Categorie: Blog

Tien jaar

Tien jaar

Tien jaar…

Het klink zo ontzettend lang… Hoe kunnen er al tien jaren voorbij zijn?

En toch lijkt het soms nog als de dag van gisteren. Ik weet nog precies de details van Tijns geboorte. Hoe zijn handjes om de navelstreng zaten. Zijn geur als hij in zijn mandje bij me was. De verpleegkundige die me hielp met het aantrekken van zijn rompertje. De reacties van mensen. En ook: hoe leeg de dagen thuis voelden.

Ik wéét nog hoe die dagen voelden, gelukkig voel ik ze nu niet meer zo. Het intense verdriet, de pijn van toen heeft plaats gemaakt voor af en toe verdrietige momenten, het gemis. Van het dagelijks praten tegen Tijns foto tot soms ineens beseffen dat ik al weken niet aan hem gedacht heb. Van het enorme schuldgevoel van toen tot aan de gedachte dat ik alles gedaan heb om een goede moeder voor hem te zijn. Van de afschuw van babyshowers en landingsplekken voor ooievaars tot aan het welgemeend bewonderen van pasgeboren baby’s.

Het lijkt alsof ik alle emoties inmiddels heb ondergaan. Hoewel dat soms hard werken was, heb ik ze doorstaan. Dat doet tien jaar.

Er is veel gebeurd in de afgelopen tien jaar. Er zijn gelukkig nog twee kinderen gekomen. Daardoor is de tijd ook snel gegaan. Niet alleen door de aandacht die de kinderen opeisen als eerst een baby en dreumes en later als peuter en kleuter. Het oppakken van een dagelijks ritme, het in de weer zijn met voedingen, sociale afspraken en werk. Ook een verhuizing, een verandering van baan. Het leven gaat echt door. En dat is maar goed ook. De afleiding helpt. Het geeft weer wat vaart in het leven. Hoewel er gelukkig nog momenten zijn van stilstaan bij Tijn en de momenten van toen.

Nog steeds blijft Tijn voor mij die baby die ik toen voorzichtig in mijn armen hield. Ik zie hem nu niet als tienjarige en probeer me dat ook niet voor te stellen. Dat lukt ook niet. Ik vraag me niet meer af: Hoe zou het zijn als…? Nee, het leven is gelopen zoals het is gelopen. Hoe moeilijk ik dat toen vond te accepteren, blijkbaar is het toch gelukt.

lees meer...
De laatste rit

De laatste rit

We zijn allebei op tijd wakker. Beiden vinden we het moeilijk om op te staan, wetende wat er komen gaat. We maken ons klaar en Johan neemt Fem mee naar beneden. Ze ligt in haar mandje, dat vannacht in onze slaapkamer stond.

Alle laatste minuten met haar pak ik nog. Ik ga bij haar zitten en kan alleen maar naar haar kijken. Ik vraag of Johan er ook bij komt zitten. Daar zitten we dan, vandaag wordt ons meisje gecremeerd. Het voelt zo oneerlijk en pijnlijk…

Dan komt het moment dat we moeten vertrekken. We horen dat er buiten al mensen zijn. Onze gezinnen en vrienden vormen een erehaag bij ons huis. Pff, we hebben een knoop in onze maag, want wat is dit moeilijk. Ik begin al te huilen voordat ik de deur open maak. Johan heeft het mandje met Fem vast. Ik sluit de deur en geef hem een hand. De tranen lopen over mijn wangen. Ik zie mijn schoonouders en een paar vrienden staan. We beginnen te lopen en ik weet niet waar ik moet kijken. Als we de hoek omgaan zie ik mijn moeder; ze pakt me vast en ze geeft me een kus. Huilend lopen we verder. Ik kijk naar de grond en zie alleen maar voeten. Bij de auto geeft Johan Fem aan mij. Daar gaan we dan, de laatste rit met haar. We zijn er allebei stil van. Dit was heftig, maar ook zo ontzettend bijzonder om op deze manier de steun te voelen van onze dierbaren.

