’s aan de muur. Zorgvuldig haal ik de kinderfoto’s uit de lijstjes, ze zijn wel aan vervanging toe. Wat een schattige koppies.. Maar één foto blijft altijd hetzelfde. Nog altijd die baby, die niet verjaart. Waar de tijd is stil blijven staan, al bijna twaalf jaar geleden. Geen nieuwe schoolfoto, geen veranderd gezicht, geen herinneringen aan dat ene jaar

Op zoek naar een nieuwe foto in de kast, zie ik achter het vitrinedeurtje Tijns blauwe kaarsje met de auto. Ik steek het aan en zet het op tafel. Ik hou zijn urntje even in mijn handen en praat zachtjes tegen hem. De geur van de bodylotion die ik altijd had snuif ik op en denk aan toen. Die paar dagen die ik met jou kon doorbrengen. Zo kort.

Ik rangschik je foto’s en je gipsen handjes en voetjes, maak plaats voor je knuffeltje. Op deze plank staan de enige tastbare herinneringen die ik heb. Dit ‘altaartje’ is de plek die me naar jou brengt. Een fijne plek in ons huis. Het is fijn om stil te staan bij jou, om die weinige herinneringen aan jou op te halen. Want hoe gedenk ik jou? Hoe sta ik stil bij jouw bestaan? Wat kan ik doen?

Blijkbaar was dat opborrelende gevoel nodig om weer terug te komen bij jou, Tijn.

Als de kinderen ‘s middags thuiskomen zien ze het kaarsje branden en de foto staan. O ja, Tijn had zo’n ijsbeerknuffeltje. En hij was zo klein!”

En samen denken we aan jou.

lees meer...
Lieve Lev, opnieuw een jaar zonder jou, met jou

Lieve Lev, opnieuw een jaar zonder jou, met jou

Ik kijk naar het vuurwerk in de lucht. De mooiste kleuren spatten uiteen. De oorverdovende knallen laten me rillen.

Het jaar is om, weer een jaar voorbij. We houden elkaar vast en kussen elkaar het nieuwe jaar in.

Na weken vol lichtjes en warmte voelt januari voor mij koud en kil. Januari is niet mijn maand. Dat is het nooit geweest.

Dat gevoel is alleen maar versterkt nadat we afscheid moesten nemen van jou, onze lieve Lev. Elk nieuwe jaar is weer een jaar verder verwijderd van jou. Opnieuw een jaar zonder jou, iets dat nooit went.

Bij de start van het nieuwe jaar komt het besef dat alle momenten weer voorbij gaan komen. Al die herinneringen op bepaalde dagen.

Gevoelens die ik opnieuw ga ervaren en gedachten die mijn hoofd weer zullen vullen.

Van de eerste echo tot het voorbereiden op een heel bijzonder jaar.

Het jaar waarin wij ouders zullen gaan worden. Het verlangen dat groeit met de dag. Het verlangen naar jou in onze armen.

Ons kindje, ons geluk.

Het zijn herinneringen aan momenten die ik me amper nog kan herinneren zonder de pijn.

Het verlangen dat omsloeg in verdriet. Die ene bewuste dag. Terwijl alles en iedereen door bleef gaan stond onze wereld stil. Die ene bewuste dag. De dag dat alles anders werd.

Er was geen wiegje dat gevuld werd in de maanden die volgden. De kleertjes bleven ongedragen in de kast. De zorgvuldig uitgekozen knuffeltjes werden niet geknuffeld en op de schommelstoel werd niet geschommeld. De feestdagen vierden we zonder jou maar met jou. Je kreeg je plek in ons gezin. Er was een kaars op een kastje, een foto aan de muur, een speciale kerstbal in de boom.

Maar bovenal waren er gemis en vier heel lege armen.

Alle dagen en herinneringen gaan weer voorbij komen. Iets dat niet stopt zolang de tijd door blijft gaan. De herinneringen vervagen steeds een beetje meer, maar het gevoel blijft.

We gaan ook dit jaar weer vol liefde tegemoet. Januari gaat voorbij en de zin in een mooi jaar wordt steeds groter.

Een jaar zonder jou, maar met jou.

lees meer...
Ik hou van je, lieve Simon. Voor altijd.

Ik hou van je, lieve Simon. Voor altijd.

Het is ergens midden november, als de feestdagen nog voor de deur staan. Ik ben op zoek naar wat oude fotos voor een cadeautje. Ik heb er zin in dit jaar en voor ik het weet breekt de decembermaand aan.