De rit naar het crematorium gaat veel te snel voor mijn gevoel. Ik kan alleen maar naar het mandje van Fem kijken. Ik aai steeds over de vlinder die erop staat. Johan pakt mijn hand vast.

Aangekomen bij het crematorium weten we dat het moeilijkste gaat komen. Daar worden we opgevangen door onze begrafenisondernemer. We mogen weer naar het kamertje waar we haar gisteren hebben opgehaald en zetten het mandje op de tafel. Voor de laatste keer maken we het open. Ik wil graag alle hartjes goed leggen. Gisteravond heeft iedereen uit onze gezinnen zijn/haar naam op een hartje geschreven.

Nog een keer spieken naar onze lieve Fem. Dan gaat het mandje voor de laatste keer dicht. Het voelt vreselijk. We pakken elkaar goed vast en nemen even de tijd.

Dan is het moment daar. We moeten haar weg gaan brengen. We lopen door de lange gang. We moeten haar voor de deur afgeven. Ik zeg nog: “Doei, lief meisje” en aai nog één keer over haar mandje. We geven elkaar een knuffel en een kus en lopen weer terug door de lange gang. Dit is echt het moeilijkste wat ik in mijn leven heb gedaan.

lees meer...
Ik denk nog niet aan het afscheidnemen, ik denk vooral aan het samenzijn

Ik denk nog niet aan het afscheidnemen, ik denk vooral aan het samenzijn

Ik open het pakketje dat net is bezorgd en haal er een mooi fluwelen zakje uit. Ik trek het koordje van het zakje open en hou het ondersteboven boven mijn hand. Ik voel hoe de ketting in mijn handen glijdt. Door het licht schittert er een fonkeling in mijn ogen. Yes! Dit is precies wat ik zocht.

Mijn gedachten gaan terug naar de nacht waarin Saar werd geboren.

‘’Vind je het goed als ik haar nu even meeneem om voetafdrukjes te maken?’’ Het is ergens halverwege de nacht. Saar werd om 00.54 uur geboren. Nadat ze geboren was, knipte mijn lief de navelstreng door en werd ze op mijn borst gelegd. Het was betoverend, ze was zo mooi. Vlak voor ze geboren werd is ze overleden, omdat ze net als haar broer Boris veel te vroeg is geboren.

Ik ben niet bezig met dat ze is overleden. Ik ben vooral bezig met hoe mooi ze is. We maken oneindig veel foto’s. Ik denk nog niet aan het afscheidnemen, ik denk vooral aan het samenzijn. Ik geef antwoord op de vraag van de verpleegkundige en zeg dat het goed is, maar vraag wel hoe lang ze met Saar weg zal zijn. Dit zal niet heel lang zijn; de verpleegkundige neemt haar mee en moedigt mij aan om even te gaan slapen. Ik ben moe, maar ik kan niet slapen, ik ben zo leeg en ineens zonder Saar. Niet veel later komt ze terug. Saar ligt in haar mandje, gewikkeld in haar doek. Het is een zachte doek, met een lieve bruine beer erop. Haar mandje wordt bij mij neergezet en kort daarna val ik in slaap.

Twee uur later word ik wakker door wat gerommel op het tafeltje naast mijn bed. De verpleegkundige zet een kaart neer, waar met inkt Saars hand- en voetafdrukjes op staan. De afdrukjes zijn perfect, kleine handjes en voetjes met duidelijk 10 vingertjes en 10 teentjes. De verpleegkundige kijkt me aan en geeft me een houten doosje. In dit doosje zit een prachtige gipsafdruk van de voetjes van Saar. De verpleegkundige wist dat dit een wens van mij was, maar ik wist niet dat ze dit ook daadwerkelijk al had gemaakt. Wauw, wat ben ik hier blij mee.

De ketting ligt nog in mijn handen. Ik open voorzichtig het medaillon dat aan de ketting hangt. Anderhalf jaar na haar geboorte heeft Saar nog een broertje gekregen. Simon is ook stil geboren. Van Simon hebben we ook prachtige hand- en voetafdrukjes. Ik maakte de afdrukjes kleiner, drukte ze af en maakte ze passend voor in het medaillon. Ditzelfde deed ik met een foto van Boris. Helaas hebben we nadat Boris geboren was geen afdrukjes gemaakt. Ik wist toen nog niet dat dit mogelijk was. Gelukkig hebben we een foto van hem. Alles past perfect, ik klik het medaillon dicht en kijk er nog eens goed naar. De ketting is prachtig, om de centimeter zit er een bolletje in de ketting en in het midden hangt het medaillon met van binnen een herinnering aan mijn kinderen. Ik doe de ketting om mijn nek en kijk tevreden in de spiegel. Wat fijn om iets van Boris, Saar en Simon bij me te dragen.

lees meer...
Vaderdag, niet voor mij?!

Vaderdag, niet voor mij?!

Op 9 en 13 oktober zijn Samuel en Matthias geboren. We waren vader en moeder geworden! Wat waren we intens verdrietig dat ze te vroeg kwamen en geen kans hadden om te overleven in deze wereld. Direct toen ik Samuel zag, wist ik: dit is mijn zoon en ik ben zijn vader. In de dagen na zijn geboorte hielden we Samuel bij ons in een schaal water. Elke vier uur ververste ik het water. Samuel legde ik op een aankleedkussen. Het oude water gooide ik weg en ik deed nieuw, koud water in de schaal. Mijn zoon, zo klein en stil, lag daar op dat kussen, bewegingloos en koud. Het was het enige wat ik voor hem kon doen. En dat deed ik met alle liefde. Vaderlijke liefde. Ik had tijd om hem vast te houden, geborgen in mijn handen. Hij was compleet en volmaakt. Maar zo stil en zo koud. Hij moest koud blijven om hem zo goed te bewaren. Maar dat gaat tegen alles in. Je wilt je baby warm tegen je aanhouden. Hij moet huilen en bewegen. En je moet hem zeker niet onder water stoppen! Ik deed dat wel. Met alle liefde, maar met zoveel pijn in mijn hart.

Na een paar ontzettend spannende dagen werd Matthias geboren. Ook in stilte. De broertjes waren weer samen. En ook voor hem had ik alle vaderliefde. Ook hem hield ik vast. Ook hem legde ik in het ijskoude water. Ik was tweemaal vader geworden, maar niet op de manier waarop ik hoopte. En toch was ik vader geworden. Niet alleen een verdrietige vader, maar zeker ook een trotse vader! En dat wil ik steeds benadrukken. Ik ben vader geworden van de twee liefste jongens van de hele wereld. En dat pakt niemand van mij af!

Vandaag is het Vaderdag. Tja, wat moet je met zo’n dag? Wel vader geworden, maar tegelijk sta je met lege handen. Ik kijk naar al die vaders die hun kinderen vasthouden. Voor hen zorgen. Hen troosten. Met hen plezier maken. Samen herinneringen maken. Ik denk dat ik dat het ergste vind: dat je nooit samen herinneringen zult maken. De toekomst met Samuel en Matthias zal er niet zijn. Al die vaders die ik zie, maken voortdurend herinneringen, elke dag, elk uur en elke minuut. Beseffen ze het wel? Ik zou er alles voor over hebben om mijn jongens nog een uurtje levend mee te maken! Ik sta voor mijn gevoel aan de zijlijn, nu al die vaders langs mij lopen. Ze kijken mij lachend aan, alsof ze zeggen: ”wij zijn lekker wel vader, maar jij…?! Waar zijn je kinderen dan? Laat hen eens zien!” Ik twijfel: ”ben ik wel echt vader, in de ogen van de mensen?” Vaderdag is toch niet voor mij?!