Ik kijk er voor het eerst weer een beetje naar uit, maar als het zover is werkt mijn gevoel niet mee. Er landt een zware deken op mijn schouders. Ik heb een naar gevoel in mijn buik en op sommige dagen wil ik het liefste de dekens over mijn hoofd trekken.

Ik weet niet precies waarom dit gebeurt, maar onbewust weet ik het natuurlijk wel. In december is het immers bijna januari, bijna 7 januari, de geboortedag van onze lieve Simon.

Ik zoek verder naar wat oude fotos als mijn blik blijft hangen op die ene foto. Die ene foto van 6 januari 2018, de foto waarna alles anders werd. Er valt een traan op mijn scherm terwijl ik naar mezelf kijk, naar de vrouw op die foto, die nog niet weet dat twee minuten later alles anders zal zijn.

6 januari 2018

Ik lig nu twee dagen in het ziekenhuis. Na een goede controle, met een mooie hartactie van Simon in mijn buik, gaan we even van de afdeling af. Het is fijn om wat afleiding te hebben. We gaan naar het restaurant beneden in het ziekenhuis. We rollen door de gangen en hebben best lol, zo onhandig rijdend met de rolstoel en de infuuspaal. Onderweg zeggen we de mensen die we tegenkomen vrolijk en lachend gedag. Beneden bestellen we wat te drinken en wat lekkers. We maken een vrolijke foto, die we doorsturen aan vrienden en familie en schrijven daarbij dat de controle van onze baby zojuist goed was.

Maar twee minuten nadat we de foto hebben verstuurd wordt alles anders.

Ik krijg enorme buikpijn en ik wil terug naar de kamer. We laten de koffie, thee en cake staan en gaan op weg naar de lift. We rollen over de tegels van het ziekenhuis er zitten soort ribbels op de tegels waardoor ik het gevoel heb dat we op een enorme hobbelige weg rijden. Ik krijg steeds meer pijn en ik voel dat het warm wordt. Dit is niet goed, verlies ik bloed? Of is het vruchtwater? We zijn bij de lift en drukken wel tien keer op de knop, ook al heeft dit geen zin we willen dat de lift zo snel mogelijk komt. Weer op de afdeling loopt er een verpleegkundige mee naar mijn kamer. Ik wil opstaan om op het bed te gaan liggen als ik het vruchtwater langs mijn benen voel lopen. Op dat moment hoor ik niets meer van wat er om mij heen gebeurt.

Ik besef meteen wat dit betekent: we gaan ook dit kindje verliezen. Ik schreeuw het uit en zak in elkaar. Ik word op bed geholpen en de arts is inmiddels ook in de kamer. Als ik wat rustiger ben wordt er een echo gemaakt. Ik kijk naar het scherm en zie het meteen: er is geen vruchtwater meer, het is helemaal mis. Het hartje van Simon klopt, maar hij heeft geen enkele kans meer. Ik ga veel te vroeg bevallen en Simon heeft hierdoor geen enkele kans. Diezelfde avond overlijdt Simon en de volgende dag op 7 januari wordt onze lieve Simon geboren.

Ik veeg de tranen van het scherm en kijk weer naar de foto van mezelf van zes jaar geleden, vlak voordat de bevalling zich te vroeg aandiende. Ik kijk in mijn ogen, die daar nog niet weten wat er de komende uren gaat gebeuren.

Toen Simon geboren werd stortte mijn hele wereld in. Hoe kon dit gebeuren? Wat was er mis met mij? Ik wist niet of ik het aankon, eigenlijk dacht ik op dat moment dat ik het niet aan kon. Kon ik maar tegen mij jongere zelf op de foto zeggen dat het uiteindelijk zou lukken om de draad weer op te pakken. Misschien niet zoals vroeger, en soms ben ik de draad echt nog weleens eventjes kwijt, maar ik vind hem altijd weer. Stapje voor stapje en dag voor dag.

Het is nu zes jaar geleden dat we ook Simon verloren. Zes hele jaren zonder Simon bij ons, maar ook zes jaren waarin Simon zijn eigen plek in ons leven heeft gekregen. Ook al is hij niet hier, hij hoort er altijd bij.

De weken voorafgaand 7 januari zullen altijd wat met mij blijven doen. Ik zal nooit meer dezelfde zijn, maar dat is oké. Op 7 januari krijg ik weer wat meer lucht, dan is het zijn dag en dat is een fijne liefdevolle dag, de dag van Simon.

Ik hou van je, lieve Simon. Voor altijd.

lees meer...