Zeker wel! Sinds de zwangerschap en vooral sinds de geboorte van Samuel en Matthias weet ik dat ik een trotse vader ben geworden. Van twee hemelkinderen. Ik heb hen in mijn hart gesloten. Voor altijd. Zij hebben mij vader gemaakt. En vandaag vieren we dat. Vaderdag niet voor mij?! Zeker wel! Proost!

lees meer...
Papa van ons sterretje

Papa van ons sterretje

We doen onze jas en schoenen aan om te gaan wandelen voordat de kinderen naar bed gaan. Terwijl ik al één schoen aan heb, vraagt mijn man wie het kaarsje van Mees wil uitblazen. Twee kinderen rennen enthousiast terug de kamer in. Als ik om het hoekje spiek, zie ik mijn man ons kleine mannetje optillen terwijl ons meisje er een stoel bij schuift. Er wordt afgeteld en met zijn drieën blazen ze het kaarsje uit.

Deze kleine momentjes koester ik, want inmiddels weten mijn man en ik hoe we beiden omgaan met de afwezigheid van Mees in ons gezin. Ik hoor en lees regelmatig dat er hierin een verschil is tussen beide ouders. De één praat veel en graag over het overleden kind, terwijl de ander het liever bij zichzelf houdt. Ook bij ons is dat het geval waardoor we elkaar opnieuw moesten vinden.

Terug naar meer dan drie jaar geleden:

Gedurende de periode van onzekerheid tijdens de zwangerschap, maar vooral na Mees zijn geboorte en overlijden werd het verschil tussen ons meer voelbaar. Waar ik emotioneel instortte, bleef mijn man sterk. Hij zorgde ervoor dat ik mezelf niet verloor in mijn verdriet.

We waren ouders van een sterretje geworden en we gingen er heel verschillend mee om. Zo verschillend dat ik bang was dat we elkaar kwijt zouden raken. We konden het namelijk niet samen over Mees hebben.

Tot het moment waarop we samen de zolder aan het schilderen waren. Terwijl ik aan het verven was, begon ik een gesprek over Mees en mijn verdriet. Ineens begon mijn man, die ook bezig was, te praten. Hij vertelde over zijn pijn en over de momenten die hem wel degelijk raakten, terwijl ik en anderen dat niet zagen. We schilderden en spraken voor het eerst sinds maanden weer echt met elkaar en over hoe Mees bij ons leven hoort. Dit was het begin waar wij elkaar opnieuw leerden kennen en begonnen te begrijpen.

Terug naar de gang:

Inmiddels sta ik klaar, maar hoor ik nog wat gekibbel over wie het kaarsje heeft uitgeblazen. Dan bedenk ik hoe mooi het is dat ik dit mag zien. Deze papa draagt het verlies en de leegte van Mees vooral in zijn hart. Hij praat er buiten ons huis weinig over. Dit is iets wat ik heb moeten leren begrijpen en wat echt niet altijd makkelijk is, omdat mijn manier tegenovergesteld is. Dan is het soms lastig dat ik een van de weinigen ben die het verdriet en de pijn achter de glimlach mag zien. Dat er ook die andere papa is. Maar onze beide manieren zijn prima en we steunen elkaar. Ik ben trots op deze papa, op mijn man!

Als ik de kinderen om zijn nek zie hangen, dan weet ik dat zij ook trots op hun papa zijn! Hij is er voor alle drie onze kinderen als papa, maar ook als papa van ons sterretje.

Dan is het tijd om deze lieve papa te helpen, want zo gaan we nooit wandelen. Dus hup, de kinderen de jas en schoenen aan en gaan!

Mama van een sterretje

lees meer...
Waarom kunnen wij niet genieten van jouw eerste keer buitenspelen in het warme zonnetje?

Waarom kunnen wij niet genieten van jouw eerste keer buitenspelen in het warme zonnetje?

Het is vroeg in de ochtend. Het zonnetje schijnt al fel. Ik drink koffie aan de grote picknicktafel in de voortuin. Even een momentje rust in de drukte van alledag. Ik staar wat voor me uit.

Drie kinderen komen voorbij. Het laatste kind is nog erg klein. Ik denk een jaar of twee. Op een klein loopautootje. Ik denk dat je er net op bent gaan oefenen, want je komt nog niet echt soepel vooruit. Jouw papa schuifelt er langzaam achteraan en duwt je met zijn voet steeds wat verder vooruit. Je zegt ‘hee’ en wijst naar alles wat je op je weg tegenkomt. Het overvalt me. Ik denk aan Sue. Wat zou ons lieve, kleine krullenbolletje nu allemaal zeggen tegen alles wat ze op haar weg was tegengekomen? Zou je al lopen? Zou ik constant achter je aan moeten rennen? En wat zouden je eerste woordjes eigenlijk zijn geweest? Ook ‘hee’, of toch ‘papa’ of ‘mama’?

Ik voel een traan over mijn wang biggelen. Oh, wat mis ik jou, meisje. Vaak ben ik ‘sterk’ zoals velen mij zeggen en leef je met ons mee op de achtergrond. Je bent er altijd bij, houd ik mijzelf dan voor. En dat zeg ik ook steeds als we het over jou hebben. Maar op dit soort momenten overvalt het gemis mij ontzettend. Ik val terug in gedachten dat het allemaal zo oneerlijk is. Waarom kunnen wij niet genieten van jouw eerste keer buitenspelen in het warme zonnetje? Waarom moeten wij iedere dag gaan slapen en opstaan met jou te moeten missen?     

Je bent er op deze momenten eigenlijk helemaal niet bij, want je bent niet lijfelijk bij ons aanwezig. We kunnen je niet zien, niet aanraken, niet voelen, niet ruiken. We kunnen alleen zoveel mogelijk aan je denken. Jou er in ons leven van nu bij denken. En dat voelt eigenlijk allesbehalve compleet. Voor de buitenwereld, voor vreemden die ons niet goed kennen, heb je niet eens bestaan! Dat besef doet intens pijn. Ze zien dan alleen de ‘gelukkige’ papa en mama van jouw lieve kleine broertje. Want die is er nu wel…

Gelukkig weet ik dat deze bewuste momenten, zoals nu aan de picknicktafel, voor even zijn. Ergens op deze dag zal het mij weer lukken om te denken dat jij er wel écht altijd bij bent.

En in gedachten schuifel ik op een zonovergoten dag dan langzaam achter jou aan. Je roept ‘hee’ bij alles wat je op jouw ontdekkingsreis in de wereld tegenkomt. Jij op je kleine loopfietsje en met mijn voet duw ik je langzaam vooruit…

lees meer...
Word ik ooit weer gelukkig?

Word ik ooit weer gelukkig?

Wat heb ik dit vaak gedacht. Toen ik hoorde dat je niet gezond was en dat we jou kwijt zouden raken heb ik gehuild, heel veel gehuild. Weet je dat je tranen nooit opraken? Ze bleven maar komen, ik wist niet hoe ze te stoppen. Ik huilde dagenlang. Met en zonder geluid. Het gevoel dat mijn hoofd ieder moment kon exploderen. Ik bleef vaak liggen in bed, met mijn kussen nat van de tranen. Doorweekt draaide ik het kussen na verloop van tijd om op de andere kant verder te huilen.

Jouw papa wist niet meer hoe hij mij kon troosten. Hij probeerde het wel, maar door zijn verdriet en zijn blik vol moedeloosheid werd mijn verdriet alleen maar groter. Zijn verdriet was anders en het was vooral verdriet om mij.

De tekst die wij op het geboortekaartje hadden staan was niet zomaar uitgekozen maar dat het zo zou kloppen, dat had ik niet verwacht. Of wel? Misschien had ik gehoopt dat het niet zo erg zou zijn.

“Niemand die weten kan
hoeveel ik van je hou
Niemand die mij troosten kan
in mijn verdriet om jou
Niemand die begrijpen zal
hoe vreselijk ik je mis
Niemand die beseffen zal
hoe erg die pijn wel is.”

Het klopte allemaal.

Mensen die niet snapten hoeveel ik van jou zou kunnen houden, terwijl ik niet de kans had gekregen om je te leren kennen toen je na 17 minuten in mijn armen stierf.

Alle mensen die om mij heen stonden, maar mijn verdriet niet konden wegnemen.

Zoveel vragen: of jouw dood al een plekje had gekregen, terwijl het gemis telkens groter werd.

En de pijn, de onbeschrijfelijke pijn van een hart dat uit elkaar gerukt is.

Langzaamaan is mijn hart gelijmd, heb ik mijn hart gelijmd. Stukje voor stukje. Ik heb keihard moeten werken om mijn hart weer heel te maken. Eerlijk? Ik kreeg wel een beetje hulp. Met name van jouw papa en je broertjes die mij door de zwaarste dagen sleepten.

Het is geen gaaf hart meer geworden. Je ziet de lijmresten zitten en er missen kleine stukjes. Stukjes die te ver uit elkaar gebrokkeld zijn om ze nog te lijmen. Ik ben trots op mijn gehavende, maar herstelde hart. Het is goed genoeg. Genoeg om lief te hebben, liefde te ontvangen en bovenal doet het mij continu herinneren aan jou.

Jij, mijn grote liefde, mijn lieve baby, mijn trots. Ik mis je kleintje, al 7 jaar, maar ik heb het geluk opnieuw gevonden. En ik denk, nee ik weet zeker, dat jij dat had gewild, hoe schuldig ik mij vaak voel over dat geluk.

Ik ben gelukkig, met jou in mijn hart.

lees meer...
Zolang we blijven rouwen is er houden van

Zolang we blijven rouwen is er houden van

Ik loop het pad af en zie je zitten. Je bent er al. Gehurkt voor zijn plekje met je rug naar mij toe. Kippenvel. Het ontroert me zo intens. Een traan loopt over mijn wang en ik slik. Even sta ik stil en zucht. ‘Meisje toch,’ denk ik. 

Ik had zo gehoopt dat ik de statistieken had gedekt met het verlies van Sue. En dat in onze vriendenkring niemand ooit nog te maken zou krijgen met zo’n immens verdrietig en heftig verlies. Niets bleek minder waar. Daar waar jij er vier jaar geleden bij was -het afscheid van onze Sue- sta jij er nu zelf voor. 

Jullie liefste zoon werd geboren met 37 weken. Zo mooi, maar zo stil. Je voelde geen hartslag meer. Dat, waar je zo verschrikkelijk bang voor was omdat je ons verhaal kende, overkwam jou. Ongelofelijk. Vier weken geleden bracht je hem weg. Een bizar onmenselijke taak. 

En daar zit je nu. Gehurkt. En ik kan het zeggen: ik weet zo waar je nu midden in zit. Ik weet zó hoe zwart het voelt… 

We hebben afgesproken. Op de plek waar jouw lieve Daan en mijn lieve Sue liggen. Dicht bij elkaar. Samen. Zo hebben ze elkaar, daar waar ze ook mogen zijn, vertelde je toen we het er over hadden waar jullie Daan een plekje zouden geven. Wat een prachtig gebaar. Mooi en tegelijkertijd zo verdrietig… 

Het is oudejaarsdag. Ik wilde je graag zien. Vasthouden en even niet loslaten. Jij had behoefte om even samen te gaan. Met alle liefde. In mijn rugzak thee en ook iets sterkers. Glazen ingepakt in keukenrol. 

Samen zitten we daar. Kletsen. Huilen. Maar ook lachen. Van intens verdriet naar even heerlijk lachen en weer terug naar het verdriet. Want dat mag er allebei zijn. Proostend op dat wat ons samen voor altijd zal verbinden. 

Je zegt dat zolang we blijven rouwen er houden van is. En zo is het.

lees meer...